spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

Cursor zegt: dag!
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

    Norbine Schalij
    Voor een interview ben ik op pad met fotograaf Rien Meulman. In Ammerzoden spreken we Joris Penders. In een hippe lichtgewicht rolstoel studeert hij voor het vak Organisatie en strategie van Technische Bedrijfskunde. Een ruggenmerginfarct wilde een jaar geleden het leven van de student op zijn kop zetten. Maar dat is niet gelukt. Joris Penders is niet klein te krijgen. Een portret van een doorzetter op onze achterpagina.
    Joris Penders | “Ik ben vooral student”
    30 juni 2011 - In Ammerzoden woont Joris Penders. Een 21-jarige Technische Bedrijfskundestudent die van muziek en sport houdt, veel vrienden heeft en zijn tentamens probeert te halen met goede cijfers. Een heel gewone student. Maar wel een die zich moet voortbewegen in een rolstoel. Een ruggenmerginfarct veroorzaakte een spontane dwarslaesie. Toch blijft Joris positief: “Ik zie de mogelijkheden en niet de onmogelijkheden.”

    Laatste weekend van januari 2010. Tweedejaars student Joris Penders is thuis bij zijn ouders omdat de tentamenperiode net achter de rug is. Hij voelt zich wat ziek en heeft een tintelend been. Als hij maandagochtend opstaat om naar de huisarts te gaan, weigert één been dienst. In de badkamer gaat hij volledig onderuit. In no time ligt hij in het ziekenhuis onder een mri-scan en hangen neurologen rond zijn bed. Binnen 24 uur is Joris verlamd tot aan zijn navel. “Achteraf bleek de oorzaak een bloeding in het ruggenmerg en heb ik daardoor een dwarslaesie. Ik heb geen gevoel meer in mijn benen en kan ze niet aansturen.”

    Sindsdien bestaat zijn leven uit nu en vroeger. Met de stellige mededeling dat er niet zoveel veranderd is. “Natuurlijk, ik heb nu een rolstoel nodig om me te verplaatsen. Maar de rode draad van mijn leven kan ik goed aanhouden. Ik heb dezelfde vrienden, doe dezelfde studie, hobby’s en interesses blijven hetzelfde en mijn ambities blijven overeind staan.” Gisteravond is hij met zijn aangepaste Renault Twingo nog naar een pokeravond geweest, kwam om half twee ’s nachts thuis en besefte dat het toch wel veel op vroeger leek. En als hij een biertje wil pakken, maakt hij van zijn rolstoel een handbike en koppelt het derde wiel in het café af alsof hij een paraplu dichtklapt en wegzet. En worden het een paar biertjes teveel, dan gebruikt hij op de terugweg de elektrische aandrijving. Joris redt zich wel.

    Hij woont nu in een prachtig eigen optrekje in het dorp Ammerzoden. Een soort aanleunwoning bij zijn ouders, gemaakt door de garage uit te bouwen. In zijn rolstoel vliegt hij heen en weer. Joris’ beweeglijkheid valt op. We zien het en we horen het: “Laatst had ik mijn banden opgepompt. Normaal weet ik precies met welke zet ik van het aanrecht bij de bank kom. Maar nu had ik minder weerstand en vloog ik over de salontafel. Daar zie ik de humor wel van in.” Op de vraag of hij zich drukt maakt over de bezuinigingen op het persoonsgebonden budget, veert hij bijna verontwaardigd op. “Daar heb ik helemaal niks mee te maken. Ik heb geen zorg nodig, ik ben helemaal zelfstandig.”

    De manier waarop hij zijn leven weer oppakt na de dwarslaesie is bewonderenswaardig, maar gezien zijn positieve karakter voorspelbaar. “Ik kan niet tegen negativiteit. Mensen moeten vooral geen meelijden tonen, niet gaan helpen. Mijn rolstoel niet gaan duwen als ik een drempeltje over moet. Vraag na een jaar niet ‘Hoe is het nou?’ met de nadruk op nou. Op een gegeven moment is alles weer normaal. Dan baal je zelfs weer van een slecht cijfer.”

    Sinds begin dit kalenderjaar heeft Joris zijn studie weer geleidelijk opgepakt. Met succes, want hij haalt het ene goede cijfer na het andere. Op zijn weblog, waar hij open schrijft over zijn dwarslaesie maar ook over andere interesses als politiek en muziek, staat onder zijn naam ‘Vooral student’. “Ik heb een jaar lang allerlei stereotypen naar me toe geslingerd gekregen. Dan ben je een WAjongere, een verse dwarslaesiepatiënt, een gehandicapte. Je krijgt aanbiedingen om op vakantie te gaan met de Zonnebloemboot. Maar ik merk na een jaar dat ik vooral student ben en dat ook kan blijven.”

    Joris is vol lof over de TU/e. Goed rolstoeltoegankelijk en behulpzaam bij het herstarten van de studie. Hij is volgens STU de enige student in een rolstoel. Drie of vier dagen in de week komt hij op de campus. Dat deed hij vroeger niet vaker. Hij maakt en maakte dankbaar gebruik van videocolleges.

    “Ik voel me niet beperkt. Als je handen en je hoofd in orde zijn, kun je met een positieve instelling ontiegelijk ver komen. Ik zie vooral de mogelijkheden en niet de onmogelijkheden. In plaats van met hardlopen daag ik me zelf nu uit met handbiken. Ik kan zo’n veertig minuten rijden met een gemiddelde snelheid van 18 kilometer. Ik wil het skiën weer gaan oppakken. Ik haal mijn voldoening uit verdergaan met waar ik gebleven was.” Het glipt opeens uit zijn mond: “Het is niet elke dag feest, maar een dag of zes in de week wel.”

    Foto | Rien Meulman
    Interview | Norbine Schalij