spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Eindhovense academicus als homo universalis
15 oktober 2009 -
De TU/e wil niet alleen vakbekwame mensen afleveren die hun kennis verzilveren. De universiteit streeft ernaar om van de Eindhovense academicus een homo universalis te maken; iemand die begrijpt hoe kennis en maatschappij zijn vervlochten en die ziet welke kansen en beperkingen dat oplevert. Om deze academische houding bij studenten aan te scherpen, heeft het Platform Academische Vorming dit collegejaar een reeks kleinschalige colleges ingevoerd.

Wetenschap en Pseudowetenschap, Risk Society en Het tijdperk van complexiteit. Het zijn een paar pakkende onderwerpen waarmee het Platform Academische Vorming (PAV) dit collegejaar op de proppen komt. Intrigerende thema’s die aanzetten tot breder nadenken. En dat is precies de bedoeling van de vijf nieuwe kleinschalige colleges. Ze spelen in op de nieuwsgierigheid van studenten - en met succes. Van de zeshonderd derdejaars studenten die dit semester hun minor doen, hebben zich er ongeveer tweehonderd ingeschreven voor één van deze kleine universiteitscolleges. Of ze alleen komen voor hun academische vorming, is niet helemaal zeker. Want het bijwonen van één van deze cursussen levert ook twee waardevolle studiepunten op. Wie er nog eens veertien lezingen van Studium Generale aanplakt, komt uit op een totaal van drie studiepunten.
Dat zijn evenveel punten als voor het bestaande ‘Big History’ dat sinds 2003 draait. Het gaat hierbij om een korte, intensieve cursus van negen hoorcolleges en een tentamen over de oerknal tot het heden. Big History biedt studenten inzicht over het ontstaan en de ontwikkeling van het heelal, de aarde, het leven, de mens en de maatschappij. De colleges worden sinds de introductie goed bezocht.

Door het succes is in 2004 ‘Big Images’ toegevoegd met negen hoorcolleges over de aard en werking van beelden. Het college behandelt de vele lagen die hierin een rol spelen, van fysica tot semiotiek. Ook deze reeks is goed voor drie studiepunten. Dit semester hebben zich ongeveer tweehonderd studenten ingeschreven voor Big Images en een zelfde aantal volgt Big History. Een teken dat de colleges allerminst stoffig zijn en nog steeds uitdagen, los van het aantal studiepunten dat is te vergeven.
Beide ‘Biggen’ van Studium Generale waren de eerste initiatieven om buiten de reguliere opleidingen te schaven aan de ‘algemene ontwikkeling’ van de toekomstige academici. Het PAV gaat met de kleine colleges weer een stapje verder. Volgens dr. Tijn Borghuis, projectmedewerker van het PAV, zijn de thema’s van de kleine colleges zodanig gekozen dat ze geschikt zijn voor de ‘brede’ student. Het zou tijdens een lezing dus zomaar kunnen dat een student van Industrial Design aanschuift bij een Scheikundestudent.

Over de reden van de nieuwe lezingen is Borghuis duidelijk: “Academische vorming zit eigenlijk al in de hele opleiding, alleen worden sommige elementen niet zo expliciet onder de aandacht gebracht. Het wordt wel onderwezen, maar dat gebeurt niet altijd bewust door de docenten. Waarom is een universiteit academisch en het hbo niet? Binnen de universiteit zijn steeds meer mensen zich dat gaan afvragen. Opleidingen worden tegenwoordig geaccrediteerd, we moeten daarom de competenties van studenten beschrijven in onze eindtermen. Ook academische vorming behoort daartoe.”
Uit onderzoek bleek echter dat de ‘temporele en maatschappelijke context’ er tijdens de reguliere opleiding maar bekaaid vanaf kwam. Daarom is bij de invoering van de minor besloten om hieraan expliciet aandacht aan te besteden door de kleine universiteitscolleges te introduceren en te eisen dat studenten in elke minor ook drie studiepunten hiervoor halen. Het moet ervoor zorgen dat iedere student zijn horizon verbreedt en oog krijgt voor ethische, duurzame, geschiedkundige en sociale thema’s.
Het PAV heeft aan de faculteiten gevraagd om voorstellen voor vakken te doen. Sommige van de docenten die in het verleden al onderwijs over relevante thema’s gaven, is gevraagd om een voorstel voor een klein universiteitscollege aan te leveren. Uiteindelijk zijn vijf thema’s gekozen. Behalve de drie hiervoor genoemde thema’s, is als vierde gekozen voor ‘Het bouwen van Europa op transnationale infrastructuur’. De vijfde mag gerust als uitsmijter worden betiteld: de Eindhoven University Lectures 2009, die worden verzorgd door gastdocent Tijs Goldschmidt. Deze schrijver en bioloog promoveerde aan de Rijksuniversiteit Leiden op een jarenlange studie naar de chichliden; baarsachtige vissen die onder meer leven in het Victoriameer en het Tanganyikameer. Hij publiceerde hierover het boek ‘Darwins hofvijver. Een drama in het Vicoriameer’. Daarin beschrijft hij op een boeiende manier hoe hij steeds meer in de ban raakt van Darwins evolutiegedachte.
Goldschmidt heeft al een paar colleges gedaan voor studenten die zich hebben ingeschreven, maar zal op woensdag 16 december een publiekslezing houden die voor iedereen toegankelijk is.
Al die verlokkelijke lezingen maken de keuze van een student er niet gemakkelijker op. De hoorcolleges worden namelijk allemaal op het zevende en achtste uur op maandag gegeven. “Dat is een roosterkwestie”, verontschuldigt Borghuis zich. Volgens hem zullen de nieuwe kleine colleges zich blijven ontwikkelen. “Er komt telkens een heel levendige discussie op gang, ook bij de colleges Big History en Big Images. Studenten komen zelf met onderwerpen, werken zelf opdrachten uit. Het is dus niet alleen onderuit zitten en luisteren. Bij de colleges van Goldschmidt schrijven de studenten bijvoorbeeld zelf een essay. Je krijgt niet zo vaak de kans om dat te oefenen met een echte schrijver.”
Borghuis vindt het belangrijk dat studenten tijdens hun opleiding ‘opzij stappen’ om vanuit een ander perspectief te kijken wat ze aan het doen zijn. “Ze werken vaak met modellen die zijn gebaseerd op aannames. Een echte academicus gebruikt de theorie en de modellen, maar behoort ook te doorgronden waar de aannames vandaan komen.”
Nu opleidingen worden geaccrediteerd, dringt de vraag zich steeds meer op welke competenties studenten moeten hebben. Borghuis meent dat daarbij de invoering van het ‘Bologna-model’ een grote rol speelt. “Het bevorderen van mobiliteit en de kans creëren dat bachelors overal in Europa een masterstudie kunnen gaan volgen, dwingt ons tot de vraag: wat voor student leveren wij af? In de beschrijving moeten we kijken naar zowel de opleiding als de competenties van de student. Wat moet een student kunnen en hoe proberen we die eisen in onze opleiding te brengen?”

Natuurlijk spelen bij de vorming van een homo universalis meer zaken. Zitting nemen in een studentenbestuur, vrijwilligerswerk, een nachtje doorzakken met de vakgroep. Borghuis, lachend: “Dat zal zeker een vormend effect hebben, maar niet voldoende zijn om een curriculum op te bouwen. Er is geen sluitende definitie te geven voor academische vorming, maar we hebben wel een ‘begrippenapparaat‘ met het boekje ‘Criteria voor academische Bachelor en Master Curriccula’ van de hand van Anthonie Meijers, Kees van Overveld en Jacob Perrenet van de TU/e. Daarmee kunnen we in ieder geval een deel expliciet maken. We werken eraan om komende jaren faculteiten te helpen om hun opleidingen in deze termen te beschrijven en uitdrukkelijk na te denken over academische vorming.”/.

 

Academische vorming/
Frits van Otterdijk
Illustratie/David Ernst