5 februari 2009 - De Utrechtse promovenda Maartje de Goede zorgt voor een nieuwe aflevering in de soap rondom het verschil in ruimtelijk inzicht tussen mannen en vrouwen. Mannen zouden meer gevoel hebben voor richtingen en afstanden (en dus kunnen kaartlezen), terwijl vrouwen juist beter de locatie van voorwerpen kunnen onthouden (en daardoor altijd als eerste de afstandbediening te pakken hebben). Een en ander zou te maken hebben met de aanwezigheid van de geslachtshormonen testosteron en oestradiol in het lichaam, maar veel van de onderzoeksresultaten lijken tot dusverre met elkaar in tegenspraak. Ook De Goedes onderzoek draagt bij aan de verwarring: ze ontdekte dat mannen met veel van het ‘vrouwenhormoon’ oestradiol slechter zijn in het onthouden waar voorwerpen zijn gebleven, terwijl vrouwen door dit hormoon juist beter gaan presteren. Wordt vervolgd…