spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB


Twee verdiepingen en een zolder met een schuine kap”
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Naoorlogse rijtjeshuizen, waarvan er in Nederland zo’n 1,3 miljoen staan, zijn erg klein en twee tot vijf keer minder energiezuinig dan hedendaagse nieuwbouwwoningen. Uitbouw en isolatie zijn noodzakelijk om ze geschikt te maken voor de toekomst. Twee Bouwkundestudenten van de TU/e denken de klus binnen twee weken te kunnen klaren, met een maximale overlast van twee dagen voor de bewoners.

“Twee verdiepingen en een zolder met een schuine kap”, beschrijft Sean Vos de typische naoorlogse woning. “Een binnenmuur van steenachtig materiaal, zes centimeter luchtspouw en een buitengevel van baksteen.” Die luchtlaag van zes centimeter laat weinig ruimte voor degelijke isolatie: vol spuiten met isolatiemateriaal is, gezien de smalle ruimte, weinig effectief. Onder invloed van vocht zakt het materiaal bovendien snel als pap omlaag. Vos en zijn studiegenote Doris de Bruijn hebben een betere oplossing bedacht. “We vervangen de buitenste schil van de woning door een nieuwe”, legt de Bouwkundestudent uit. “Daardoor wordt de isolatiewaarde drastisch verbeterd en kan de uitstraling van de woning geheel naar wens aan de moderne eisen worden aangepast.”

Wie ooit zijn woning heeft uitgebreid, gruwelt van het idee alleen al: wekenlang gruis in alle kamers en vreemde bouwvakkers over de vloer. Vos en De Bruijn bedachten daarom een methode om de overlast voor de bewoners tot maximaal twee dagen te beperken. Door grote onderdelen elders in een fabriek te vervaardigen, hoeven deze ter plaatse alleen nog aan het huis te worden gekoppeld. Ook een strakke regie van het hele bouwproces zorgt voor de nodige tijdwinst.

Eventuele uitbreiding van onder andere de woonkamer en badkamer gebeurt op dezelfde wijze. “Uit onze analyses van naoorlogse woningen blijkt dat de badkamer en de woonkamer aan de krappe kant zijn. Door te werken met prefab-modules die kant-en-klaar arriveren, hoeft uitbreiding niet veel tijd te kosten.”

De werkwijze kan bovendien de faalkosten flink drukken. “Als je het klusje een keer hebt geklaard, kun je het vele keren opnieuw uitvoeren bij andere woningen. Ook de arbeidskosten gaan omlaag, want er hoeven niet telkens allerlei experts ter plekke aanwezig te zijn. Het grootste deel van de werkzaamheden concentreert zich namelijk in de fabriek.”

Dat klinkt aantrekkelijk, vooral voor grote woningbouwcorporaties. Na hun studie zetten de studenten hun project daarom als bedrijf voort met ondersteuning van het TU/e Innovation Lab. Van studiegenoten naar zakenpartners dus; wie wordt directeur? “Dat hebben we nog niet besloten”, antwoordt Vos lachend. “Maar we hebben anderhalf jaar zeer intensief samengewerkt, dus daar komen we vast wel uit.”

Tekst: Enith Vlooswijk
Fotomontage: Rien Meulman


Heeft u tips voor deze serie; mail ze dan naar cursor@tue.nl .