spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
”Wetenschap en design versmelten met het domein van kunst en poëzie”
11 juni 2009 - Kunstenaar Ronald van Tienhoven (52) is freelance coach aan de faculteit Industrial Design. Daar doet hij projecten met studenten om “na te denken over de verbintenis van technologische applicaties met onze aanwezigheid hier op deze aarde”.

Er zijn kunstenaars die door Van Tienhoven erg bewonderd worden omdat ze vasthoudend zijn in hun werk. Ze zijn specifiek, geconcentreerd en direct herkenbaar. “Ik heb een heel ander temperament. Ik ben nieuwsgierig naar verschillende mogelijkheden van interventies in het dagelijks leven, zowel fysiek als conceptueel. Dit maakt mij hybride, wat je ook terugziet in mijn werk. Ik ontwierp een begraafplaats, een munt, heb documentaires gemaakt, werk als coach aan de faculteit ID en was adviseur bij de Mondriaan Stichting waar ik tentoonstellingen en projecten initieerde. Ik vind het even belangrijk om zelf werk te ontwikkelen als om de voorwaarden te scheppen voor het werk van anderen.”

In de jaren tachtig was hij voornamelijk actief als autonoom kunstenaar. Hij exposeerde onder meer bij kunstenaarsinitiatief Aorta, later kwam hij er in het bestuur. “Met gelijkgestemden zocht ik ruimte om niet alleen afhankelijk te zijn van galeries en musea. We maakten daarom onze eigen infrastructuren. De context creëert tenslotte het werk. Ik onderzocht toen ook cross-overs. Dat resulteerde bijvoorbeeld in een serie dansvoorstellingen die ik in nauwe samenwerking met choreografen maakte.”

Op dit moment onderneemt Van Tienhoven weer verschillende dingen tegelijk. Zo ontwierp hij de gedenkmunt ter gelegenheid van vierhonderd jaar relaties tussen Nederland en Manhattan die afgelopen april op de markt kwam. Ook denkt hij na over wat er in deze tijd nodig is om voor meerdere mensen de voorwaarden te scheppen om hun standpunten aan te scherpen. “Daarom ontwikkel ik nu een nieuw platform voor uitwisseling, informatie en verdieping in de vorm van een nachtclub annex salon in Amsterdam, bovenin het gebouw waar ik mijn studio heb, één van de mooiste plekken van de stad. Deze penthouse is heel klein, hooguit dertig vierkante meter. Ik geef op dit moment de voorkeur aan een zekere intimiteit om het discours over kunst en design in een klein gezelschap van speciaal uitgenodigde mensen aan te scherpen.”

Hetzelfde doet de kunstenaar sinds 2002 bij ID. “Het motto van deze faculteit is: het ontwikkelen van intelligente producten, services en applicaties. De interactie tussen techniek en gebruiker staat hier centraal. Je kunt dit benaderen als een ingenieur: het ontwikkelen en testen van producten en methoden om interactie te optimaliseren. Je ziet dit bij het leiden van verkeersstromen, bijvoorbeeld het oplossen van parkeerproblemen door intelligente gps-systemen, of het ontwikkelen van sensorische systemen ten behoeve van baby’s die prematuur zijn geboren. Tegelijk is er het avontuur van het ongewisse, en de complexiteit en gelaagdheid van de publieke ruimte. Op grond van ervaring in eerdere projecten en functies probeer ik wetenschap en design te versmelten met het domein van kunst en poëzie.”

Zijn rol aan de faculteit kan hij het best illustreren aan de hand van een voorbeeld. Met twee studenten werkt de kunstenaar aan het Obolos-project. De Obolos was een muntstuk in Griekenland. Het was een betaalmiddel, maar het werd ook onder de tong van de doden gelegd, zodat ze de veerman konden betalen om de rivier over te steken en uiteindelijk af te dalen in het dodenrijk. Deze muntstukken zijn in tomben gevonden. “Ze liggen onder de skeletten en vertellen ons over de gebruiken van toen. Het feit dat een transactiemiddel zo’n symbolische functie had, doet mij nadenken over de vraag of er een hedendaagse pendant kan worden ontwikkeld van Obolos. De munt laat een metagedachte zien, die verder gaat dan de utilitaire, directe toepassing van technologie. Technologie wordt daarmee gebruikt om bredere filosofische en conceptuele verbanden aan te tonen. Om geschiedenis levend te maken en na te denken over de toekomst. In het beste geval speel ik deze rol aan de TU/e: mensen laten nadenken over de verbintenis van technologische applicaties met het herdefiniëren van onze aanwezigheid hier op deze aarde.”/.

Interview/Ronald van Tienhoven door Chriz van de Graaf
Foto/Bart van Overbeeke