spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
“Een academische carrière is lastig”
4 maart 2010 - Van student tot hoogleraar. Dat is het pad dat prof.dr.ir. Martin de Wit de afgelopen veertig jaar heeft bewandeld aan de TU/e. Geen uitgestippelde route, maar eerder een opeenvolging van gebeurtenissen. Vrijdag 5 maart gaat een van de ankers van de faculteit Bouwkunde met pensioen. “Het afscheid zal geen radicale breuk zijn.”
Kom er tegenwoordig maar eens om. Schuttersputjes graven met de ene hand, een studieboek Natuurkunde doorpluizen met de andere hand. Een beetje kort door de bocht, maar zo vervulde Martin de Wit zijn dienstplicht. Zijn overste gaf hem ‘avondpermissie’ om zijn studie te volgen. Voor hem ging de kazernepoort niet om tien uur ‘s avonds op slot, maar pas om middernacht. “Mijn maten op de slaapzaal werden telkens wakker van me. Ze hebben me daarvoor wel eens in de wasbak proberen te gooien, maar ik heb ze met een schop van me afgehouden. Ik was destijds een driftig mannetje. Maakte lange dagen en korte nachten. Dat werkritme heb ik mijn hele leven volgehouden. Ik slaap nog steeds weinig.”

De route naar de TU/e -destijds nog een technische hogeschool- voerde De Wit langs de mulo, de avond-hbs en de bedrijfsschool van Philips (radiotechniek). Een ‘self made man’ wil hij zich niet noemen. “Ach, dat was eind jaren zestig heel gewoon. De avondklassen hbs zaten altijd vol. Ik weet niet of dat nu nog zou lukken.”

In 1971 studeert De Wit af op Natuurkunde, krijgt subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek en promoveert vier jaar later met een onderzoek naar gaskinetica aan de faculteit Technische Natuurkunde. “Dat proefschrift was erg theoretisch, maar dat was voor mij toen de opvatting over wetenschap. Je deed onderzoek om iets te wéten, niet om te gebruiken.”

Maar met zuiver onderzoek viel geen boterham te verdienen. “Het was geen makkelijke tijd. Ik was dertig jaar, vol ambities, alleen was er geen werk. Zeker niet voor dat soort specialisme. Gelukkig wilde de faculteit Bouwkunde meer weten over zonne-energie en vroegen ze mij daarvoor.” Het tijdelijke contract van een half jaar werd verlengd, en verlengd. Tot na vijf jaar een vaste aanstelling volgde. Terugkijkend op die periode, valt er weinig carrièreplanning te ontdekken. “De dingen rolden haast vanzelf in elkaar over. Een academische carrière is lastig”, zegt hij met enige zelfspot.

De Wit ontwikkelde zich tot een deskundige op het gebied van warmte, vocht en wind. Modelleren en het ontwikkelen van gereedschap voor simulatie van warmte en vochttransport in gebouwen heeft zijn speciale belangstelling. Het pad van de zuivere wetenschap is meer en meer verruild voor maatschappelijk relevant onderzoek. “Binnen Bouwkunde werken we met meerdere disciplines samen. Dat is erg prettig. Je hebt ook het gevoel dat je bijdraagt aan een betere toekomst. Er is erkenning voor wat je doet. Maar de student die we opleiden, is onze belangrijkste bijdrage aan een duurzame wereld.”

Zijn eigen huis dan? Zit dat vol met technologische snufjes? “Ik heb van mijn vak nooit een hobby gemaakt”, klinkt het afwerend. Maar dat lijkt een beetje bezijden de waarheid. De directe collega’s om hem heen zuchten bewonderend als zijn boerderij in Leenderstrijp ter sprake komt. De bouwfysicus relativeert: “Ach, ik ben beetje een knutselaar. Ik woon heel eenvoudig. In 1974 kocht ik een hut van driehonderd jaar oud. Die heb ik zelf verbouwd en geïsoleerd. Dat was in die tijd bijzonder. Eerst met materiaal van drie centimeter dikte, later stukken van vier en zelfs zes centimeter. Een goed voorbeeld hoe de opvattingen over bouwen door de jaren zijn veranderd. Eigenlijk is mijn boerderij een stukje bouwgeschiedenis in het klein.”

Het officiële afscheid van de TU/e betekent geen radicale breuk voor de 65-jarige hoogleraar. Hij begeleidt nog vijf promovendi en komt voorlopig nog een dag per week naar de universiteit voor projecten die nog moeten starten. “Maar ik ga me niet opdringen”, om de schijn van een oude bemoeial tegen te gaan. De vrijgekomen tijd wil hij misschien gaan besteden aan wat klussen in en rond het huis. Maar vooral veel tuinieren in zijn hof./.

Morgen, vrijdag 5 maart, wordt De Wit uitgezwaaid met een klein symposium ‘Bouwfysica, toen en nu’ en een afscheidscollege van de nestor zelf.
Interview/Prof.dr.ir. Martin de Wit door Frits van Otterdijk
Foto/Bart van Overbeeke