12 juni 2008 -
Voetballuh! Je kunt er niet omheen! Ik had nooit veel met voetballen; toch heb ik er vrij veel herinneringen aan. In mijn schooltijd: voetbal op straat of op een landje. Een van de wonderlijkste rituelen was het ‘afpoten’ of ‘afpassen’. Hierbij gingen de aanvoerders van de te vormen teams op een meter of drie van elkaar staan en zetten dan om de beurt de ene voet aansluitend voor de andere. Wie het laatst een voet kon neerzetten had gewonnen en mocht als eerste een speler uit het aanbod kiezen.
Daarna kozen de aanvoerders om de beurt een speler. Het afpassen werd soms verfijnd; dan werden ook voeten dwars gezet of er werden zelfs vingers tussen gepast. In die gevallen werd de grootste bek winnaar. Wordt er nog steeds afgepoot? Ik bleef doorgaans bij de laatste twee of drie over. In die tijd bezocht ik soms met katholieke buurjongens het ‘Stadion’ van RKHSC (inmiddels HSC ’21) in Haaksbergen.
Toen ik aan de THT (UT) werkte, ging ik af en toe met buurmannen naar FC Twente. Daar speelde toen Eddie Achterberg, die ‘de keu’ genoemd werd, omdat hij als kleine jongen op een varkentje leek: “heija, heija, heija de keu!” Je kon in die tijd nog heel laat beslissen of je naar het Diekmanstadion zou gaan. Er waren altijd kaartjes en je werd niet gefouilleerd.
Aan de TU/e heb ik een bescheiden voetbalcarrière gehad. Ik deed soms mee bij de ‘Random Walkers’, een zaalvoetbalelftal van de vakgroep COSOR (statistiek, kansrekening en OR). Ik heb daar enkele zeer toevallige doelpunten gemaakt: een voorzet die onder de lat verdween en een bal die via mij in het doel caramboleerde. Mijn zoons konden wèl aardig voetballen, respectievelijk bij PSV, waar Jan Reker toen het C-elftal trainde en bij De Spechten, die ooit een terrein hadden waar nu de TU gevestigd is. Ik heb uren langs de lijn gestaan.
De voetbaltermen uit mijn jeugd lijken in onbruik geraakt. Ik hoor weinig meer van ausputzers, slingerbacks of het grendelsysteem, waar Jan de Cler in de pauze van het radioverslag over zong.
De komende weken zal ik wel af en toe de TV aanzetten om naar een wedstrijd te kijken. Ik hoop dan niet zo zeer dat mijn favoriete land zal winnen als wel dat mijn niet-favoriete land zal verliezen. Voetballuh!
|