spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
“Noodhulp ligt me omdat je snel resultaat ziet”
10 juni 2010 - Peter Krouwel is weer terug in Cambodja, maar we kwamen hem op het spoor toen hij noodhulp verleende in het door een aardbeving verwoeste Haïti. Hij is aan de TU/e opgeleid als ontwikkelingsingenieur, maar besloot zijn kennis aan te wenden in de noodhulp. Zijn werkgever Unicef kan hem als supply manager naar alle rampgebieden ter wereld sturen waar hij wat kan betekenen.
“Waarom zou ik mijn capaciteiten in Nederland aanwenden om een nieuw koffiezetapparaat of betere gloeilampen te ontwikkelen terwijl er in de wereld nog zoveel hulp nodig is?” Die vraag stelde Peter Krouwel zich nadat hij zijn propedeuse gehaald had bij de faculteit Werktuigbouwkunde. Hij stapte over naar Techniek en Maatschappij (TeMa) en koos voor de richting Internationale Technologische Ontwikkelingskunde. Hij ging een paar maanden naar Rwanda voor een haalbaarheidsstudie voor een spijkerfabriek. Voor zijn afstuderen (1994) keerde hij terug naar het Afrikaanse land dat toen al in een burgeroorlog zat. “Ik zag dat er andere noden waren dan spijkers, hoewel je de relevantie van zo’n fabriek niet moet onderschatten. Na mijn afstuderen ben ik bij Artsen Zonder Grenzen gaan werken in buurland Zaïre waar de vluchtelingen terechtkwamen. Toen maakte ik de stap van ontwikkelingssamenwerking naar noodhulp. Dat ligt me ook beter omdat je sneller resultaat ziet.”

Zijn laatste noodhulp verleende hij in Haïti. De aardbeving van januari 2010 maakte een miljoen mensen dakloos en twee miljoen mensen hulpbehoevend. Krouwel werd opgeroepen om vanuit zijn standplaats Cambodja als Unicef supply manager bij te springen. “Ik was verantwoordelijk voor de bevoorrading van de hulpgoederen. Het vliegveld in Port au Prince is maar klein en de haven was beschadigd. Daarom zat ik in Santo Domingo in buurland Dominicaanse Republiek om alle vracht te ontvangen en door te sluizen.” In vijf weken stuurde hij honderddertig vrachtwagenladingen met tenten, jerrycans, waterpompen, sanitatiespullen, medicijnen, schoolspullen en wat er nog meer te gebruiken is in een rampgebied. Vijftienhonderd ton aan goederen kwam binnen in scheepscontainers en vliegtuigen. “Iedere dag landden twee kleinere ladingen en twee keer in de week een Boeing 747 vrachtvliegtuig.”

Unicef had al een kantoor in Haïti met dertig tot veertig medewerkers. Dit aantal werd na de aardbeving verachtvoudigd. “Voor al dat personeel moesten er kantoorruimte, slaapmogelijkheden, generatoren, auto’s en it-apparatuur komen.” Na vijf weken, toen er ook meer goederen rechtstreeks in Haïti bezorgd konden worden, is Krouwel vervangen door iemand die langer kan blijven. In Cambodja lag genoeg werk op hem te wachten.

Cambodja is zijn vijfde standplaats als Unicef-medewerker. Hiervoor werkte hij in Kenia, Ethiopië, Haïti en Somalië. Voor Artsen Zonder Grenzen is hij wel twintig maal uitgezonden. “Hongersnoden, burgeroorlogen, overstromingen, uiteindelijk gaat het niet om het soort ramp. Overal tref je soortgelijke noden, zoals ondervoeding en epidemieën. Mij gaat het om het gelijkheidsprincipe, liefst zie ik de oneerlijke verdeling in de wereld opgelost.”

Dat dat zestien jaar na zijn afstuderen aan de TU/e nog niet gelukt is, stemt hem niet moedeloos. “Ik zit niet snel bij de pakken neer. Ik ben wel enkele malen zeer teleurgesteld. Op mijn eerste missie voor Artsen Zonder Grenzen ben ik in Zaïre gegijzeld geweest. Notabene door vluchtelingen die ik als 25-jarige probeerde te helpen. Ze wilden méér hulp.”

En toen Krouwel in 1998 in Zuid-Soedan een project opzette voor ondervoede kinderen kwam een andere deceptie. Na drie weken hard werken kwam het voedsel in het dorp en begonnen de inspanningen vruchten af te werpen. “Toen kwam er een rebellenleger langs dat het dorp overviel en de voedingcentra platbrandde. Alles leek voor niets geweest.” Met zo’n loopbaan leer je wel relativeren. Wanneer hij een enkele maal nieuws over Nederland leest, kan hem dat nauwelijks boeien. “Neem nou zo’n Partij voor de Dieren. Dat kun je toch niet serieus nemen?” Hij vraagt zich af hoe de westerse maatschappij zich kan bekommeren om huisdieren met obesitas terwijl er elders in de wereld kinderen omkomen van honger en diaree. Wat dat betreft heeft Krouwel nog wel een boodschap voor de TU/e. “Let bij het ontwikkelen van technologie niet alleen op duurzaamheid. Vergeet het gelijkheidsprincipe niet.”/.
Interview Peter Krouwel/ Norbine Schalij
Foto/Bart van Overbeeke