spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Zelf muziek schrijven is soms een kwestie van armen amputeren

Freek Fennis, Paul Miggiels, Bart van Oorschot en Arne de Roest.
1 april 2010 - “Zoek maar gewoon naar de knapste mannen in het Auditorium”, is het antwoord op de vraag waar we elkaar precies zullen treffen voor dit interview. Aan zelfvertrouwen geen gebrek bij de bandleden van HumanRace. Hoewel ze hun muziek zelf als ‘moeilijk’ omschrijven, wonnen ze de publieksprijs tijdens de voorronde van de TU/e-bandwedstrijd De Kleine Prijs van Nederland.

Ze spelen pas sinds november in de huidige bezetting: Bart van Oorschot (ID-student, zang, gitaar, piano), Arne de Roest (W-student, bas), Freek Fennis (W-student, gitaar) en nieuwste aanwinst Paul Miggiels (W-student, drum). In 2007 begon de band als coverband, maar na een jaar stapte HumanRace over op eigen nummers. Bart: “Dat was echt een verademing. Het is zoveel interessanter om met eigen muziek bezig te zijn. Je kunt veel beter de sfeer neerzetten die je voor ogen hebt.” Paul: “Het is wel makkelijker om als coverband leuk gevonden te worden. Het publiek herkent de nummers en doet vanzelf mee. Bij eigen nummers is het de uitdaging om de muziek zo te schrijven dat mensen het gaaf vinden om naar te luisteren en toch volledig je eigen ding te doen.”

De bandleden zijn zich ervan bewust dat dat niet eenvoudig is. “Het is duidelijk dat we geen makkelijke muziek maken. Commentaar van ons publiek is vaak dat het de tweede keer leuker is om naar te luisteren dan de eerste keer”, aldus Arne. “We hebben eigenlijk geen nummers met coupletten en refreinen. Het is eerder één grote reis.” Ze omschrijven hun stijl als ‘progressieve rock, muzikaal uitdagend’. Paul: “Het laatste nummer dat we speelden bij de voorronde, Wanderlust, was als afsluiter eigenlijk te moeilijk voor het publiek door de vele maatwisselingen en verschillende stukjes. Als je op een gegeven moment zover bent dat mensen echt voor jou naar een optreden komen, dan kun je bijna alles maken. Maar als je nog bekendheid moet krijgen, dan moet het iets makkelijker zijn om naar te luisteren.” Dat ze toch de publieksprijs wonnen op 18 maart in het Gaslab komt dan ook niet in de laatste plaats doordat ze heel veel vrienden hadden opgetrommeld die de decibelmeter naar een winnende score schreeuwden.

Het maken van je eigen muziek is soms een pijnlijk proces. Freek, die voor elk nummer van alle partijen (bas, gitaar, zang, drum) de eerste opzet maakt in Guitar Pro, ziet vaak hoe er door de rest van de band aan zijn compositie wordt gesleuteld. Vorige week nog werd er tijdens de repetitie een stuk uit een nummer gehaald. Paul: “Het stuk ging van rechttoe rechtaan in één keer naar een ‘blues-like swing’. De discussie was: past het? Het was drie tegen één. En dat is moeilijk, want het is toch Freek zijn geesteskind.” Freek, die er inmiddels weer om kan lachen, vult aan: “En daar is nu een arm van geamputeerd. Hoe zou jij dat vinden? De arm ligt overigens in de vriezer, want misschien dat we dat stuk nog ergens anders voor kunnen gebruiken.”

De vier bandleden hebben -behalve hun muzikale rol- volgens Bart ieder hun eigen bijdrage aan de groep. “Arne is de regelneef, onze pr-man, en hij zorgt voor genoeg cynisme in de groep. Hij is ook streng” -Arne onderbreekt: “en zelden rechtvaardig”- “en hij heeft een vriend met een bus waarmee we de spullen kunnen vervoeren. Freek is het genie, hij componeert onze nummers. Ik ben de dromer en Paul is het rock-’n-roll-monster/mooi-boy/ladies guy.”

Wat vinden ze zelf eigenlijk mooi? Freek: “Ik vind muziek mooi als je meegesleurd wordt, als je dat voor elkaar krijgt.” Paul noemt Pink Floyd, en de albumnaam ‘A Delicate Sound of Thunder’. “Dat vind ik een prachtig citaat. Iets groots en heftigs, iets relatief zwaars wat je toch op een lichte manier kunt brengen.” Arne blijft bij de martelpraktijken: “Muziek die je bij je ballen grijpt.” “En zo doet”, zo geeft Freek met een resoluut handgebaar een draai aan de imaginaire ballen. “Dan weet je weer dat je leeft.”/.

Op 27 mei is de finale van de Kleine Prijs van Nederland. De vier publieks- en juryfavorieten zullen dan samen met één wild card-winnaar strijden om de eerste plaats. HumanRace beluisteren? Ga naar www.myspace.com/humanrace.

Interview/HumanRace door Sjoukje Kastelein
Foto/Paul Vermeulen