spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Ir. Wim Bens, vertrekkend directeur Innovation Lab:
“Ik ben een bouwer, geen beheerder”
25 maart 2010 - Voor zijn doen zit Wim Bens al extreem lang op dezelfde plek. Ruim zes jaar geleden ging hij aan de slag als directeur van het Innovation Lab van de TU/e. Eind deze maand neemt hij afscheid. “Normaal blijf ik nooit ergens langer dan vier jaar en begint het na twee jaar al te jeuken.” Een gesprek over de valorisatieparagraaf, excuus-mkb’ers, de ideale technostarter en het belang om in het College van Bestuur een vierde lid op te nemen die de commerciële belangen van de universiteit behartigt.

Die laatste positie in het CvB had Wim Bens, die wiskunde heeft gestudeerd aan de TU/e, een aantal jaren geleden zelf wel willen innemen. Hij is er vast van overtuigd dat de tweede en derde geldstroom de komende jaren alleen nog maar in belang zullen toenemen. Daarom is er volgens hem een extra bestuurder nodig die zich speciaal daarop richt. “De eerste geldstroom (de directe bekostiging van de universiteit door de overheid, red.) zal natuurlijk nooit helemaal verdwijnen, maar over enkele jaren zal de verhouding tussen deze geldstroom en de tweede en de derde geldstroom wel ongeveer fifty-fifty zijn”, zegt Bens. “Ik had binnen het CvB graag de rol van Chief Commercial Officer willen vervullen, maar daar was men het destijds niet mee eens. Ik heb overigens nog steeds de ambitie om ooit deze positie te bekleden.”

Zes jaar geleden haalde collegevoorzitter ing. Amandus Lundqvist hem naar Eindhoven om het Innovation Lab op poten te zetten. “Mijn eerste vraag was hoeveel geld daarvoor beschikbaar was. Dat was er niet en mijn eerste opdracht was om geld binnen te halen. We begonnen met een groot Stimulus-programma en van het ministerie van Economische Zaken kregen we anderhalf miljoen euro. Inmiddels zit ik hier al weer zes jaar en dat is lang voor mijn doen. In het begin was het pionieren en bouwen. Ik ben ook iemand van gas geven en snel iets neerzetten. Meer een bouwer dan een beheerder. Deze hele materie was echter zo nieuw, taai en spannend voor de TU/e, dat het heel wat inspanning kostte om het van de grond te krijgen.”

Bens ging aan de slag met United Brains; een samenwerking die ooit was opgestart tussen de TU/e, Fontys en de Design Academy, om het midden- en kleinbedrijf van dienst te zijn. “Dat samenwerkingsverband was echter gesneuveld en de Design Academy was eruit gestapt. Met Fontys zijn we ermee doorgegaan en we hebben er een stichting van gemaakt waarbij ook het ROC en TNO zich aangesloten hebben. Het functioneert nu uitstekend als een front-office waar het mkb terecht kan met vragen en projecten. Het imago van de TU/e bij het mkb was destijds slecht. We waren in hun ogen een club waar maar rare mensen rondliepen met een totaal eigen vocabulaire. De horizon van de universiteit liep volstrekt niet in pas met die van het mkb. We hebben de afgelopen jaren vraag en aanbod via United Brains goed weten te matchen. Nu komen er jaarlijks enkele honderden projecten uit voort. Qua derde geldstroom stelt het niet veel voor, bij elkaar zo’n twee miljoen, maar we staan nu wel goed te boek bij de kleinere ondernemers. Zoiets spreekt zich ook rond en je ziet inmiddels vergelijkbare initiatieven ontstaan in andere delen van Nederland. Het bezorgt de TU/e voor zeer weinig middelen een positief imago, ook bij de provincie en bij EZ.”

Naast United Brains was bij de Dienst Algemene Zaken ook een groep mensen actief die zich bezighielden met het binnenhalen van subsidies, met licenties, contracten en zaken als intellectueel eigendom. Bens: “Die groep, onder leiding van Gerard Verschuren, hebben we verder uitgebouwd met twee juristen, een octrooigemachtigde en vijf projectmanagers. Bij dit deel van het Innovation Lab kun je spreken van technology transfer in de klassieke zin van het woord. Het andere deel van het Innovation Lab houdt zich bezig met het tot wasdom brengen van projecten, met het programma Incubator 3+ voor technostarters en met onderwijs dat gericht is op ondernemerschap. Eigenlijk bestaan er twee Innovation Labs.”

Volgens Bens is een belangrijke taak van de groep van Verschuren om ook op tijd na te denken over de periode na het aflopen van een project. “Een project van de grond krijgen kost veel tijd. Het lobbyen, het opzetten van een netwerk, het schrijven van een projectplan en dat weer diverse malen moeten bijstellen. Daar ben je al snel twee jaar mee kwijt. Een wetenschapper heeft de neiging om pas over het vervolg te gaan nadenken wanneer dat traject helemaal is afgesloten. Met het risico dat hij belangrijke onderzoekers uit zijn groep dan al weer heeft weggestuurd. Onze projectmanagers moeten die cirkel gesloten houden. Dat betekent eerder beginnen met lobbyen en met de acquisitie. Of je moet proberen om zelf invloed te krijgen op de projecten die worden uitgeschreven. Dat kan door eigen wetenschappers benoemd te krijgen in de commissies die bepalen welke projectlijnen er worden uitgezet. Bijvoorbeeld door de provincie of door EZ. Die mensen zitten er vaak al in, alleen weten wij dat nog niet. Als je het weet, kun je zo iemand met een gerichte boodschap op pad sturen.”

Het Innovation Lab probeert ook meer grip te krijgen op de subsidievoorstellen die door de faculteiten en wetenschappers worden ingediend. “Natuurlijk bemoeien we ons niet met de inhoudelijke kant van die voorstellen, dat blijft altijd een zaak van de wetenschapper zelf. Maar we kunnen ze wel vertellen wat de subsidieverstrekker graag in dat voorstel ziet terugkomen. Vaak komt er een soort excuus-mkb’er in voor. Wij kunnen daar een echte samenwerking van maken. Daarmee is een voorstel ook direct een stuk kansrijker. Wij stellen ook de vragen die een beoordelaar van de provincie of van EZ gaat stellen. Zeer belangrijk is ook de valorisatieparagraaf in een voorstel. Wat is het verwachte rendement dat een investering gaat opleveren? Als je dan opschrijft dat het al twee proefschriften en drie artikelen heeft opgeleverd, heb je het niet begrepen. Want dan heb je het over publiceren en niet over valoriseren.”

Bens is trots op wat hij met zijn mensen de afgelopen zes jaar heeft weten op te bouwen. “Uit het veld, maar ook van EZ, hoor ik dat wij in Nederland op dit vlak als nummer één worden gezien.” Ook over de ontwikkelingen bij Incubator 3+, waar hij algemeen programmamanager van is, is hij tevreden. “De afspraak uit 2005 om in vijf jaar tijd driehonderd technostarters op weg te helpen, komen we na. Natuurlijk hebben niet alle driehonderd het gehaald. Bij de helft gaat het licht uiteindelijk toch niet aan. Daar zijn veel redenen voor. Van de resterende honderdvijftig starters lukt het er negentig niet om iets substantieels van de grond krijgen. Blijven er zestig over, waarvan er dan vijfenveertig doorgroeien tot een klein hightech bedrijfje, dat nooit veel groter wordt dan vijftien werknemers. Die houden er wel een goede boterham aan over. Vijftien bedrijven breken uiteindelijk door, die hebben echt potentie. Een mooi voorbeeld is Novameer, het bedrijf van Bart Kranz, die vijf jaar geleden afstudeerde aan de TU/e. Kranz verkocht eind 2009 zijn bedrijf, dat een nieuw composietmateriaal ontwikkelde, voor elf miljoen een groot Japans bedrijf. Dat zijn ook leuke voorbeelden die je aan vwo’ers kunt laten zien, die vaak niet weten wat je allemaal met een technische opleiding kunt bereiken.” De beste technostarters zijn volgens Bens degenen die al enkele jaren ervaring hebben opgedaan in het bedrijfsleven. “Die hebben in die vier tot vijf jaar al de fouten gemaakt die ze als eigen ondernemer niet meer zullen maken. Met die alumni moet de universiteit rond die tijd weer in gesprek zien te komen.”

Bens zelf is inmiddels al aan de slag als algemeen directeur van het Dutch Institute for Advanced Logistics (Dinalog). “Een mooie nieuwe uitdaging, waar ik ook weer volop kan gaan bouwen.” De komende vier jaar is er in totaal zestig miljoen beschikbaar om aan de A16 bij Breda een Supply Chain Campus te bouwen, waarbij ook de TU/e participeert in een topinstituut op het gebied van logistiek en supply chain management. Maar wie weet keert Bens over een aantal jaar weer terug naar Eindhoven om alsnog zijn begeerde plek in het CvB in te nemen. /.

Woensdag 31 maart neemt Wim Bens officieel afscheid van het Innovation Lab. Van 16.00 tot 17.00 uur spreekt hij onder meer zelf en wordt zijn opvolger Steef Blok voorgesteld in de Blauwe Zaal van het Auditorium. Na afloop is er een borrel.

Interview/Han Konings
Foto’s/Bart van Overbeeke