Het kabinet meldde ook niet of de maatregelen werken. ‘Dit belem-mert een debat tussen Kamer en kabinet’, schrijft de Algemene Rekenkamer in een rapport over de Lissabon-doelstellingen. In andere landen is het overigens nog slechter gesteld met de verantwoording.
De 27 lidstaten van de Europese Unie hebben in 2000 afgesproken dat de EU tien jaar later ‘de meest dynamische en concurrerende kenniseconomie van de wereld’ moest zijn. Nederland heeft lang niet alle doelstellingen gehaald. Zo zijn de investeringen in onderzoek en ontwikkeling gedaald, vergeleken met het Bruto Binnenlands Product: van 1,8 naar 1,7 procent. Dat komt niet in de buurt van de drie procent van de Lissabon-doelstellingen. Ook werd pas in 2006 bepaald dat dit streven neerkwam op één procent publiek en twee procent privaat.
Veel doelstellingen zijn echter niet concreet genoeg om achteraf te bepalen of Nederland ze heeft gehaald of niet. Zo moesten de landen ‘beter anticiperen op de behoeften aan vaardigheden, de tekorten op de arbeidsmarkt en de knelpunten’. Bovendien had de strategie op veel terreinen weinig invloed op het lopende beleid.
Peer pressure
Volgend jaar gaan de lidstaten praten over een voortzetting van de Lissabon-strategie. De Reken-kamer raadt aan om de strategie te verbeteren en concretere doelen na te streven. Het zouden ook best wat minder doelen mogen zijn.
Een goed idee, zegt minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken in een reactie. Als de doelstellingen beter meetbaar zijn, kun je de prestaties van de verschillende landen tegen elkaar afzetten, wat volgens haar “bijdraagt aan ‘peer pressure’ binnen de strategie”.
Maar de minister ontkent dat de Kamer onvoldoende geïnformeerd is. Het korte document dat de leden kregen, is volgens haar overzichtelijker dan een volledi-ge, gedetailleerde verantwoording zou zijn. Voor dat laatste kunnen de parlementariërs bovendien in de rijksbegroting kijken. (HOP)/. |