spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Betonballon maakt luchtkasteel werkelijkheid
13 november 2008 - Bouwen aan een droom. Dat doet architect en bouwondernemer Rob van Hove met zijn betonballon. Een inventieve bouwwijze die prachtige gebouwen oplevert om in te wonen en werken. Het eerste proefmodel staat sinds enkele weken op de TU/e-campus. 

Betonballon? Op het eerste gehoor een leuke woordvondst, een aardige tegenstrijdigheid. Betonballon is een manier van bouwen die een grote toekomst tegemoet lijkt te gaan. In vergelijking met de reguliere methodes bespaart bouwen met de betonballon vijftig procent beton en is tachtig tot negentig procent minder staal voor een constructie nodig. Indrukwekkende cijfers die nog meer aan kracht winnen, in de wetenschap dat een CO2-reductie van zeventig procent wordt bereikt doordat ter plekke geproduceerd wordt en er minder transport van materiaal nodig is. De betonballon is niet alleen een zuinig, maar ook een milieuvriendelijk alternatief.

De toepassing van de betonballon lijkt simpel en is dat ook. Een stevige ballon wordt opgeblazen en onder vuur genomen met spuitbeton. Nadat de eerste schil van enkele centimeters is uitgehard, kunnen 24 uur later meerdere betonlagen worden aangebracht. Na afloop wordt de ballon neergelaten en blijft een holle ruimte over. Als het spreekwoordelijke ei van Columbus.

“In 1937 is voor het eerst met beton over een ballon gespoten. Dat onderdeel is dus niet nieuw. Maar wij trekken als eerste de ballon in een bepaalde vorm en spelen ermee om de trekspanning in het beton te elimineren. Je moet beton namelijk laten doen waar het goed in is: druk opnemen”, zegt Van Hove. De directeur van ontwerpbureau BB Con uit Vught staat op de TU/e-campus voor zijn proefproject en is zichtbaar trots. Het gebouw achter hem is drie weken geleden opgeleverd, met dank aan de TU/e. “We kregen van diverse kanten een aanbod om het prototype te komen bouwen, maar hebben voor de TU/e gekozen. Onze relatie met de universiteit is erg goed en heel belangrijk. Dat willen we vooral zo houden.”

Die goede verstandhouding kwam in februari 2006 tot stand via de Kamer van Koophandel en de stichting Incubator 3+, het vertrekpunt voor design- en technostarters. Van Hove werd uitgenodigd voor een presentatie aan de TU/e. In aanwezigheid van onder andere Rabobank, Sintens, de Kamer van Koophandel en afgevaardigden van enkele faculteiten vertelde hij over zijn betonballon. “Je zit meteen middenin een netwerk en dat is veel leuker dan een zak met geld krijgen. Natuurlijk neem ik niet alle dingen over die ze aan de TU/e bedenken, maar dit is wel het mekka voor bouwkundigen. Dat gevoel werkt heel inspirerend.” 

Balans
BB Con is dik tevreden met deskundigen zoals prof.ir. Frans van Herwijnen en prof.dr.ir. Jos Lichtenberg van Bouwkunde. Zij zijn volgens Van Hove ‘techniekondersteunend en conceptontwikkelend’ bezig. Ook ir. Arno Pronk van dezelfde faculteit verleent hand- en spandiensten. “Hij heeft me op de juiste momenten aan het denken gezet”, zegt Van Hove.

Pronk zelf: “Ach, we adviseren en helpen een beetje.” De universiteitsdocent, verbonden aan de leerstoel Productontwikkeling, zou vanuit het oogpunt van onderzoek graag verder werken aan de betonballon. De faculteit is vooral geïnteresseerd in het verder ontwikkelen van allerlei ballonvormen. Maar deze ‘vrije schalen’ zijn voor het bedrijf BB Con vooralsnog niet aan de orde. Van Hove wil liever eerst zijn eigen concept bewijzen op de markt. Pronk vindt dat niet verwonderlijk, maar noemt het een ‘terugkerende moeilijkheid’ met het bedrijfsleven. “Voor de TU/e moet er een onderzoeksgedreven aspect in zitten. We proberen met iets nieuws te komen of een behoorlijke publicatie af te leveren. Terwijl voor ondernemers het commerciële aspect belangrijker is. Maar als universiteit moeten we niet op de stoel van ingenieursbedrijven gaan zitten. Dat kunnen we ook niet. We zijn te duur en te langzaam voor het uitrekenen van de draagkracht van balkjes. We zijn slecht ingericht om marktconform te werken. In die zin is het wel een zelfzuiverend systeem. Als universiteit moet je de juiste balans vinden. Je wilt niet werken als een verkapt gesubsidieerd ingenieursbureau, maar evenmin als onderzoeker in een ivoren toren zitten.” 

Gaudi
Onderzoek of niet, de nabije toekomst ziet er zonnig uit voor van Hove. Nu blijkt dat het prototype op de campus voldoet aan de verwachtingen, kan de ondernemer aan de slag. Over negen maanden start BB-Con met de eerste opdracht; een gebouw van twee etages voor een autobedrijf in Schijndel. “Tja, negen maanden. Alsof het eerste kindje eraan komt. Maar het voelt niet als een zwangerschap”, zegt Van Hove lachend.

Hoewel het gebouw hoger wordt, blijft de werkwijze hetzelfde. Alleen de wanddikte wordt naar verhouding aangepast. Bij het prototype bestaat de top uit zes centimeter ongewapend beton en onderin bij de fundering is de schil elf centimeter dik. Het gebouw in Schijndel krijgt een extra verdieping ‘eronder’. Omdat de breedte van de schil afneemt wordt de dikte daarvan bij de fundering ruim twintig centimeter dik. Alles volgens het principe van de catanoïde, ofwel ‘kettinglijn’ die in de architectuur al eeuwenlang wordt toegepast. Zoals bijna veertienhonderd jaar geleden in het oude Mesopotamië, dat nu Irak is. Daar staat in de stad Ctesphion nog steeds een deel van de Boog van Khusro fier overeind. Een meer recent voorbeeld is de Gateway Arch in de Amerikaanse stad St. Louis. Van Hove zocht het iets dichter bij huis. Hij raakte onder de indruk van de Sagrada Família die Antoni Gaudi in Barcelona ontwierp aan de hand van de kettinglijn. “Tijdens mijn bezoek aan Barcelona in 1994 ontstond het eerste idee. Gaudi wist vorm en materiaal perfect te combineren, maar het proces met allerlei mallen is niet economisch. Een ballon zou de simpele oplossing kunnen zijn. Die gedachte is blijven sudderen, tot ik in 2005 de stoute schoenen aantrok.”

Van Hove legde zijn eerste ‘eitje’ in maart 2006. Het ging om een proef met een kleine betonballon. Hoewel. Voor dat experiment werd geen beton maar leem gebruikt. De constructie staat nog steeds op de campus van de TU/e. Klein en onopvallend, maar veelbelovend. Het eitje is namelijk de voorbode van een grootscheeps project dat BB Con samen met hulporganisaties zoals het Rode Kruis gaat uitvoeren in Soedan. Het is de bedoeling om vanaf 2009 in de regio Darfur voor de vluchtelingen van de burgeroorlog vele honderden lemen gebouwtjes neer te zetten met de ballonmethode. “Het materiaal kun je letterlijk van de grond schrapen. En als de eitjes over twintig jaar afbrokkelen, worden ze weer gewoon deel van de natuurlijke omgeving.”

Op dit moment is leem geen optie in Nederland. BB-Con gebruikt in eigen land vooralsnog beton. Het bedrijf kan naar eigen zeggen concurrerend inschrijven op bouwprojecten vanaf twintig woningen. Van Hove verwacht op afzienbare termijn slimmer en efficiënter te bouwen en de tarieven scherper omlaag te krijgen. “We willen duurzaam bouwen door spaarzaam gebruik van materiaal en gebouwen neerzetten die energie opvangen en vasthouden. Ach, eigenlijk is bouwen heel simpel. Als je een aantal wetmatigheden respecteert die moeder aarde stelt, denk bijvoorbeeld aan zwaartekracht, dan krijg je er enorm veel voor terug.”/.

Betonballon/Frits van Otterdijk
Foto/Bart van Overbeeke