“Als onze straatverlichting op commerciële basis wordt beheerd, bestaat het risico dat dit minder goed gebeurt op plaatsen waar het minder lucratief is”, zegt prof.dr. ir. Ton Backx, decaan van de faculteit Electrical Engineering. “Het beheer kan dus beter in publieke handen blijven.”
Het vervangen van de straatverlichting door leds is volgens hem technisch wel haalbaar. “Leds zijn zuinige lampen die, mits goed gemaakt, een lange levensduur hebben. Ze gaan minimaal drie of vier keer zo lang mee als de huidige spaarlampen. Het vereist wel een enorme investering om het bij alle straatlantaarns in een keer te doen, maar dat zal zich op termijn inderdaad terugbetalen. De grootste barrière is het opschalen van de volumes: de productiefaciliteiten in de wereld zijn niet voldoende om alle lampen in een keer te vervangen.
Er is een uitvoerige discussie gaande over het beoordelen van de kwaliteit van de lampen. De lichtopbrengst wordt momenteel afgemeten aan de hoeveelheid lumen die een lamp uitstraalt. Dat is een subjectieve maat die nog stamt uit de jaren dertig van de vorige eeuw, en die gerelateerd is aan de eigenschappen van de gloeilamp. Spaarlampen en ledlampen zijn heel andere soorten lichtbronnen dan een klassieke gloeilamp. Het is dus tijd om na te denken hoe we de kwaliteiten van deze nieuwe lampen kunnen meten. Er is een nieuwe standaard nodig, gekoppeld aan hoe we het licht waarnemen. Lumen is een eenheid van licht, maar wat we nodig hebben, is een eenheid van zicht.
Als je mensen het licht toont van een gloeilamp, een ledlamp en een spaarlamp, hebben ze vaak een voorkeur voor de ledlamp. Ook als de lichtopbrengst van die lamp op dat moment minder is. Toch wordt de op lumen gebaseerde lichtopbrengst overal breed uitgemeten, net als het vermogen van een lamp. Dat zijn eigenlijk rare maatstaven voor de prestaties van de nieuwe, laagenergetische lampen. Die normen passen niet meer bij de huidige lichtbronnen.
Het ontbreekt aan goede normen en richtlijnen voor de bewaking van de kwaliteit van ledlampen. Dat kan leiden tot slechte producten. Wanneer die op de markt komen, kunnen consumenten een afkeer van het product krijgen. Dat moeten we voorkomen. We moeten nadenken over goede kwaliteitsmaatstaven voor ledlampen, die op een betrouwbare wijze zijn te controleren. Ik denk dat het lichtinstituut van Eindhoven hierin een belangrijke functie kan vervullen.”
|