De bonden willen dat het universiteitspersoneel op zijn minst koopkracht behoudt en eisen daarom een loonsverbetering van 1,25 procent. Ook willen ze garanties voor werkzekerheid en vragen ze extra inzet van de universiteiten om werkgelegenheid te scheppen voor groepen met achterstand op de arbeidsmarkt.
De VSNU houdt echter op alle punten vast aan de nullijn en wil de huidige cao met één jaar verlengen. De universiteiten verwachten namelijk grote bezuinigingen op het wetenschappelijk onderwijs. Een stijging van de lonen zou volgens hen zorgen voor (verdere) financiële problemen.
De werknemersorganisaties noemen de argumenten van de VSNU ‘kortzichtig en onterecht’. De loonsverbeteringen zijn bescheiden, aldus de bonden. Ze zijn gericht op behoud van koopkracht en stroken met de cao’s zoals die recent zijn overeengekomen met gemeenten en waterschappen.
De houding van de VSNU is voor de bonden aanleiding om niet alleen het cao-overleg, maar ook de lokale overleggen binnen de universiteiten te staken. De werknemersorganisaties beraden zich op acties bij de universiteiten. “Wij zullen ons in eerste instantie richten op de opening van het academisch jaar in september. Dat is bij uitstek de gelegenheid om onze eisen onder de aandacht te brengen”, aldus Abvakabo-bestuurder Marieke van den Berg. (FvO)/. |