spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Prof.dr. Ruth Oldenziel, hoogleraar Amerikaans-Europese Techniekgeschiedenis
’Amerikanen geven weinig om de Nobelprijs voor de Vrede’
President Barack Obama van de VS kreeg onlangs, tot grote verbazing van velen, de Nobelprijs voor de Vrede toegekend. Critici vinden dat de president daarmee vooral wordt beloond voor mooie beloften. Is de uitreiking van de prijs terecht of voorbarig, en wat vinden de Amerikanen er eigenlijk van?

“Dat Obama nog niets zou hebben gepresteerd, vind ik onzin”, zegt prof.dr. Ruth Oldenziel, hoogleraar Amerikaans-Europese Techniekgeschiedenis. “Hij heeft al heel veel gedaan. Al in de eerste maanden na zijn verkiezing heeft hij een nucleair verdrag gesloten met Rusland, dat is heel concreet. Hij heeft dialogen geopend met andere landen. Natuurlijk moet hij nu een aantal dingen verzilveren, maar zijn team laat toch heel duidelijk zien hoeveel hij investeert in het buitenlandse beleid.
De Nobelprijs voor de Vrede is een erkenning van het diplomatieke offensief dat Obama heeft ingezet. Het is heel ongebruikelijk voor een Amerikaanse president om al in de eerste maanden na de verkiezing meteen zo fors in te zetten op de buitenlandse politiek. Een president wordt er toch voornamelijk verkozen om het binnenlandse dossier. Sinds het einde van de Koude Oorlog willen net verkozen presidenten hun politieke krediet niet meteen besteden aan een buitenlands dossier. Pas als het in het binnenland niet zo goed gaat, gaan ze daarmee bezighouden.
De Nobelprijs is gegeven voor zijn inzet, niet voor gedane zaken. Je kunt je afvragen of dat terecht is, maar de Nobelprijs voor de Vrede heeft een lange geschiedenis. Het is vaker voorgekomen dat deze werd toegekend tijdens een onderhandelingsproces. Het vredesinitiatief van Arafat, Perez en Rabin in het Midden-Oosten werd in 1994 met de prijs beloond vanwege hun inzet, niet omdat er vrede werd gesloten. Sterker nog, sindsdien is het alleen maar slechter gegaan.
De laatste tien jaar hebben Amerikaanse presidenten niet consequent aandacht besteed aan vredesprocessen en buitenlandse politiek. Dat Obama dat wél doet, is heel positief. Dat is nog steeds geen garantie dat daarmee vrede op aarde komt, maar hij toont wel de best mogelijke inzet die we van een Amerikaanse president mogen verwachten.
Amerikanen geven feitelijk weinig om de prijs. Van republikeinse zijde hoor je vooral gesneer en negatieve geluiden. Zij hebben de kwestie meteen politiek uitgebuit. Ze zeggen: zie je wel, hij heeft niets gepresteerd, Obama is slechts een prima donna van Europa, een superster. Over het algemeen associeert men de Nobelprijs voor de Vrede vooral met een erkenningsprijs die uit Europa komt. Amerikanen geven daar niet veel om. Dat geldt overigens niet voor de Nobelprijs voor de wetenschap, want die gaat meestal naar Amerikanen - en dat vinden ze wél prestigieus.”


Tekst/Enith Vlooswijk
Foto/Bart van Overbeeke