Ons lichaam bevat duizenden verschillende soorten eiwitten. Hoe die in elkaar zitten, is meestal wel bekend. Minder bekend is echter hoe deze complexe moleculen op elkaar inwerken. Toch is dat van levensbelang, want de meeste ziektes worden veroorzaakt doordat processen, waarbij eiwitten betrokken zijn, niet goed werken.
Brunsveld (1975) onderzoekt dan ook hoe eiwitten precies op elkaar inwerken. “Het idee is dat je, waar het fout gaat, de interacties in de toekomst ook kunt sturen en zo ziektes bij de wortel kunt aanpakken”, aldus de jonge hoogleraar in zijn intreerede. “De meeste bestaande medicijnen werken weliswaar ook op eiwitten in, alleen weten we vaak niet precies hoe. Daarnaast worden sommige ziektes na een tijdje resistent tegen medicijnen. Door meer echt begrip van eiwit-eiwit-interacties, hopen we dit slim te kunnen omzeilen.”
Brunsveld gaat zijn onderzoek bijvoorbeeld richten op een groep van 48 verschillende eiwitten in de kernen van cellen, de zogeheten kernreceptoren. Deze bepalen hoe een cel zich verder ontwikkelt: goed of fout. Zo speelt het oestrogeen receptor-eiwit bijvoorbeeld een rol bij het ontwikkelen van de vrouwelijke geslachtskenmerken, maar ook bij borstkanker. Een ander eiwit hangt samen met de mannelijke geslachtskenmerken, maar speelt ook een rol bij prostaatkanker. “Ontdekken waarom deze ziektes ontstaan, is voor mij een belangrijke drijfveer”, aldus Brunsveld./. |