Bob de Bouwer en het gestolen Albert Heijn-mandje vallen als eerste op. Ivo stelt vast dat dit de kamer van een man is. Verder ziet hij een waterkoker staan en concludeert dat deze man thee drinkt; dan heeft hij vast een saaie persoonlijkheid. Bert roept verbaasd: ‘maar ik drink ook thee!’ Hij drinkt zo te zien niet alleen thee, want ze zien ook een Duvel-
verpakking staan. Deze persoon zal dus naast de
duidelijk aanwezige whisky ook bier in huis hebben. Door de Bob de Bouwer, de CHEOPS-groene kleur op de muur en de inrichting van de kamer denken ze dat deze persoon Bouwkunde studeert. De tas geeft aan dat hij derdejaars is. Ivo merkt op dat er een opblaasbed op de vloer ligt, dus komen er vast vaak mensen slapen. De trompet springt er volgens de jongens ook uit. Dit is een muzikaal persoon; hij heeft waarschijnlijk altijd een IPod bij zich. Naast muziek is hij ook een sportief type, want er hangt sportkleding te drogen en de mannen zien hele grote sportschoenen staan. Hieruit concluderen ze dat dit een lang persoon is en dan kan het haast niet anders of hij speelt volleybal of basketbal.
“Wat een zooitje is het hier zeg”, is het eerste dat Pieter eruit flapt. Ook de vrouwelijke namen op de kentekenplaten aan de muur springen eruit. Tom denkt in eerste
instantie dat deze kamer van een vrouw is, maar als hij de foto ziet met de whiskyflessen erop verandert hij van mening. Deze kamer is van een man met een goede neus voor whisky! De Bob de Bouwer valt hem ook op; hij vindt dit een vreemde combinatie met de whisky. De hobby’s van deze student zullen whisky drinken en trompet spelen zijn. Daar zullen zijn huisgenoten wel blij mee zijn, denkt Tom. De mannen vinden de schoenen van deze student erg afschuwelijk, maar de kamer is mooi ingericht. Hieruit concluderen ze dat deze student is begonnen aan Industrial Design, maar het daarna heeft verwaarloosd. Deze student is erg trots op zijn whisky, dus daar heeft hij altijd wat van in huis.
|