Maandag: De week begint met het doornemen van alle ontvangen post en e-mails. Dan verneem ik dat we donderdag niet kunnen beschikken over een aantal gereserveerde beamers, een flinke tegenslag. Het kost me de rest van de dag om toch genoeg beamers te vinden. Na onze vergadering ga ik iets eten om vervolgens een biertje te drinken op de Actieve-leden Avond van Industria.

Dinsdag: ’s Ochtends vertrek ik naar Helmond om vierhonderd congresmappen op te halen. Ik vraag me af of ze wel in de auto kunnen, maar men heeft mij verzekerd dat dit geen probleem is. In Helmond aangekomen blijkt het echter een hele stapelkunst te zijn om alles in de toch vrij ruime auto te krijgen. Tot in de avond ben ik bezig met het vullen van de mappen en het printen van deelnemerbadges. Om tien uur zit ik aan mijn avondeten.

Woensdag: Vandaag hoeven we niet veel meer te doen. Helaas melden zich ’s middags nog wat mensen af wegens ziekte. ’s Avonds zetten we in het Sofitel Cocagne de laatste dingen klaar. Om twaalf uur ga ik moe naar bed, zenuwachtig voor de dag waar we tien maanden naartoe gewerkt hebben.

Donderdag: Om zeven uur ’s ochtends sta ik bij het Sofitel om de laatste dingen gereed te zetten. Ondanks de drukke spits zijn bijna alle deelnemers en sprekers op tijd aanwezig. Zelf ben ik de hele ochtend bezig ervoor te zorgen dat de dag soepel verloopt. Gelukkig is dit het geval en kan ik ’s middags ook wat van het programma meepikken. Aan het eind van de dag worden we door veel deelnemers en sprekers gecomplimenteerd. Na het diner met enkele van onze sprekers, vieren we dit succes dan ook tot in de late uurtjes.

Vrijdag: Voor het eerst sinds weken kan ik weer eens uitslapen en daarom ga ik pas ’s middags naar de TU/e. Daar aangekomen blijk ik niet de enige van onze commissie die er niet helemaal fris bij zit. Na het lezen van een aantal positieve reacties op de congresdag, reis ik moe maar voldaan af naar mijn ouders.