“Het begon eigenlijk inderdaad allemaal met de Needle Tower. Als Yale-student volgde ik een collegereeks over beeldhouwkunst. In een voorbereidende les op het bezoek aan het kunstwerk Needle Tower liet de docent het principe van tensegrity zien aan de hand van een babyspeelgoedje: evenwicht tussen elastieken en houten staafjes houden een object staande. En hoe je kunt spelen met dit evenwicht: het speelgoed kan van vorm veranderen door het plat te drukken of weg te laten springen. Die ochtend had ik een practicum gehad waarin ik voor het eerst dierlijke cellen had gekweekt. En ik bedacht: hoe die cellen van vorm kunnen veranderen tijdens groei en ontwikkeling, dat moet door diezelfde mechanische krachten komen. Ik ben het laboratorium ingedoken en met een aantal experimenten kon ik het eerste bewijs leveren dat krachten inderdaad een belangrijke rol spelen in de vorm en functie van een cel.”
“Een brede interesse levert inspiratie op vanuit verschillende invalshoeken en kan leiden tot verrassende inzichten. Als onderzoeker moet je oppassen dat je je niet teveel focusseert, wees ook multidisclipinair. Door technieken uit de celbiologie te koppelen aan natuurkundige nanotechnieken en met input uit de computerwetenschappen, zijn we zo ver gekomen dat we nu een “orgaan-op-een-chip” kunnen bouwen. Eerst een long die kan ademen, nu ook een kloppend hart, darm, beenmerg... Als volgende stap zijn we bezig al die systemen te koppelen tot een “mens-op-een-chip” waarbij je relaties tussen organen kunt bestuderen, geweldig onderzoek. En de farmaceutische industrie is laaiend enthousiast. Want door deze menselijke test-organen kunnen zij nieuwe medicijnen veel nauwkeuriger testen en scheelt het bovendien proefdieren. En dat vind ik ook heel belangrijk aan onderzoek: je moet de driehoek tussen wetenschap, industrie en samenleving tot stand proberen te brengen.”
“Tissue engineering heeft die drie facetten zeker in zich. Kijk bijvoorbeeld naar het kweekvlees-onderzoek aan de TU/e. Dat is maatschappelijk heel relevant en kan voor de industrie ook een interessant product gaan worden. Hoewel ik me wel afvraag of het echt zover gaat komen dat we allemaal een vlees-incubator op het aanrecht hebben staan. En zeker bij ons, we blijven toch Amerikanen...”(NT) |