“Als je de landelijke nummer één wilt zijn, zul je een aantal dingen moeten hebben. Je kunt dit ten slotte alleen bereiken als je op alle gebieden de beste kwaliteit kan bieden. Niet alleen de studentenstaf maar ook de accommodatie is een belangrijke factor. De accommodatie moet zowel gevoelsmatig als functioneel goed zijn en de docentenstaf moet met alle geledingen van studenten kunnen werken. We besteden daarom veel aandacht aan beide aspecten. We houden geregeld onze faciliteiten tegen het licht en kijken naar eventuele verbeteringen. Studenten moeten zich thuisvoelen in het sportcentrum. Het moet ze alle voorzieningen bieden, waarbij iedereen op eigen niveau kan sporten.”
Wim Koch, directeur van het Studentensportcentrum, is ambitieus. Van hem krijgen recreanten echter evenveel kansen als de echte toppers. Het is een belangrijk ijkpunt voor het het aantrekken van sportdocenten. “Als je kijkt naar onze trainers en coaches, zie je dat het echt niet alleen maar oud-topsporters zijn. Wij zoeken toptrainers en topcoaches maar hun verleden als sporter is niet doorslaggevend. Als we kunnen kiezen, dan heeft een voormalige topsporter wel een stapje voor.
Een topper kan veel meegeven uit eigen ervaring. Andere voordelen zijn dat aansprekende namen extra publiciteit opleveren en sportende studenten motiveren. Maar wij nemen niemand aan als we niet zeker weten of die persoon ook daadwerkelijk les kan geven. Aan een topsporter die alleen les wil geven aan andere topsporters hebben wij niets. De meeste studenten zijn namelijk recreanten die hun sport zo goed mogelijk willen bedrijven. Alle docenten moeten daaraan meewerken. Beginnende sporters moeten gebruik kunnen maken van de expertise van onze (ex)topsporters.
Gelukkig zie je dat deze trainers en coaches een breed spectrum hebben en erg goed en geduldig zijn met de (beginnende) recreanten. Wij evalueren jaarlijks alle trainers en kijken samen met hen hoe ze hun vaardigheden kunnen verbeteren. Alle sportdocenten volgen daarom extra opleidingen en cursussen om een zo hoog mogelijk niveau te halen.”
Geëngageerde, mondige en gemotiveerde studenten die naar een bepaald niveau toe willen werken. Dat is volgens Koch het leuke van het Studentensportcentrum. En de betrokkenheid van de docenten. “Dat blijkt bijvoorbeeld wanneer ze vertrekken. Ze dragen zelf geschikte opvolgers aan. Er ontstaat vanzelf een groot netwerk waardoor je steeds goede mensen terugkrijgt. Het zorgt voor continuïteit.”
Voltijdbaan
Het Studentensportcentrum kan de meeste trainers en coaches geen voltijdbaan bieden. De sportdocenten draaien vaak aanvullende uren bij gemeentelijke accommodaties zoals de schaatsbaan. Koch: “Zo is het voor ons toch mogelijk om de juiste mensen binnen te halen.”
De TU/e heeft met de gemeente Eindhoven, Fontys Hogescholen, ROC, Pleincollege St. Joris en het Olympisch Netwerk Brabant een convenant getekend. Bedoeld om topsporters en talenten ondersteuning te bieden, zodat zij hun sport kunnen combineren met hun studie. Iedere onderwijsinstelling heeft een topsportcoördinator die de sportende studenten individueel kan begeleiden en ondersteunen. Dankzij het convenant kunnen jongeren vanaf de middelbare school tot aan het einde van hun studie een aangepast programma volgen. Koch benadrukt dat de studie altijd voorop staat.
Het Studentensportcentrum wil meer zijn dan de nationale nummer één van de studentensport. Het is de bedoeling om zo veel mogelijk studenten aan het sporten te krijgen. Momenteel heeft zeventig procent van de TU/e-studenten een sportkaart. Op Fontys Hogeschool komt twintig procent van de studenten naar het Studentensportcentrum. Van Koch mogen deze aantallen omhoog. Meer aanloop levert meer leden op voor de studentensportverenigingen. En dat leidt tot bredere selecties van de diverse sportteams, waardoor sporten op hoog niveau mogelijk blijft, zo redeneert Koch.
“We hebben alles in huis. Voor zowel recreant als topsporter. En met een jaartarief van 69 euro per jaar, zijn alle ingrediënten aanwezig om de nummer één van Nederland te blijven.”/.
|