spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

‘The place to be’ van de TU/e-student

4 december 2008 - Waar speelt het sociale leven van de Eindhovense student zich af? Vraag het aan TU/e-staflid Joep Huiskamp en hij vertelt dat de TU/e-student keuze heeft uit honderd diverse verenigingen, die voor ieder wat wils hebben. Vraag het aan studenten op het Limbopad en zij zeggen dat ze in Veghel voetballen, in Tilburg hockeyen en nu snel de trein moeten halen. Weekblad Elsevier vroeg het in een steekproef aan een kleine 300 -van de 7.500- TU/e-studenten en kwam tot conclusies die beide zienswijzen staven.

De TU/e kent bijna honderd verschillende verenigingen. Studenten hebben de keuze uit tien gezelligheidsverenigingen, een dozijn cultuurverenigingen, acht internationale studentenverenigingen, dertien studieverenigingen, een handvol clubs op levensbeschouwelijke grondslag, bijna veertig sportverenigingen en twaalf clubs die niet onder een van deze noemers zijn te vangen. Bij die laatste groep horen bijvoorbeeld de computervereniging Stack en motorclub de Asfalthappertjes.

Van alle TU/e-studenten is slechts zeven procent nergens lid van. In heel Nederland geldt dat voor achttien procent van de studenten die wetenschappelijk onderwijs volgen. Dat er in Eindhoven zoveel clubs zijn, betekent ook dat zij relatief klein van omvang zijn. Met drie- of vierhonderd leden ben je in Eindhoven al een kanjer. Met trots staat op de website van Stack: “Momenteel hebben wij zo’n driehonderd leden, waarmee we een van de grootste studentenverenigingen zijn op de campus.” Andere grote jongens zijn de algemene verenigingen Demos, ESC en SSRE. De jongste vereniging, frisbeevereniging Vertigo, oprichtingsdatum 28 oktober 2008, heeft 21 leden.

De grote deelname aan studieverenigingen kan te maken hebben met de korting op boeken die bij het lidmaatschap hoort. Vaak is het financiële voordeel groter dan de contributie.

Landelijk gezien woont 29 procent van de universitaire bachelorstudenten nog thuis. Van de Eindhovense studenten uit het Elsevier-onderzoek (allen bachelors) woont 41 procent nog bij zijn of haar ouders. Dat kan niet verklaard worden met kamernood. Juist in Eindhoven zegt maar 4 procent van de studenten dat ze wel op kamers willen, maar deze niet kunnen vinden. In heel Nederland heeft 16 procent van de universitaire studenten moeite een eigen hok te vinden.

Zou het meespelen dat de TU/e zo goed bereikbaar is? Vanaf bus- en treinstation is de afstand naar de collegezalen binnen tien minuten wandelen te overbruggen. Het prachtige glooiende asfaltlint heet niet voor niets Limbopad.

Als het aan drs. Joep Huiskamp, projectleider Eindhoven studentenstad binnen de TU/e, ligt, gaat het cijfer voor thuiswonende studenten dalen naar 25 procent. In zijn beleidsnotitie Eindhoven Studentenstad staat voorop dat er meer studenten in de stad moeten wonen. Daartoe heeft hij regelmatig overleg met gemeente, woningbouwverenigingen, Fontys en andere partijen.

Zo heeft hij onlangs een fietstocht gemaakt met wethouders Marriët Mittendorff, die onderwijszaken in haar portefeuille heeft, en Mary Fiers, die over huisvesting gaat. Ze begonnen bij het verenigingshuis van SSRE op het Stratumseind, namen een kijkje in het pand aan de Ten Hagestraat 13 waar ESC haar zinnen op heeft gezet, bezochten de Bunker en gingen tenslotte op visite bij een bewoonster van een spacebox op de campus.

Daar waren op dat moment ook twee internationale masterstudenten die noodgedwongen tijdelijk op het ‘t Wolfsven in Mierlo bivakkeren. Het informele werkbezoek noemt Huiskamp zeker nuttig. “Het is van belang dat alle partijen inzien dat er iets moet gebeuren op huisvestingsgebied. De acute problematiek voor de Wolfsvenbewoners moet snel worden opgelost en op lange termijn moet er, liefst zelfstandige, woonruimte komen voor vijftienduizend studenten.”

Meer te zien
Het zou goed zijn voor de stad Eindhoven wanneer er meer te zien is van het doen en laten van de studenten. Het imago van Eindhoven zit niet vastgeroest in een traditionele sfeer, maar kan veranderen in ‘een door hightech gedreven, op toekomst en innovatie gerichte stad met uitstekende stedelijke voorzieningen en internationale ambities. Waar het bovendien prettig werken, wonen, studeren en uitgaan is’, aldus het beleidsplan van de TU/e.

De laatste jaren zijn studenten al meer nadrukkelijk aanwezig volgens Huiskamp. Hij somt een aantal voorbeelden op: “Vorig studiejaar hield Compositum, de koepelorganisatie van de drie algemene studentenverenigingen, een fototentoonstelling over de geschiedenis van het studentenleven. Doelgroep was de Eindhovense bevolking en de expositie vond plaats in het Stadhuis en reist nu langs andere plekken. De Demos Duckrace, een benefietactiviteit van gezelligheidsvereniging Demos, is met opzet in de binnenstad gehouden. Het te water laten van de duizenden badeendjes had ook op de campus kunnen gebeuren, maar bij de brug bij het Van Abbe Museum was er meer Eindhovens publiek.”

Het ESC is al enige tijd bezig een sociëteit in de binnenstad te betrekken. De TU/e is bereid hiervoor het monumentale pand aan de Ten Hagestraat te kopen en het corps zal de verbouwingskosten betalen. Om de Eindhovenaren alvast positief te stemmen, heeft het ESC onlangs een kunstwerk geschonken dat is geplaatst in de Kerkstraat. Het stelt een wereldbol voor met in het midden studenten die lezen en werken op hun laptop. Misschien kijken ze wel naar Shift040, de site voor en door studenten in Eindhoven. Huiskamp vertelt over het belang hiervan. “De website Shift040.nl heeft als functie het zichtbaar maken van de studentengemeenschap.” Hij kan het niet genoeg benadrukken: “Laat horen en zien wat je doet!”

Het laatste en meest symbolische voorbeeld dat de projectleider noemt, is de sweater die ontworpen is voor het Groot Nederlands Studenten kampioenschap. Het was de eerste keer dat het Eindhovense team in uniform tenue naar de GNSK ging. Op de rode trui is aan de voorzijde het woord Eindhoven in medailles afgedrukt en onder de capuchon is de kampioensbeker afgedrukt. “Een trui met een vette knipoog. Het drukt trots zonder schreeuwerigheid uit”, zegt Huiskamp, “en dat is het beeld dat bij ons past. Eindhoven is het veronderstelde slechte imago kwijt.”/.

 

Naar huis


Een gure maandagmiddag op het Limbopad. Fietsers slalommen langs studenten die haastig naar het station lopen. Er zijn nog een paar minuten voor de trein of de bus vertrekt richting woonplaats. Veel studenten reizen tien maal per week op en neer van ouderlijk huis naar de campus. Tien uren reistijd per week is heel normaal. Bouwkundestudent Robin van Maldeghem is nog langer onderweg; een enkeltje van Dinther nabij Veghel, tot Vertigo duurt anderhalf uur. De eerstejaars Bouwkunde is openhartig over de twijfel die hij heeft bij zijn studiekeuze. “Bouwkunde studeren in Eindhoven kost veel meer tijd dan ik had verwacht. Ik doe nauwelijks meer dan studeren, reizen en slapen. Ik ben lid van de plaatselijke voetbalvereniging in Dinther, maar als ik net thuis ben van de universiteit om zeven uur ’s avonds, ben ik vaak te moe om naar de training van half acht te gaan.” Niet vreemd dat Van Maldeghem op zoek is naar een kamer in het centrum van Eindhoven.

Ook masterstudent Shrinidhi Nagesh heeft te weinig tijd om lid te worden van een studentenvereniging op de TU/e. Hij moet op en neer naar vakantiepark ’t Wolfsven in Mierlo. Daar wonen ook zijn acht Indiaase vrienden van de universiteit van Manipal, allen in afwachting van de oplevering van de spaceboxen die op de TU/e-campus zijn neergezet. De studie Informatica vergt veel tijd en Nagesh noemt zijn leven op dit moment ‘miserabel’. Dat komt onder andere door het gebrek aan internet op het vakantiepark. De huisjes waar ze met twee personen in wonen, vindt hij prima. Wanneer hij eindelijk in een felbegeerde spacebox komt te wonen, zullen zijn omstandigheden verbeteren, verwacht hij. Dat gaat deze maand gebeuren.

Er zijn ook studenten die een kamer in Eindhoven hebben, maar toch trouw blijven aan de club in hun woonplaats. Zoals Rob de Heus, tweedejaars student Technische Informatica. Tweemaal per week treint hij naar Tilburg omdat daar nog veel vrienden wonen en omdat hij daar wedstrijden speelt met zijn hockeyteam. Het eerste halfjaar treinde hij iedere dag op en neer, maar om reistijd te sparen en om zijn bardiensten bij studievereniging GEWIS tot het einde van de donderdagavond te kunnen draaien, is hij op kamers gegaan in Eindhoven. Nu kan hij ook aan zijn conditie werken bij het sportcentrum van de TU/e.

Stephan van den Hanenberg en Ron op het Veld moeten er niet aan denken om in Eindhoven te gaan wonen. Dan maar tienmaal in de trein naar Boxtel (Van den Hanenberg) of tienmaal anderhalf uur reizen naar Roermond (Op het Veld). Beide derdejaars Elektrotechniek zijn lid van studievereniging Thor met als enige doel korting op boeken. Een kamer in Eindhoven noemen ze te duur. “Zeker 320 euro wanneer je enkele eisen aan je kamer hebt.” Bovendien kun je volgens hen veel beter in Den Bosch of Utrecht uitgaan. En dan ligt Boxtel opeens lekker centraal.

Dat pap en mam de was doen en koken is ook wel zo prettig. Dat is ook de reden waarom Elien Engels de tien uren reistijd per week voor lief neemt. De tweedejaars student Biomedische Technologie is lid van Protagoras, ook om de boekenkorting. Ze gaat wel naar de feesten die de studievereniging organiseert.

 

Naar de kroeg


“Ieder jaar zijn weer andere kroegen populair”, zegt vijfdejaars Technische Bedrijfskunde Irene Kamp. Toen zij begon met studeren, ging ze graag naar de Stunt, tegenwoordig gaat ze liever naar Spijker. Vorig collegejaar was Kamp bestuurslid van Compositum en heeft ze een tentoonstelling georganiseerd over de geschiedenis van het studentenleven in Eindhoven. In haar zoektocht naar informatie ontdekte ze dat het uitgaansleven van de Eindhovense student fikse golfbewegingen maakt. “Tegenwoordig is Stratumseind ‘the place to be’, maar begin jaren negentig wilden studenten er absoluut niet gezien worden.”

Volgens Kamp is er in Eindhoven genoeg te beleven wat stappen betreft, maar is er nog wel behoefte aan meer eetcafés met gereduceerde tarieven. Ze weet dat de Connaisseur aan de Kleine Berg en Spijker/Thomas op Stratumseind studentenmenu’s aanbieden op vertoon van een collegekaart. Kamp heeft het gevoel dat er een toename is van soortgelijke initiatieven. “Maar nog steeds ga je als Eindhovense student niet snel een hapje eten in de stad, omdat je toch gauw een heel bedrag kwijt bent.”

Horecaondernemers met commercieel inzicht hebben gezorgd voor banden met bepaalde studenten- en studieverenigingen. De Stunt sponsort bijvoorbeeld het ESC en Santé heeft speciale feestjes voor Biomedische Technologie en Demos.

Thomas/Spijker ontving afgelopen jaar menig SSRE-lid, Bedrijfs-kunde-, Bouwkunde én Industrial Designstudent. Bedrijfsleider Ad Abem van de aan elkaar verbonden kroegen Spijker, Vijftien en Thomas vertelt dat het mes aan twee kanten snijdt. “Ik noem geen bedragen, maar voor verschillende activiteiten sponsor ik op passende wijze. Bij een cocktailworkshop is dat in natura, voor een studiereisje is dat in euro’s.” De cafés krijgen in ruil daarvoor reclame en klandizie. “Wij staan open voor alle ideeën. Ik denk dat het studentenleven de laatste tijd leuker is geworden. Momenteel bouwen we een kar met daarop een tap. Daarmee willen we langsrijden bij studentenactiviteiten in heel de stad. Op de zijkant komen stickers van SSRE, Thomas/Spijker en de brouwer Grolsch.”

 

Naar de club


Onlangs gingen leden van Dekate Mousa naar natuurgebied de Reuselse Moeren om herfstfoto’s te maken. Foto: Joren Hoogeboom/Dekate Mousa

Eindhovense studenten zijn graag lid van sportclubs, studieverenigingen of andere verenigingen. Slechts zeven procent ziet geen enkel voordeel in het lidmaatschap van een vereniging. Dat is afgezet tegen het landelijk gemiddelde (achttien procent) opvallend.

Er is in Eindhoven keuze uit 38 sportverenigingen, van alpinisme tot zweefvliegen. Alsof dat nog niet genoeg is, is onlangs Vertigo opgericht. De frisbeeërs trainden al langer op het TeMa-veld, maar klopten voor een verlicht veld aan bij het sportcentrum. Daar waren zij welkom, mits er officiële statuten en een inschrijving bij de Kamer van Koophandel overlegd konden worden. Op 29 oktober 2008 was het allemaal rond en is de frisbeeclub geboren.

De naam Vertigo verwijst niet naar het Bouwkunde-gebouw, maar naar de betekenis in het Latijn: draaien. Het draai-effect aan de schijf is een bestaansrecht voor frisbeeën. Secretaris Bas Hermans vertelt dat de leden bikkels zijn: “Ook bij koud weer komen er genoeg personen naar de training. We zullen ook de hele winter buiten trainen. Onze 21 leden komen vooral van Scheikundige Technologie en BMT, maar we hebben ook iemand van Fontys. Iedereen woont in Eindhoven.”

De activiteiten van Vertigo bestaan voor een deel uit het bezoeken van toernooien in Nederland en buurlanden. “Het streven is om naar Brugge of Düsseldorf te gaan. Er is ook de mogelijkheid om een toernooi wat verder weg te zoeken, bijvoorbeeld Milaan of Barcelona”, zegt Hermans. Net als de meeste verenigingen organiseert Vertigo ook gezelligheidsactiviteiten. In de planning staan een Sinterklaasactiviteit, een nieuwjaarsactiviteit en nog een activiteit in de lente.

Fotoclub Dekate Mousa komt iedere dinsdag bijeen voor lezingen, werkbesprekingen of het organiseren van exposities op gebied van film of fotografie. “Eens in de zoveel tijd hebben we ook een gezelligheidsactiviteit. Dan gaan we bijvoorbeeld lasergamen, poolen of karaoke-zingen. Dat doen we om elkaar ook op een andere manier te leren kennen, zodat je binding krijgt binnen de vereniging”, zegt voorzitter Frans van Nistelrooij.

In weekenden zijn er af en toe activiteiten, zoals het bezoeken van een fototentoonstelling of vakbeurs. Onlangs ging Dekate Mousa naar natuurgebied de Reuselse Moeren om foto’s te maken. Van Nistelrooij vertelt dat er sinds een aantal jaren weer wat meer actieve leden zijn. “De laatste tijd zijn er vaak zo’n vijftien leden per avond aanwezig, voorheen lag dat rond de negen.”

Motorclub de Asfalthappertjes noemt zichzelf een gezelligheidsvereniging waarbij iedereen affiniteit met motoren heeft. “De een sleutelt er graag aan, de ander zoekt een leuk tourmaatje”, legt voorzitter Jan van Ierland uit. “Elke maand hebben wij een clubavond waar we over van alles bijpraten.” In de winter organiseert ESMC binnenactiviteiten als uit eten gaan, karten, paintballen en een sleutelcursusje. “Voor de ‘die hards’ gaan we dan ook met de motor ‘winterkamperen’. In het motorseizoen gaan we, naast de diverse tourtochten, een aantal keer kamperen in het buitenland. Zeker in de zomer is het gezellig door dingen als een barbecue of ander hilarisch samen zijn.”

Het beste idee van de afgelopen tijd was de samenwerking met de rijschool Dekker/Meurs. Hierdoor kan de vereniging leden aantrekken al voor ze het rijbewijs of een motor hebben. “Na jaren van gemiddeld negentig leden zijn we vorig jaar in de lift gegaan en streven we binnenkort de honderd voorbij”, besluit Van Ierland.

Studentenleven/Norbine Schalij
Illustraties/Jeannette Bos
Foto’s/Bart van Overbeeke