spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Effe zeuren
/Fred Steutel

19 juni 2008 - “In paradisum deducant te angeli” (mogen de engelen u naar het paradijs begeleiden – aanvoegende wijs); “daar zal geween zijn en knersing der tanden”; “tuinen waar rivieren onderdoor stromen”. Drie aanduidingen van plekken waar mensen na hun dood terecht zouden kunnen komen. Maar waar zouden die plekken te vinden zijn?

Vroeger was dat allemaal eenvoudig, in ieder geval wat de hemel betreft: die was boven; op schilderijen zien we de heiligen gewoon opstijgen. Het woord hemel betekent in veel talen niet alleen ‘de lucht’, maar ook het paradijs. Bij de Romeinen was caelum vooral de woonplaats van de goden; ik weet niet of daar ook overledenen terecht konden. Bij de Grieken woonden de goden wat dicherbij: op de Olympus; het was waarschijnlijk riskant om daar als mens naartoe te klimmen.

Blijft de vraag waar christenen en moslims hun hemels situeren. Ik herinner me van de Sovjettijd dat de eerste ‘kosmonauten’ werd gevraagd of ze god (God) gezien hadden. Het grinnikende antwoord luidde ontkennend - inmiddels slaat zelfs ex-KGB-er Vladimir Poetin weer zijn orthodoxe kruisje. Ik vond dat toen een flauwe grap: natuurlijk kon je God niet zien. Maar het geeft toch te denken. Als Maria lichamelijk ten hemel is opgenomen, moet er dan niet een fysieke plaats zijn waar zij verblijft? Ik werd tijdens het schrijven van dit stukje bijgevallen door een meisje in het boek The Gathering van Anne Enright (Booker prize 2007). Zij vraagt aan haar vader waar Maria, die immers lichamelijk in de hemel is, naar de WC gaat. Het antwoord is een harde klap voor d’r kop. Zij wordt daar toch nog iets wijzer van: haar vader is geloviger dan ze had gedacht. Maar, het probleem blijft: waar verblijven de lichamen in de hemel?

Hoe gaan gelovige wetenschappers met deze vraag om? Er lijkt in ons heelal niet direct plaats voor fysieke paradijzen. Immers, op aarde vinden we geen plek. Toen de sterren nog werden gezien als gaatjes in het hemelrijk, kon je je daar iets bij voorstellen, maar de sterren bleken zonnen te zijn; daar zijn er vele miljarden van en het is er slecht toeven. Voor wetenschappers lijkt slechts een parallel universum als oplossing te resten. Hoe je daar dan komt is misschien toch een kwestie van fysica. In paradisum deducant me fysici!