spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
“Ik ben er gevoelig voor om het verschil te kunnen maken”
30 oktober 2008 - Vooruit, als student was hij best een beetje opstandig. Aankomend rector te Twente prof.dr. Ed Brinksma (51), nu nog wetenschappelijk directeur van het Embedded Systems Institute, grijnst. “Je ging destijds niet studeren met het oog op een glansrijke carrière, maar om de maatschappij te veranderen. En daarvoor moest wel eens een academiegebouw worden bezet - om maar even een bekentenis à la Duyvendak te doen.”
Als beginnend student koos Brinksma voor wiskunde in Groningen. De democratisering van het onderwijs in de jaren zestig had ertoe geleid dat in Groningen studenten op alle niveaus deel uitmaakten van besturen, “tot aan het College van Bestuur toe. Dat sprak me aan. Daarbij ben ik altijd geïnteresseerd geweest in vrijwel álles; in wiskunde, maar bijvoorbeeld ook in filosofie en literatuur. Zo wilde ik begrijpen waaróm de wiskunde zo stellig is, waarom het bewijs van een stelling onontkoombaar is.”

Kort na zijn afstuderen verkaste Brinksma naar Twente, om daar zijn carrière voort te zetten als informaticus. Hij promoveerde, werkte als universitair docent en -hoofddocent, om in 1991 hoogleraar te worden. “Ik heb mijn carrièrepad nooit uitgestippeld. Ik vólg het pad, neem af en toe de beslissing om linksaf of rechtsaf te gaan, maar heb nooit gedacht: ‘Over tien jaar wil ik dáár zijn’.” Ook de post van wetenschappelijk directeur van het Embedded Systems Institute (ESI) kwam in 2005 gewoon op zijn pad - maar wél op het juiste moment: “In Twente was ik met mijn groep al vijftien jaar behoorlijk succesvol en mijn opdracht was om dat succes te behouden. De echte uitdaging was eraf.”

Bovendien wilde hij op grotere schaal en met meer middelen werk maken van het toepassen van academische kennis. “Vanuit een leerstoel is je invloed vrij beperkt. Je draagt kennis aan, er wordt een toepassing bij gevonden, en na dat succes ga je weer verder. Erkenning van vakgenoten is strelend, maar ik ben ook altijd gevoelig geweest voor alle mogelijkheden om in de praktijk echt het verschil te kunnen maken. ESI bleek daarvoor een geschikt vehikel.”

Brinksma trof in Eindhoven een onderzoeksinstituut waar in de jaren ervoor ‘aardig was gepionierd’: “ESI was net gestart met allerlei samenwerkingsprojecten met de industrie, die meer inhoud en richting moesten krijgen. Delen van de brug tussen de academische wereld en de industrie stonden er, maar de brug zelf moest nog worden gebouwd.”

En dat is gelukt, stelt hij, ondanks de tegenvaller die hij al snel na zijn start te verwerken kreeg. Want werd ESI bij zijn aanstelling nog gezien als potentieel technologisch topinstituut waarvoor Brinksma het moest klaarstomen; twee maanden later veegde de overheid de onderliggende financiële kaderregeling van tafel. “Economische Zaken wilde liever geen instituten meer financieren, maar alleen nog geld besteden aan programma’s.”

Sindsdien zien veel onderzoeksinstituten zich gedwongen tot kortetermijndenken, constateert Brinksma, en zijn ze vooral druk met het schrijven van plannen om weer voor vier jaar geld binnen te halen. “Terwijl de meerwaarde van de academische wereld juist is dat zij ontwikkelingen over de waan van de dag die in de industrie vaak heerst, heen kan tillen.”

Bij ESI heeft Brinksma er desondanks het maximale uitgehaald, vindt hij. “We staan goed opgesteld voor de volgende FES-ronde (de verdeling van gelden uit het Fonds Economische Structuurversterking, gefinancierd door aardgasgelden - red.), we hebben duidelijkere erkenning gekregen en staan klaar om vervolg te geven aan speciale samenwerkingsvormen in 3TU-verband.”

Maar Brinksma zal zijn handen er vanaf moeten trekken. Per 1 januari is hij rector van de Universiteit Twente; een instelling die hij goed kent, “maar niet tot in detail, waardoor ik naïeve vragen kan stellen.”

Dat hij zijn wetenschappelijke ambities opzij moet zetten, accepteert Brinksma. “De laatste jaren ben ik al meer bestuurder dan wetenschapper geworden. Er liggen nog wel artikelen op de plank en ik heb nog verschillende potjes op het vuur staan - waarvan sommige, bijvoorbeeld dankzij promovendi, zelfkokend zijn. Maar ik wil mezelf als rector niet bij voorbaat begrenzen door ook nog wetenschapper te willen blijven. Rectoren die zich dat eerder voornamen, liepen vaak tegen de lamp.” Daarna wellicht? “Ik zie wel. Ontwikkelingen in de informatica gaan zó snel; vier jaar kun je er misschien nog uit zijn, maar mocht er ooit sprake zijn van een tweede termijn, dan kun je sceptisch zijn over een terugkeer na acht jaar.”/.
Interview/Ed Brinksma door Monique van de Ven
Foto/Bart van Overbeeke