Glasinstrumentmaker Ad Waterschoot doet het even voor: je rolt een glazen staafje tussen de vingers van één hand heen en weer, het puntje in de vlam van een gasbrander. Je laat het uiteinde al draaiend smelten tot een bolletje, dat je vervolgens plat knijpt met een tangetje en voilà; je hebt een lepeltje. Het ziet er doodeenvoudig uit. Maar alleen al dat draaien blijkt in praktijk nog niet zo eenvoudig. Als je even niet oplet, krijg je een soort treurige hockeystick.
Groepsleider Frans Kuijpers vertelt: “Het is heel ambachtelijk wat we hier doen. Er komt veel fingerspitzengefühl bij kijken. Voordat je echt alles kunt, ben je een jaar of tien onderweg.”
Damien Aussems, student Technische Natuurkunde die bij wijze van uitzondering mee mocht met de Japie-activiteit, laat zich hierdoor niet ontmoedigen. Aan het eind van de middag heeft hij een glazen bestekset, een shotglaasje, een bierglas en een poppetje gemaakt. “Het is nog best moeilijk: hoe je hem vastpakt en de techniek van het draaien.” Even later staat Aussems met zijn hand onder de kraan. “Ik wist niet meer welke kant er net uit het vuur kwam.” (SK)/. |