spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB


Ruim drie miljoen Bolivianen moeten het na zonsondergang zonder licht zien te klaren.
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Competenties voor de ‘nieuwe’ militair

2 juli 2009 - NWO honoreerde onlangs twee aanvragen die de TU/e had ingediend in het kader van het NWO-programma ‘Maatschappelijk Verantwoord Innoveren’. Mr.dr.ir. Lambèr Royakkers, docent bij de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences, is de hoofdaanvrager van het programma ‘Moral fitness of military personnel in a networked environment’. Royakkers gaat onderzoeken wat het voor militairen betekent om te moeten opereren in missies die steeds gecompliceerder worden en die steeds meer vragen om het snel evalueren van situaties door de militair zelf.

“Militaire organisaties maken steeds intensiever gebruik van netwerktechnologie, om het delen van informatie en samenwerken tussen partijen in het netwerk te bevorderen. Het succes van een missie wordt in toenemende mate bepaald door het vermogen van soldaten om kritieke situaties snel te evalueren, goed afgewogen beslissingen te maken en samen te werken in allianties.” Royakkers betitelt dit als ‘network-centric warfare’. Deze nieuwe militaire doctrine is tien jaar geleden gestart in de VS en wordt daar beschouwd als een revolutie op het gebied van moderne oorlogsvoering. De laatste twee à drie jaar begint het ook door te dringen in de Nederlandse strijdkrachten, aldus Royakkers. Ethiek en moraliteit spelen volgens hem een cruciale rol in het omgaan met de diversiteit van perspectieven en het afwegen van meervoudige belangen van samenwerkende partijen en eigen belangen. “Dat vraagt om een ‘nieuwe’ militair, die op een compleet nieuwe manier wordt opgeleid en getraind. Ook vraagt het om een andere opzet van de missies die ze moeten uitvoeren. “Het militaire apparaat in de VS besteedt aan die laatste aspecten echter nauwelijks aandacht”, aldus Royakkers, “wat er dan ook voor zorgt dat het met enige regelmaat fout gaat in het veld.” Als voorbeeld noemt hij de incidenten waarbij de eigen troepen elkaar of hun bondgenoten beschieten, het zogeheten ‘friendly fire’. Royakkers doet het onderzoek in samenwerking met TNO en de Nederlandse Defensie Academie.