spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Studenten tonen gevarieerd beeld op licht en techniek

3 juni 2010 - Licht en techniek staan centraal op de Dag van de Kunst van de TU/e, dit jaar op dinsdag 8 juni. Het is de derde editie van de Dag van de Kunst en vanaf het begin heeft de organiserende kunstcommissie er studenten bij betrokken. Zo ook dit jaar, waarbij studenten Industrial Design tijdens een workshop hun visie op licht gaven. De uitwerking hiervan is te zien op een expositie.

“Licht is bevrijding”

Rik van Donselaar is derdejaars ID en doet een dergelijke workshop voor het eerst. “Het is heel leuk en anders dan de normale opdrachten. Vooral in het derde jaar moeten alle keuzes beargumenteerd worden. In deze workshop is het dan heerlijk om gewoon te doen wat je gevoel ingeeft. Hier staat de praktijk voorop en werk je veel meer vanuit je intuïtie. Je leert door dingen te doen; ik weet nu hoe een praktische aanpak een ontwerpproces in een vroeg stadium kan beïnvloeden. Ik kom nu dingen tegen die je mist of te laat ziet als je vooral theoretisch of op papier werkt. Ik geloof dat er in een goed ontwerpproces een goede balans is tussen intuïtie en onderzoek.”

“Licht is voor mij bevrijding. Ik dacht aan ‘Iets in het licht zetten’, ergens een spot op zetten. Dat betekent dat licht in een bepaalde richting gestuurd, dat het uit een bepaalde ruimte bevrijd wordt.” Van Donselaar begon door te experimenteren met een lamp op een stokje, het licht daarvan werd weerkaatst op witte plaatjes. Dat leidde tot een soort ‘doos’ met kleppen waaruit hij het licht ‘bevrijdt’. Dat plan is hij nu aan het uitwerken voor de expositie.

 

Het ‘wow’-effect



Derdejaars Jérôme Maes maakt een schouwspel op muziek met weerballonnen: “Als je het vuur aansteekt in die lantaarns gaan ze omhoog door de verwarmde lucht. Op de maat van de muziek wil ik ballonnen loslaten met variaties in kleuren en aantallen. Als het nummer zijn climax bereikt, geldt dat ook voor de lantaarns. Alles komt in de film, die op de expositie te zien zal zijn.”

Maes geniet zichtbaar als hij vertelt over de workshop: “Ik voel me er echt lekker bij. Dat vind ik heel belangrijk bij design en dat zit hier genoeg in. Meestal ligt de nadruk op het technische aspect van een product dat je maakt, hier ligt de nadruk op het kunstzinnige. In mijn ontwerpen besteed ik liever aandacht aan het mooie of leuke dan aan het functionele. Bij mij is het ‘wow’-effect, een eerste indruk die verbazing en

verwondering oproept, belangrijker dan wat het kan. Het is ook stimulerend dat het resultaat op een expositie komt, dan gaat het ergens om.”

 

Natuurlijk mechanisme



Ook tweedejaars studente Aylin Groenewoud doet voor de eerste keer mee en het is even wennen: “Het duurde niet lang voor ik op gang kwam. Je bent hier erg vrij, er is geen vast proces of programma. Je kijkt nu naar meer mogelijkheden en je wordt gestimuleerd om gemotiveerd te blijven.”

Voor het thema keek ze hoe licht vroeger was en hoe het nu is, zoals ze vaker contrasten opzoekt. Groenewoud: “Licht is onderdeel van een complex biologisch systeem. Maar in onze moderne maatschappij is de zon een tl-buis geworden en zijn we bijna vervreemd van de natuur. Ik probeer een natuurlijk mechanisme terug te brengen in het ontwerp, om mensen ervan bewust te maken dat het ook anders kan.”

Bij haar research zag ze daar ook een mogelijkheid voor: neem een aantal citroenen, twee stukjes metaal (koper en zink) en een elektriciteitsdraad en je kunt een stroomkring maken. Dat combineert ze met ledlampjes en dat idee komt terug in haar ontwerp. “Wat ik uiteindelijk ga maken, is een verrassing, maar het zal ongetwijfeld uit contrasten bestaan”, zo verzekert ze.

 

De TU/e als kerk van wijsheid en rede



Tweedejaars Industrial Design Luuk Schipperheyn doet voor het eerst mee aan deze workshop. Schipperheyn: “Je krijgt een idee en dat voer je uit. Ik vind dat plezierig, andere opdrachten bij ID zijn veel theoretischer. Maar op een universitaire opleiding moet je ook leren om dingen te verantwoorden en uit te leggen, alleen ik ben soms meer bezig met die verantwoording dan met ontwerpen. Intuïtief weet je dat je de beste ontwerpbeslissing hebt genomen, maar dat kan ik niet altijd goed uitleggen. Het is soms zonde van mijn tijd om met die uitleg bezig te zijn, terwijl ik intuïtief al weet dat het de goede beslissing is.”

Het Griekse woord òp w (uitgesproken: ‘horao’) betekent zowel ‘zien’ als ‘weten’, van daaruit komt Schipperheyn tot licht als bron van ‘wijsheid’ en ‘kennis’. En de TU/e is een kerk van wijsheid en rede. Hij is veel bezig met geluid en elektronische muziek, dat hij hiermee combineert.

Schipperheyn: “Ik wil de kennis van de TU/e verwerken in een beeld. Ik ga een lezing opnemen en bewerken in een interactief beeld van een hoofd. Hoe dichter je daarbij komt, des te beter en vollediger hoor je de tekst die uit het beeld komt. In dat hoofd, met holle ogen en een open schedelpan, zet ik een lichtbron die de verlichte geest symboliseert.”

 

“Het lijkt me spannend om anti-licht te maken”



Bram van der Putten, eerstejaars ID, doet met wisselende gevoelens mee aan zijn eerste kunstzinnige assignment: ”Ik was in het begin erg aan het zoeken, dacht soms ‘Waar ben ik nu weer terechtgekomen?’ Normaal zoek je de beste oplossing voor een probleem en maak je daar een product van, nu gaat het meer om reflectie, een mooie filosofie en het goede idee. Het is heel leuk om eens iets te maken waarin je helemaal vrij bent.”

Hij verdiepte zich eerst in de natuurkunde: ‘Wat is licht, wat doet het?’ Van der Putten: “Licht heeft eigenschappen van een golf, net als geluid. Nu bestaat er anti-geluid, maar heb je dan ook anti-licht? Het lijkt mij spannend om anti-licht te maken.”

Hij werkt aan een soort grote ‘kijkdoos’ met een ‘projectiescherm’ van rijstpapier erin. Daar wordt een driehoek voor geplaatst met een spot erachter. Van der Putten: “Normaal moet je dan een schaduw van de driehoek zien, maar in dit geval wordt de schaduw van de driehoek licht en de omgeving eromheen juist donker. Ik ben erover aan het denken om het ook nog te laten bewegen, terwijl het blijft werken.”

 

“Zonder ogen geen licht”



Attalan Mailvaganam is tweedejaars Industrial Design. Licht associeert hij allereerst met ogen: “Want: zonder ogen geen licht. Ik dacht vervolgens aan allerlei trucjes die gebruikt worden om onze ogen te misleiden.”

Hij begon met licht en schaduw te experimenteren: een kubus, een spotje en kleurenfilters. Toen hij goed keek, zag hij rode en blauwe en kleureffecten op een witte achtergrond als hij gewoon licht met een rode filter op de kubus richtte. Dat zette hem op het spoor van de 3D-bril, gecombineerd met 3D-voorwerpen. Een print van een wereldbol op een kubus die hij met een 3D-bril bekeek, gaf al een goed 3D-beeld. Voor de tentoonstelling maakt hij een kleine installatie met verschillende vlakken, waarbij hij ook tekst gebruikt die je met een 3D-bril moet bekijken.

 

“Het zoeken zelf is belangrijk”


Frans Franssen
Foto: Bart van Overbeeke


Voor het derde jaar begeleidt Frans Franssen ID-studenten bij de workshop ‘Panamarenko’. De workshop ontstond na een vraag van de Kunstcommissie in 2008, die studenten wilde betrekken bij de Dag van de Kunst, die over Panamarenko ging. Het verzoek sloot perfect aan bij een pilot die Franssen net afgesloten had. Maar wat maakt die workshop zo speciaal?

Franssen: “De vrijheid. Alles mag, maar zonder vrijblijvend te worden. De studenten kunnen stilstaan bij dingen waar ze normaal geen tijd voor hebben. Dat maakt deze workshop heel verschillend, spannend en onvoorspelbaar.

Veel ID-opdrachten zijn rationeler en systematischer van opzet; de onderwerpen staan vast en de werkwijze ook met analyse, conclusie, het prototype maken, soms met een gebruikersonderzoek. In deze workshop begin ik vaak met een vraag naar hun passie en fascinatie. Naar aanleiding daarvan gaan we aan de slag: om ideeën op te doen of als verdieping kijken we een film, nodigen sprekers uit of bezoeken we een tentoonstelling. Dat werkt goed, wekt enthousiasme op, al moeten sommigen er in het begin aan wennen om een avontuur aan te gaan waarvan de uitkomst onduidelijk is.”

Franssen geeft ook de vergelijkbare workshop TAB, Taal, Ambacht, Beeld. Die kent een zelfde opzet, maar legt minder nadruk op techniek. Hier zijn studenten in principe dus nog vrijer in wat ze doen en hoe. TAB wordt soms gekoppeld aan een thema, zoals dit jaar naar aanleiding van de ‘Doe de Dommel’-dag op 4 juli.

Dat de workshop echt overal toe kan leiden, blijkt uit een voorbeeld. Franssen: “We hebben vaak discussies over de rol van taal en denken in het ontwerpproces, maar ook in iemands leven en functioneren in het algemeen. Een van de studenten gaf zichzelf de onmogelijke opdracht om twee uur niet te denken. Het leidde tot hernieuwde aandacht voor de rijkdom van de alledaagse dingen, wat weer resulteerde in een intrigerend fotoboek. Dat soort dingen, vormen van deconditionering, zijn belangrijk voor studenten, in combinatie met de reflectie op wat ze doen.”

Bij ‘Panamarenko’ komt de vraag ‘hoe verhoud je je tot techniek?’ altijd terug, ook in het ontwerp en dat leidde twee jaar geleden tot het maken van ‘Celebration Machines’, in de tijd van overvloed aan feestdagen. Dat gaf studenten veel ruimte, maar gaat tegelijkertijd over -zelf bedachte- techniek. Maar ook film of een installatie hoort tot de mogelijkheden. Franssen: “In ‘Panamarenko’ is kunst vaak de input, maar ze worden geen kunstenaar. Het gaat vooral om kijken en ontdekken en ook afleren. Vergelijk het met een reis naar, zeg Sicilië: je kunt je daar helemaal op focussen, fixeren en vervolgens als het ware niets anders meer zien; maar je kunt ook je ogen openhouden voor wat je tegenkomt op weg er naartoe. Het zoeken zelf is belangrijk.”/.

 

De Dag van de Kunst 2010


Foto: Bart van Overbeeke


De Dag van de Kunst 2010 gaat over het nieuwe kunstwerk dat voor de nieuwe W-hal is ontwikkeld. Het afgelopen half jaar is een competitie gehouden tussen vier kunstenaars, die allen op verschillende manieren met licht werken: Edwin van der Heide, Germaine Kruip, Daan Roosegaarde en Joost van Santen. De schetsvoorstellen zijn allen te zien op de expositie, met speciale aandacht voor die van de winnaar: Germaine Kruip. Haar ontwerp betreft een assenstelsel met spiegels die een van de daken van de W-hal vervangt. Voor de Dag van de Kunst verschijnt ook een boek over de competitie met een beschrijving van de kunstenaars, hun werk en hun schetsvoorstel. Ook de resultaten van de studentenworkshops zijn te zien op de expositie, die loopt van 8 tot en met 29 juni in gebouw Vertigo.

Dag van de Kunst/Gerard Verhoogt