Het decor is het bergachtige Ozarkgebied in zuid-Missouri in de Verenigde Staten. Dit ontoegankelijk gebied wordt bewoond door stugge mensen. Bijna gedegenereerd door het lange misbruik van goedkope alcohol en zelfgemaakte drugs (chrystal meth, een armeluiscocaïne die met spullen uit het keukenkastje gemaakt kan worden). De armoede is alom: zelfgebouwde huizen op rommelige stukken grond, het neerschieten van eekhoorns voor het avondmaal, de diepe groeven in de gezichten. Buitenstaanders bekijken ze met argwaan, bekenden ook. Fysiek geweld is vanzelfsprekend in een wereld waar dreiging de norm is.
De hoofdpersoon van ‘Winter’s Bone’ is de zeventienjarige Ree Dolly, die bij haar broertje en labiele moeder woont. Ze leven van afgeschoten bosdieren of wat een aardige buur geeft. Vader Jessup is veroordeeld voor het maken van drugs en heeft hun huis gebruikt om de borgtocht te betalen. Komt hij niet op de rechtszitting, dan wordt de woning verkocht.
De film betreft Ree’s zoektocht naar Jessup via de bewoners van het Ozarkgebied. De familiebanden mogen dan wijdverbreid zijn, het biedt geen garantie voor hulp. Iedereen leeft op en voor zichzelf, vragen stellen ze niet op prijs. Geweld tegen familieleden is geen probleem. Steun krijgt ze alleen van oom Teardrop.
Shot uit Winter’s Bone.
Dit soort films doet onmiddellijk denken klassiekers als ‘Deliverance’, waarin vier stedelingen proberen te overleven in de natuur na een rampzalig weekendje raften. ‘Winter’s Bone’ daartegenover beschrijft de bergbewoners juist van binnenuit. Voor de film kreeg Granik hulp van Daniel Woodrell, die de oorspronkelijke roman schreef. Hij hielp met het zoeken naar de juiste locaties en mensen. Granik in Filmblog: “Onze crew bestond voornamelijk uit mensen die in New York leven en dat maakte de culturele verschillen groot. We komen niet alleen uit een ander gedeelte van het land, we zijn ook nog eens stadsmensen. …. Ook een gevoel van wederzijdse nieuwsgierigheid speelde een rol. De mensen waren nieuwsgierig naar het accent van de Schotse cameraman en wilden weten waarom ik in het zwart gekleed was. Bij een van de vrouwen checkte ik of de scènes realistisch waren en of het taalgebruik wel klopte.” (GV)
Zwarte Doos, 14, 19, 20 april, 20.00 uur.
|