spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB


Columnist:
Pieter Mooren

Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
En hoe is het in Ulsan?
22 april 2010 - Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere week over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

Omdat onze mooie wereld meer te bieden heeft dan alleen Eindhoven, hebben wij besloten ons geluk te zoeken in Zuid-Korea. We zijn terecht gekomen in Ulsan, een zuidelijk gelegen stad met 1,3 miljoen inwoners. Hier werken we alweer bijna twee maanden aan de Ulsan National Institute for Science and Technology (UNIST).

Ulsan is een grote industriële stad die de afgelopen jaren snel is gegroeid door de aanwezigheid van Hyundai en grote scheepsvaart. Grote bedrijven sponsoren UNIST en daarom denken we dat hier veel potentieel is, geld in ieder geval wel. We kunnen ons werk hier prima doen en hebben zelfs de beschikking over meer faciliteiten dan we gewend zijn.

Ook zien we op UNIST hoe groot het verschil tussen Koreaanse en Nederlandse studenten is. Ten eerste kiezen ze hier niet per se wat ze zelf willen studeren, het wordt mede (vooral) bepaald door de ouders. Veel studenten moeten ontzettend hard werken om een studie aan een universiteit vol te kunnen houden, we weten niet of het komt door de inefficiëntie of door het hoge niveau van de studie. Voor ons is het prima te doen. We werken aan een onderzoeksproject voor Samsung over ‘memory colour’ en een project voor de Koreaanse overheid waarin we een nieuwe fiets ontwerpen samen met twee ervaren professoren (ex-Samsung en -Hyundai). Daarnaast assisteren we in lessen over ontwerpen en tekenen, alsof we er zelf veel verstand van hebben...

Omdat Ulsan een relatief nieuwe stad is, zijn hier niet zoveel leuke clubs om naartoe te gaan. Daarvoor moeten we twee tot drie uur reizen naar Busan (of naar Seoul, een aanrader). Er zijn hier wel veel traditioneel Koreaanse bars waar we met onze vrienden in een kamertje aan een tafel zitten en waar tijdens het eten de flessen soju (alcoholische drank gemaakt van rijst, red.) snel tevoorschijn komen. Dan lijken de Koreanen opeens ook een stuk opener en minder serieus in het leven te staan.

Het Koreaanse eten was (en is) soms echt wennen. De mensen houden hier van veel pepers en zeevoer in gerechten en dat zorgt in ons appartementje af en toe voor stevige soundtrack vanuit de badkamer. Op de planning staat het eten van ‘Bul Dak’, het pittigste Koreaanse gerecht dat naar wat we gehoord hebben zelfs Koreanen kan laten huilen. Dit stukje tekst kan dan ook het laatste zijn wat jullie van ons horen.

(cheers), Wouter Aerts & Sander van Berlo, studenten Industrial Design


Wouter (links) en Sander