spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
    Vox
    Ir. Gilles Moerdijk, algemeen stralingsdeskundige, Stralingsbeschermingsdienst TU/e
    Geen Japanse sushi meer door kernreactorramp Fukushima?
    Na een aardbeving en tsunami werd Japan geconfronteerd met de ramp rond de kernreactor in Fukushima. Een dreigende melt-down, vrijgekomen radioactieve stoom, pieken en dalen in de gemeten stralingsniveaus rond de kerncentrale. De Japanse overheid verkondigt herhaaldelijk dat de gevaren voor volksgezondheid en milieu minimaal zijn. Maar nu moeten inwoners rond Fukushima drinkwater, melk en spinazie laten staan vanwege een te hoog stralingsniveau. Hoe gevaarlijk is de situatie rond Fukushima nu werkelijk, en wat heeft een dergelijke ramp voor lange-termijn effecten? Moeten de Japanners hun sushi vaarwel zeggen?

    “De instabiele situatie rondom Fukushima I zorgde voor een van dag tot dag variërend beeld. Dat werd veroorzaakt door de koelingsproblemen van de reactor. Vooral door defecte koelapparatuur en pompen, mogelijk ook door een lek van het koelwater, dat is nog steeds onduidelijk. De situatie lijkt nu enigszins stabiel, een groot geluk is dat de stroomvoorziening rond de centrale weer werkt”, zegt TU/e-stralingsdeskundige ir. Gilles Moerdijk. “In de buurt van de reactor zijn echter zeer forse stralingsniveaus gemeten en het is de vraag of de hulpverleners niet aan een veel hoger stralingsniveau zijn blootgesteld dan volgens de noodscenario’s was voorzien. In eerste instantie leidt zo’n hoge dosis tot een verstoord bloedbeeld, op lange termijn tot een verhoogde kans op bepaalde types kanker.”

    “De Fukushima-ramp is minder ernstig dan Tsjernobyl. Daar was sprake van een ‘hete’ explosie, waardoor radioactief materiaal hoog in de atmosfeer terecht kwam en ver verspreid werd. In Fukushima is tot nog toe veel minder kernmateriaal vrijgekomen, en is het besmettingsgebied veel kleiner. De 20 km evacuatie-zone is daarom zeer reëel. Daarbuiten zijn de stralingsniveaus zoveel lager dat er ook rekening gehouden kan worden met economische belangen en menselijke emoties.“

    “Een wolk met vrijgekomen radioactief materiaal valt uiteindelijk ergens neer. Daarom zijn er hoofdzakelijk twee manieren waarop je na een kernreactorramp in aanraking komt met radioactiviteit. Direct, door regen, sneeuw en bodemcontact, of indirect, doordat de radioactieve deeltjes door de bodem worden opgenomen en je via de voedselketen bereiken. Door de aflandige wind is er waarschijnlijk veel radioactiviteit op zee neergeslagen. Natuurlijk verdunt de concentratie zo aanzienlijk, maar kan zich in de voedselketen ook weer opstapelen. In Japan worden veel zeevruchten en vis gegeten, die hoog in de voedselketen staan. Nu, maar juist ook over een langere periode, zijn gedegen metingen dus noodzakelijk. De huidige verhoogde radioactiviteit in drinkwater en signaalgroentes zoals spinazie, wordt hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt door radioactieve jodium-isotopen. Die hebben een korte halveringstijd van een week, wat de lange-termijn blootstelling wellicht kan beperken.“

    “Wanneer de situatie in de reactoren geheel stabiel is, moet men meten, meten, en nog eens meten. Dat is echt heel belangrijk. Want de huidige getallen zijn te onzeker om langetermijneffecten te bepalen. Door de meetwaardes openbaar te maken en goed te communiceren kunnen dan de juiste maatregelen genomen worden. Maar ik verwacht toch zeker dat een gebied van zo’n tien kilomter nog wel honderd jaar onbewoonbaar is.” (NT)


    Ir. Gilles Moerdijk. Foto | Bart van Overbeeke