In die rapportage komt onder andere het voorstel aan bod om de tentamenperiode van het eerste kwartiel in te korten van twee weken naar één week en de interimperiode te verschuiven naar begin juli. Alleen dan zou elke student tijdig op de hoogte zijn van de tentamenresultaten van de bachelorvakken. Dat voorstel heeft het echter niet gehaald bij de opleidingen, aldus de nota, met als gevolg dat straks sommige studenten nog niet alle resultaten ontvangen hebben bij aanvang van de master.
Voorgesteld wordt om studenten wel toe te staan al masteronderwijs te volgen, maar ze nog niet in te schrijven. Dat gebeurt dan pas wanneer zeker is dat ze alle bachelorvakken gehaald hebben. De nakijktermijn van alle bachelortentamens zou moeten worden teruggebracht van vijftien naar tien werkdagen. Voor de interimtentamens zou dat vijf werkdagen moeten worden.
Voor de master zijn twee instroommomenten noodzakelijk: in september en februari. Die momenten dienen studeerbaar te zijn, wat volgens de commissie wil zeggen dat de gekozen opleiding bij voldoende inspanning in twee jaar na de inschrijving af te ronden moet zijn. De Centrale Commissie Kwaliteitszorg Onderwijs (CCKO) van de TU/e gaat controleren of dat ook opgaat voor het instroommoment in februari.
Ook krijgen studenten straks ook een studiepakket met daarin de onderwijseenheden die onderdeel zijn van hun opleiding. Andere eenheden mogen ze niet volgen, waardoor er een nog striktere scheiding komt tussen bachelor- en mastervakken. Nu is die scheiding er nog niet voor zes procent van de vakken.
Inmiddels is er ook een hardheidsclausule opgesteld voor schrijnende gevallen die door bijzondere omstandigheden onevenredig getroffen worden door de invoering van de harde knip. De examencommissies van de faculteiten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering ervan.
Maandag 4 juli komt de rapportage aan bod in de vergadering van de universiteitsraad. Het College van Bestuur moet de voorgenomen besluiten nog accorderen, zodat ze vertaald kunnen worden in onderwijsreglementen. (HK) |