“Dit is de kamer van een jongen”, weet Daniëlle in een oogopslag te vertellen. Alles in de kamer wijst hierop volgens haar. Het gebruik van kleuren, het Discovery-programma op tv, het verkeersbord, de Playmobil en de Meccanokraan. Zijn kamer is overigens goed georganiseerd, dus zal hij geen eerstejaars zijn. Aan zijn laptop te zien, is hij waarschijnljk tweedejaars. Het shirt dat over de stoel hangt, is er een van een dispuut van Werktuigbouwkunde, weet Daniëlle te vertellen. Ze denkt dat een van zijn hobby’s het lezen van stripboeken is, na de strips van Garfield aan de muur gezien te hebben. De graffiti spuitbussen wijzen erop dat hij veel tijd doorbrengt in de Berenkuil in Eindhoven. Hij zal waarschijnlijk ook skateboarden, dat past wel bij zo’n type jongen. Bovendien zal hij een Xbox hebben, die is echter niet te zien op de foto. Hij heeft altijd eten tot zijn beschikking, want hij is een jongen en jongens hebben altijd eten in huis. Zijn must-have-item is de pet die bovenop de kast ligt, dit past namelijk bij zijn skater-image.
“Lego, wat grappig!”, flapt Alexander er als eerste uit. Ook de muur vol met strips vindt hij erg leuk. De spuitbussen vallen Rik als eerste op. Dit is de kamer van een jongen, denken beide heren. Werktuigbouwkunde zal zijn studie zijn, te zien aan het tandwiel en de compressor. Aan de laptop is te zien dat hij een tweede- of derdejaars student is, voegt Alexander daaraan toe. Op de televisie is te zien dat deze student Scrapheap Challenge kijkt op Discovery Channel. Ook de verkeersborden geven aan dat deze kamer van een man is. Over het algemeen vinden Alexander en Rik dat de kamer er netjes uitziet en dat deze student een goede smaak heeft. Zijn hobby zal knutselen zijn, misschien nog wel met Lego. Verder zal hij niet aan sport doen, hoogstens fietsen. Alexander denkt dat zijn must-have-item een zakmes is. Rik denkt echter dat deze persoon een iets minder gevaarlijk type is. Verder zal hij altijd chocopasta en fruithagel in huis moeten hebben. En boodschappen doet hij altijd bij de Albert Hein, wat te zien is aan dat welpie ding.
|