spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
“Crisis is een uitdaging voor de EU”
4 juni 2009 - De inwoners van de EU brengen vandaag, donderdag 4 juni, hun stem uit voor een nieuw Europees Parlement. Europa leeft niet bij de burger, blijkt uit diverse onderzoeken. Geldt dat ook voor studenten en universiteitsmedewerkers? Cursor vroeg aan vijf TU/e’ers uit verschillende EU-lidstaten en een deelnemer aan de Europese Week of zij warm lopen voor Europa.

Martin Strohmeier (Duitsland)
Student Mathematics for Industry



“Ik ga zeker stemmen. Als ik mijn stem kan uitbrengen, doe ik dat. Ik ben zelf actief lid van de Duitse christendemocraten CDU. Het is belangrijk om van je democratische recht gebruik te maken. Het houdt onze democratie levend.

Ik geloof in de Europese integratie, anders zou ik hier bijvoorbeeld niet studeren. Het heeft ons veel goeds gebracht. Zeventig jaar geleden hadden we nog een dictatuur. Nu is er veel welvaart, meer veiligheid en een goed sociaal vangnet. De Europese samenwerking heeft daar voor een belangrijk deel aan bijgedragen. Zo is Duitsland als exportland gebaat bij meer economische integratie en een gezamenlijke munt. Het belang van integratie blijkt ook nu weer met de crisis. De lidstaten moeten over hun eigen grenzen heen durven kijken om de recessie het hoofd te bieden. De crisis is een uitdaging voor de EU. Maar dat wil niet zeggen dat landen hun eigen problemen kunnen afwentelen op Europa. Landen moeten hun problemen ook deels zelf oplossen.

De integratie is de afgelopen jaren wel ietwat te snel gegaan. Ik zeg geen nee tegen de toetreding van Turkije, maar we moeten er voorlopig mee wachten. Roemenië en Bulgarije waren er in 2007 nog niet klaar voor.”

 

Michiel Dehaene (België)
Docent Stedenbouw



“Ik voel me heel erg Europeaan en vind het belangrijk om te stemmen. In België is over het algemeen veel draagvlak voor Europa. Al zijn er genoeg Belgen die zich niet Europeaan voelen en zich primair verbonden voelen met hun regio.

Europa is belangrijk voor de lidstaten. Het beteugelt nationale navelstaarderij, of, in het geval van België, een fixatie op één van de gewesten. Europa heeft ons veel welvaart gebracht, maar we moeten opnieuw stevig nadenken over de inrichting van onze sociale stelsels na decennia van liberalisering. Om een vuist te maken, moet dat op Europees niveau gebeuren. Het is dan ook goed om te zien dat ook vakbewegingen zich op dat niveau gaan groeperen. De politieke integratie laat echter nog te wensen over. Veel landen willen nog te graag elkaar de vliegen afvangen. Dat is niet goed voor de bestuurbaarheid. Daarnaast moet het Europees Parlement meer bevoegdheden krijgen.

Ik vind het belangrijk dat een minderheid van landen over bepaalde thema’s een veto mag uitspreken. Ook passen sommige beleidsterreinen, zoals culturele zaken, beter bij de nationale politieke agenda’s. Maar bij bijvoorbeeld defensie moeten de neuzen dezelfde kant opstaan. Ook buitenlandbeleid kun je niet laten afhangen van een groepje kleine lidstaten.”

 

Sam Drabble (Verenigd Koninkrijk)
Student Europese Studies (King’s College Londen)



“Hoe ouder ik word, hoe meer ik me Europeaan voel. Jaren geleden zag ik het nut van die integratie niet zo in. Ik heb veel gereisd door Europa en ben nu erg internationaal georiënteerd geraakt. Ik zie in dat de lidstaten veel baat hebben bij vergaande samenwerking. Ik stem dan ook, al is het maar omdat ik me daartoe verplicht voel vanwege mijn studie. Maar ik heb niet de illusie dat mijn stem enig verschil maakt.

Vooral op economisch gebied is de integratie functioneel gebleken. De meeste EU-burgers, onder wie de Britten, hebben daarvan de vruchten geplukt. Ook de veiligheid is sinds de Tweede Wereldoorlog sterk toegenomen. Een vreedzame Europese orde is mede de verdienste van de samenwerking. Maar bijvoorbeeld het onderwijsbeleid moet de EU mooi overlaten aan de lidstaten. De Britse onderwijscultuur is zo anders dan de Franse.

De Europese integratie zie ik niet veel verder reiken. Nationalistische gevoelens zitten er bij veel volken te sterk ingebakken. Als de EU serieuzer genomen wil worden, moet ze een daadkrachtiger buitenlandbeleid hebben. Ook dient Europa dan democratischer georganiseerd te worden. Maar zolang de burgers niet de wil hebben om te participeren of meer Europees te denken, zijn pogingen daartoe gedoemd te mislukken.”

 

Sonia Gomez Puente (Spanje)
Docententrainer en adviseur van de Education & Training Unit (DPO)




“Ik vind de EU een interessant project. Er is veel gebeurd in de laatste jaren om bijvoorbeeld onderwijs en samenwerking te bevorderen. Ik vind het goed dat er een vergelijking van onderwijscompetenties wordt ontwikkeld, zodat Europese studenten overal terechtkunnen. Ik kom uit Madrid en woon nu acht jaar in Nederland. Ik ben getrouwd met een Nederlander, vandaar. Maar een Nederlands paspoort ga ik niet aanvragen. Dankzij de EU hoeft dat ook niet meer. Je kunt binnen Europa wonen en werken waar je wilt. Die keuze heeft trouwens niets van doen met nationale trots of zo. Als ik Nederlands staatsburger wil worden, kost me dat geld. En daar doe ik liever leukere dingen mee, toch? En omdat ik al zo lang hier woon, voel ik me vanzelf een beetje Nederlandse. Daar heb ik geen papiertje voor nodig.

Ik ga niet stemmen. Ik ben niet zo betrokken bij het Europese Parlement. En zomaar iemand kiezen, zonder voldoende kennis van zaken, vind ik niet goed. Ik weet niet hoe je burgers meer kunt betrekken bij de EU. Het is een individuele beslissing om meer actiever en meer betrokken te raken voor Europa. Het is een keuze die ieder voor zich moet nemen.”

 

 

Oliver Horeni (Duitsland)
Promovendus Urban Planning Group Bouwkunde



“De EU biedt voordelen waar wij trots op kunnen zijn. Dat politici elkaar geregeld spreken en zorgen voor harmonisering van beleid. Dat de politie samenwerkt. Dat we één munteenheid hebben. Dat we kunnen reizen zonder grenzen. Dat we overal binnen de EU vrij zijn om een woon- en werkplaats te vinden. En dat het gevoel van ‘buitenlander’ vervaagt. Maar dit soort voordelen wordt vaak gehinderd door het gesteggel tussen de lidstaten en de EU over de wettelijke bevoegdheden. Ik vrees bovendien dat de eenwording van Europa het verlies van de culturele diversiteit versnelt. Ik ben Duits, woon in Nederland en voordat ik hier kwam, werkte ik in Zweden. Ik ben er trots op dat ik mijn stem voor het Europees Parlement buiten mijn eigen land kan uitbrengen. Ook daardoor voel ik me Europees. Onderwijs is de sleutel tot de Europese gedachte! Mensen zouden voor langere periode van school moeten wisselen in een ander EU-land. Breng diverse nationaliteiten samen zodat ze elkaars talen leren. Niet alleen Engels, want dat is een te smalle basis om andere culturen te echt leren kennen.”

 

Mark de Vrieze (Nederland)
Student Sustainable Energy Technology



“Ik bekijk bijna alles door een Nederlandse bril. Ik voel me geen Europeaan. Alleen als het me uitkomt, ga ik stemmen. Mijn huiver is dat Nederland straks wordt opgeslokt door de EU en je een soort superstaat krijgt. Brussel moet niet van bovenaf bepalen wat wij hier moeten doen. Het is toch jammer als we straks ons drugsbeleid en homohuwelijk moeten opgeven?

Op sommige gebieden is meer Europese integratie nuttig, bijvoorbeeld bij de aanpak van de internationale criminaliteit. Ook het vrije verkeer van werknemers vind ik een goede zaak. Die Polen komen graag werken en de bedrijven zijn er blij mee. Een win-winsituatie. Immigratiebeleid is weer een nationale aangelegenheid. Of een lidstaat de deur wil opengooien voor immigranten of deze op een kiertje wil houden, moet dat land zelf weten.

De EU moet niet verder uitbreiden. De oude lidstaten hebben niet veel aan de nieuwkomers. Rijke landen sponsoren de arme EU-leden wel, maar krijgen er weinig tot niets voor terug. Landen als Bulgarije en Roemenië hebben weinig potentie en leveren nauwelijks een bijdrage. Rusland mogen ze trouwens wel inlijven van mij. Die hebben veel gas, daar heb je wat aan.”
Interviews/Tjeerd Adema en Frits van Otterdijk