Maandag: De dag begint met een bespreking en aansluitend een gesprek met de begeleider van ons multidisciplinair project (MDP) over het recyclen van cd’s. Omdat het college van deze middag vroeger dan gepland klaar is, spring ik nog even op de fiets voor een hersteltraining. De benen voelen, na de in totaal 350 wedstrijdkilometers van afgelopen weekend, slecht aan. Na mijn overwinning in de eerste etappe op zaterdag in de ronde van Midden-Brabant en de door wind erg zware tweede etappe was dit eigenlijk wel te verwachten.

Dinsdag: Na een goede nachtrust voel ik me een stuk beter en heb daardoor ook het idee dat ik meer opsteek van de colleges. In overleg met mijn trainer besluit ik me deze week te beperken tot rustige trainingen.
Woensdag: Na een gesprek met onze opdrachtgever van het MDP weten we eindelijk wat we precies kunnen gaan onderzoeken. In de avond lees ik nog wat hoofdstukken door van de lopende vakken.

Donderdag: College gevolgd en in de middag heb ik met een paar medestudenten een begin gemaakt aan de uitgedeelde assignment. In de avond nog een achter-de-brommer-training afgewerkt. Dat ging erg gemakkelijk; na nog geen anderhalf uur stond er zeventig kilometer op de teller.

Vrijdag: Vandaag de hele dag met ons MDP in de weer geweest. Het plan van aanpak hebben we opgesteld en in de middag nog een ‘peer review’ meeting gehad bij het STU.

Zaterdag: Met mijn club, TML de Dommelstreek, reizen we af naar het in Drenthe gelegen Dalen, waar we zondag een ploegentijdrit van 36 kilometer en een klassieker van 153 kilometer zullen rijden.

Zondag: Ondanks dat mijn benen erg goed waren en ik dus lange kopbeurten kon maken in de ploegentijdrit, waren we in de breedte niet sterk genoeg. Ook in de klassieker blijkt dat de benen, zoals al het hele seizoen het geval is, goed zijn. Met nog dertig kilometer te gaan, gooi ik de knuppel in het hoenderhok en spat het peloton in verschillende groepen uiteen. In de sprint van de kopgroep van twaalf renners leg ik beslag op mijn tiende tweede plaats van het seizoen.