spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

Plaats een kerstwens in de Cursor!
spacer.png, 0 kB


Hij werkte al acht jaar als software engineer, maar het kriebelde.
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Intelligente omgevingen voor pasgeboren patiëntjes
6 december 2007 - Een plak-elektrode die niet helemaal goed zit, een draadje dat losschiet: bij een te vroeg geboren baby kan de kleinste verstoring of ingreep aan het zieke lijfje al van invloed zijn op bijvoorbeeld de hartslag. Bovendien is het, vooral voor bezorgde ouders, een naar gezicht, zo’n minimensje behangen met medische technologie. Binnen Industrial Design wordt daarom onderzoek gedaan naar toepassingen van ambient intelligence in de kindergeneeskunde: het aandachts-gebied van neonatoloog prof.dr. Sidarto Bambang Oetomo.
Foto: Bart van Overbeeke

De neonatale intensive care unit (kortweg NICU) van het Veldhovense Máxima Medisch Centrum is de dagelijkse werkomgeving van Bambang Oetomo. Hier liggen pasgeboren (veelal te vroeg geboren) baby’s; van de allerkleinste ‘prematuren’ van zes-, zevenhonderd gram, geboren na vijfentwintig weken zwangerschap, tot voldragen baby’s die bijvoorbeeld ziek zijn door problemen bij de geboorte.
Op deze afdeling startte Bambang Oetomo onder meer een onderzoek naar de ontwikkeling van de hersenfunctie bij pasgeborenen waarbij, met behulp van plakelektrodes op het hoofd, de eerste vier weken wekelijks een hersenfilmpje wordt gemaakt. “Gebleken is dat veel prematuren uiteindelijk toch gehandicapt uit de strijd komen en later bijvoorbeeld tegen leer- of opvoedingsproblemen aanlopen. Om meer grip te krijgen op de oorzaken hiervoor, hebben we uitvoerig de hersenrijping bij een groep gezonde prematuren in beeld gebracht; dat is onze referentiegroep. De komende jaren doen we hetzelfde bij een groep zieke prematuren.”

Ademhalingsproblemen
Voordat hij naar Veldhoven kwam, werkte Bambang Oetomo (56) zes jaar in het Academisch Ziekenhuis Groningen, waar hij onderzoek deed naar ademhalingsproblemen bij te vroeg geboren baby’s. Het resultaat was een nieuwe behandeling, inmiddels breed toegepast, waarbij kunstmatig longsurfactant wordt toegediend: “Dit is een stofje in de longen, waarvan te vroeg geboren baby’s te weinig hebben, dat er tijdens het uitademen voor zorgt dat de longblaasjes niet dichtklappen”, verduidelijkt de arts. Dankzij de behandeling daalde het sterftepercentage binnen deze groep patiëntjes van een kleine veertig naar vijf à tien procent.
De technologische kant van zijn vakgebied heeft Bambang Oetomo altijd geboeid en dat was een belangrijke reden om het hoge noorden in 2003 te verruilen voor technologieregio Zuidoost-Brabant. Bovendien slaan de TU/e en het Máxima Medisch Centrum veelvuldig de handen ineen op onderzoeksgebied, met name omtrent de geboorte van baby’s.
Sinds 1 juni vervult Bambang Oetomo een deeltijdhoogleraarschap aan de TU/e, bij de faculteit Industrial Design. Binnen de groep Designed Intelligence is hij bezig met het opstarten van verschillende projecten op het gebied van intelligente omgevingen in de zorg voor pasgeborenen. Centraal hierbij staat het zoeken naar alternatieven voor de huidige monitoring van deze patiëntjes, waarmee bijvoorbeeld de hartslag, het zuurstofgehalte in het bloed en de lichaamstemperatuur worden bewaakt. Op dit moment krijgt een baby hiervoor elektrodes op het lijfje geplakt, die met draadjes verbonden worden met een monitor. Deze werkwijze kent allerlei beperkingen, aldus Bambang Oetomo: “We moeten baby’s nu regelmatig storen omdat bijvoorbeeld een plakker niet goed zit. Erg vervelend, omdat de kleinste verstoring al van invloed kan zijn op bijvoorbeeld de hartslag van een baby. En voor ouders is het natuurlijk eng om hun kindje zo te zien liggen, met al die technologie aan zijn lijfje.”
Alle plakkers en draadjes vormen daarmee letterlijk en figuurlijk een vervelende barrière tussen ouder en kind, terwijl direct lichaamscontact tussen beiden (zeker in het prille begin) zo belangrijk is, benadrukt Bambang Oetomo. “We willen daarom proberen een omgeving te scheppen die zo aangenaam mogelijk is, waarin family centered care voorop staat. Dit betekent vooral dat we de ouders zoveel mogelijk willen betrekken bij de dagelijkse verzorging van hun kindje, maar al die elektrodes en draadjes maken dat nu vaak lastig. Veel ouders zijn, als de eerste blijdschap omslaat in bezorgdheid, geneigd op afstand te blijven en te zeggen: ‘Doen júllie het maar’. Van dat gevoel willen we af.”

Slim textiel
De groep Designed Intelligence doet daarom (onder andere) onderzoek naar draadloze technologie die wordt geïntegreerd in de omgeving van de patiëntjes, bijvoorbeeld in het matrasje waarop een baby ligt of in een vestje dat een kindje aan krijgt. De arts, die benadrukt dat het onderzoek nog in de allereerste fase van ideevorming verkeert, wijst op de mogelijkheden van zogenoemde smart textiles: “Je zou kunnen denken aan een jasje met daarin een element dat de lichaamstemperatuur van de drager registreert, of een onderdeel dat reageert op verandering in de ademhaling. In hetzelfde jasje of vestje zit dan ook een zendertje dat de verkregen informatie draadloos doorseint naar een monitor. Maar je kunt ook denken aan een monitoringssysteem dat veranderingen in de gezichtsuitdrukking constateert, die er bijvoorbeeld op kunnen duiden dat een kindje pijn heeft. Hiervoor zou technologie kunnen worden toegepast die vergelijkbaar is met de systemen die nu bijvoorbeeld al worden gebruikt in voetbalstadions om mensen met een stadionverbod te kunnen herkennen.”

Een ander project waarmee ID-studenten aan de slag gaan, is ‘Rhythm of life’, een apparaatje dat kan worden ingezet bij reanimaties. Bambang Oetomo: “Bij reanimeren geldt een bepaald schema van zoveel keer hartmassage, zoveel keer beademen. ‘Rhythm of life’ levert daarbij feedback en geeft bijvoorbeeld aan of de gegeven hartmassages diep genoeg zijn.” Overigens verkeert ook dit project nog in de oriëntatiefase, benadrukt de arts. Verpleegkundigen van het ziekenhuis zijn betrokken bij de supervisie op de studieprojecten.
Bambang Oetomo verwacht dat de eerste prototypen van bijvoorbeeld een ‘intelligent vestje’ voor pasgeborenen binnen een paar jaar klaar zijn. Met enkele bedrijven worden verkennende gesprekken gevoerd over de mogelijkheden, “maar daarover kan ik nu nog niet veel kwijt.”/.