spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
“In Kenia noem je iemand niet zomaar bij de voornaam”
4 juni 2009 - Na bijna zeven jaar in Nederland vloog theoretisch natuurkundige dr. Julius Ojwang vorige week naar Washington. Twee dagen na het behalen van zijn doctorstitel voegde de Keniaan zich daar bij zijn Indiase vrouw.
Tijd voor een nieuw hoofdstuk in zijn leven, op weer een nieuw continent.

Hij heet voluit Julius Greenhamms Omondi Ojwang, maar iedereen noemt hem Ojwang, zoals dat gebruikelijk is in zijn geboorteland. “In Kenia noem je iemand niet zomaar bij de voornaam, dat is alleen voor intimi. Als iemand anders het doet, wordt het als denigrerend opgevat.” Eigenlijk noemde alleen zijn overleden grootmoeder, aan wie hij zijn proefschrift over metaalhydriden opdroeg, hem Julius. “Met haar had ik een heel bijzondere band. We woonden niet ver bij haar vandaan. Als kind kon ik het in ruim een half uur lopen en in de vakanties logeerde ik vaak bij haar. Grootmoeders gaan op een mooie manier om met hun kleinkinderen. Moeders zijn vaak te streng.”

Bijna zeven jaar heeft hij in Nederland gewoond, maar de taal heeft de Keniaan in die periode nauwelijks onder de knie gekregen. Hij is niet goed in talen, zegt hij. Bovendien spreekt bijna iedereen hier Engels.

Hij mag dan geen talenknobbel bezitten, Ojwang is zonder twijfel een getalenteerd wetenschapper, al toont hij zich zeer bescheiden. Hij studeerde cum laude af in Groningen en kwam daarna naar Eindhoven, om in de groep van prof.dr. Rutger van Santen te rekenen aan opslagsystemen voor waterstof. Tijdens zijn promotie bezocht hij het gerenommeerde Californische onderzoeksinstituut Caltech, waar hij zich nu gastonderzoeker mag noemen. Bovendien is hij ‘peer reviewer’ van twee wetenschappelijke tijdschriften, een eer die niet veel onderzoekers al vóór hun promotie ten deel valt. Ook zijn Eindhovense collega’s houden graag contact met de Keniaan, getuige een uitnodiging om in juli alweer op bezoek te komen. Dat doet Ojwang met plezier. Hij geeft hoog op van zijn promotor Van Santen. “Het is een bijzonder aardige man en elke keer dat je met hem spreekt, leer je weer iets van hem. Dat heb ik als bijzonder inspirerend ervaren.”

Nadat hij in Nairobi een bacholorsdiploma natuurkunde haalde aan de Jomo Kenyatta Universiteit -vernoemd naar de eerste president van het land-, besloot Ojwang les te gaan geven aan de Chebisaas Boys High School. De mooiste tijd van zijn leven. “Het was eigenlijk voor zes maanden, om na te kunnen denken wat ik verder wilde”, vertelt hij. “Maar ik kreeg zo’n goede band met het hoofd van de school dat ik er met veel plezier bleef werken.” Hij wist natuurkunde tot het populairste vak van de school te maken, vertelt hij met trots. Toen het schoolhoofd na drie jaar omkwam bij een verkeersongeluk, besloot hij alsnog zijn vleugels uit te slaan en een master natuurkunde te volgen in Groningen. “Ik hoorde over Nederland van mijn oom, die in Enschede een opleiding volgde om in Kenia natuurreservaten in kaart te brengen. Ik had in Nairobi kernfysica gedaan en herkende de namen van hoogleraren in Groningen. Met hen wilde ik graag in contact komen.”

De overgang van Kenia naar Nederland was groot. Behalve aan het beruchte broodje kaas als lunch, moest de Keniaan vooral wennen aan het feit dat mensen hier zoveel zelf doen. “Ik heb in het begin veel moeten leren, zoals een fotokopietje maken, of je fiets repareren. In Kenia zijn er altijd mensen die dat voor je kunnen doen. Omdat arbeid zo goedkoop is, doe je dat soort dingen niet zelf. ” Ook viel hem op hoe geordend alles hier is: vooral op het gebied van transport en verkeer: “Overal heb je fietspaden, dat is echt uniek.”

Ojwang vierde zijn promotie bescheiden, ook omdat zijn Indiase vrouw -die hij in Frankrijk leerde kennen en die in Washington werkt- er vanwege visumproblemen niet bij kon zijn. Twee dagen later vloog hij naar de Amerikaanse hoofdstad om zich bij zijn vrouw te voegen. Hij heeft daar werk gevonden als postdoc, in het geofysicalab van het private Carnegie-instituut. Weer een grote sprong, zowel qua plaats als wat het onderzoek betreft. “Ik vind het belangrijk om ervaring op te doen op verschillende terreinen. Bovendien bood deze positie me de mogelijkheid om weer bij mijn vrouw te zijn. Dat heeft ook een rol gespeeld.”/.

Interview/Julius Ojwang door Tom Jeltes
Foto/Bart van Overbeeke