Joost denkt dat hier een meisje woont; de tas op het bureau en het dekbed wijzen hier op. Bovendien zou een jongen nooit een poster ophangen met de tekst: ‘Ons mam krijgt er stijve tepels van’. Tenminste ik niet, voegt hij daar aan toe. Er liggen veel boeken in de kamer dus het zal geen eerste- of tweedejaars zijn. Joost heeft geen idee welke studie het kan zijn. Hij denkt in ieder geval geen Bouwkunde, dus gokt hij maar op Technische Bedrijfskunde. Deze meid houdt van schaatsen, die liggen namelijk boven op de kast. Ze zal dus lid zijn van schaatsvereniging ISIS. Haar hobby is verder dobbelen; als je een beker versiert met de tekst ‘sexy dobbelstenen’, dan zal daar je interesse liggen. Haar must-have-item is Labello; die staat natuurlijk niet op de foto omdat die in haar broekzak zit. Of misschien toch stoepkrijt; op slechts één van de twee foto’s staat de doos op de schouw, dus zal ze tijdens de fotosessie aan het krijten zijn geweest.
Het eerste wat Davy opvalt, is de schijnbare gokverslaving, gezien de kaarten en dobbelstenen op de schoorsteenmantel. Aan het dekbed en de tas op het bureau is te zien dat deze kamer van een vrouw is. Het is echter niet heel vrouwelijke ingericht en de schouw eruit ziet alsof deze ieder moment uit elkaar vallen. Davy denkt daarom dat het hier gaat om een eerste- of tweedejaars student. De studie is echter een groot raadsel voor hem, maar gezien het gebrek aan creatieve uitspattingen denkt hij aan Technische Innovatiewetenschappen. Ze is wel een sportief persoon, gezien de skates op de kast. Ze zal echter geen actief verenigingsleven hebben. Haar must-have-item is een stok kaarten. Ook zal ze altijd flessen frisdrank in huis moeten hebben. Davy vraagt zich nog af wat het stoepkrijt op de schoorsteenmantel doet. Misschien gebruikt ze dat om af en toe het Limbopad vol te stoepkrijten?
|