1 oktober 2009 -
De missie van de Chandrayaan-1 is niet tevergeefs geweest: hoewel de eerste Indiase satelliet in augustus al na tien maanden de geest gaf, leidden metingen van de ruimtesonde vorige week tot de vaststelling dat er water op de maan is - tot veler verbazing. Ook de betrokken onderzoekers waren verrast, maar meetgegevens van twee eerdere NASA-missies (de Cassini en Deep Impact, die langs de maan kwamen op weg naar respectievelijk Saturnus en de komeet Hartley 2) bleken hun ontdekking te bevestigen. De drie betrokken onderzoeksgroepen publiceerden deze resultaten vorige week online op ScienceExpress.
De Indiase satelliet vond geen meren of rivieren, maar water verstopt in mineralen op het oppervlak van de maan. Het water is vermoedelijk ontstaan doordat waterstofkernen uit de zon -de zogeheten zonnewind- een reactie zijn aangegaan met in de mineralen aanwezige zuurstofatomen. Dit heeft geleid tot een toplaag van enkele millimeters op de maanbodem die naar schatting een half gewichtsprocent aan water bevat.
Als het maanwater gewonnen kan worden, kan het wellicht worden benut als drinkwater of bestanddeel voor raketbrandstof, al zal het om niet meer gaan dan een bekertje water uit een oppervlak ter grootte van een basketbalveld, aldus de onderzoekers. Maar er is nog een potentiële waterbron op de maan: andere missies zijn nog op zoek naar ijs dat zich mogelijk bevindt in kraters op de polen van de maan. Daartoe laat NASA op 9 oktober een ruimtevaartuig op de Zuidpool van de maan botsen, in de hoop hierbij sporen van ijs vrij te maken. (TJ) |