spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

    Bij voorkeur vrouw

    23 september 2010 - Dat er aan de TU/e weinig vrouwen in topposities werken, is bekend. Hoe dat komt en vooral, hoe je dat kunt veránderen, wordt binnenkort onderzocht in een promotietraject. Is de acquisitie bijvoorbeeld wel actief genoeg? “Ik had zelf ook niet gedacht dat de TU/e op mij, een psycholoog, zat te wachten”, zegt projectleider prof.dr. Eva Demerouti. Ze is hoogstpersoonlijk gevraagd en dat werkte.


    In de periode dat prof.dr. Eva Demerouti bij TU/e-faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences kwam werken in de vakgroep Human Performance Management, nu precies een jaar geleden, werd voor het eerst hardop gepraat over het lage percentage vrouwen in topposities. “Wat is daar nou de oorzaak van? Rector Hans van Duijn toonde interesse in een mogelijk onderzoek naar de factoren die kunnen helpen meer vrouwen naar de TU/e te krijgen. Daarop hebben wij een voorstel ingediend, contact gezocht met de lokale vakbonden aan de universiteit en het resultaat is dat er nu een vacature ligt voor een promotieplek ‘Topvrouwen in de top van technische universiteiten’. Bij voorkeur nemen we daar een vrouw voor aan.”

    Prof.dr. Ruth Oldenziel is copromotor en de dagelijkse begeleiding ligt in handen van universitair docent dr. Sonja Rispens. De vakbond is betrokken bij het project en zal op belangrijke momenten aanschuiven. “Wat dit project uniek maakt, is de positieve benadering. We gaan niet de belemmerende factoren onderzoeken, maar de bevorderende.”

    Of de carrière van een vrouw doorloopt tot een topbaan hangt af van een heleboel verschillende factoren. Is ze ambitieus genoeg? Krijgt ze steun van het thuisfront? Is haar leidinggevende stimulerend of afremmend? Zijn haar taakeisen behapbaar? Heeft ze toegang tot de juiste hulpbronnen? “Het is complexe materie en dat verklaart meteen waarom de vraag ‘Hoe krijgen we meer vrouwen aan de top?’ nog nooit eenduidig beantwoord is”, zegt Demerouti. Daar komt hopelijk binnen vier jaar verandering in.

    Op vier niveaus zijn factoren van belang bij het binnenhalen van meer vrouwen. Ten eerste heeft een vrouw te maken met de arbeidsvoorwaarden van de organisatie, zoals kinderopvang en flexibele werktijden. “Ook het aannamebeleid van de universiteit is belangrijk. Je kunt je afvragen of de acquisitie wel actief genoeg is.” Voor Demerouti zelf is het duidelijk dat een persoonlijke benadering om meer vrouwen aan te trekken werkt. “Zelf zou ik, als psycholoog, niet op het idee zijn gekomen te solliciteren aan een technische universiteit. Maar ik was persoonlijk benaderd om hier te komen werken. Het is een goede strategie om actief vrouwen voor hogere posities te zoeken.”

    Ten tweede zijn er de factoren waarmee vrouwen direct op de werkvloer in aanraking komen. Hoe is de werkdruk, is er steun van collega’s, is het werk zinvol? Heeft ze beslissingsvrijheid, heeft de leidinggevende een coachende rol?

    “Deze factoren zijn allemaal verbeterbaar,” stelt Demerouti, “in tegenstelling tot het individuele niveau. Het is niet mogelijk om de persoonlijkheid van iemand te veranderen. Maar er zijn wel persoonlijke hulpbronnen die je kunt aanboren. Denk aan een cursus time-management.”

    Het niveau dat tussen werkvloer en individu ligt, bevat misschien wel de beslissende factoren. Hoe is de werk/privé-balans? Kun je in deeltijd werken? Hoe ondersteunend is de thuissituatie? “Wat je vaak ziet, is dat vrouwen een dubbele shift draaien.” Ze maken lange werkdagen aan de universiteit en willen thuis ook nog zorgen dat alle kinderen schoenen en schone kleren in de juiste maat hebben, op tijd op hockeytraining of bij logopedie komen, en dat het hele gezin dagelijks gezond eet. “Het is belangrijk dat je thuis kunt herstellen van je werkweek, maar er is meer. Je moet er ook nieuwe energie opdoen, sociale contacten onderhouden, respect voor je werk krijgen.”

    Hoe krijgt Demerouti dat zelf voor elkaar? Ze is getrouwd met prof.dr. Arnold Bakker en samen hebben ze twee kinderen van zes en negen jaar oud. Hij werkt aan de Erasmus universiteit in Rotterdam, zij dus in Eindhoven en beiden werken meer dan fulltime. Het gezin woont in Utrecht. “Wij hebben, juist doordat we in hetzelfde vakgebied werken, begrip voor elkaar. We kunnen zelfonderzoek doen en onze ideeën praktiseren.” Dat laatste zegt ze lachend. Maar dan wordt ze weer ernstig. “Het gaat erom dat je goed onderhandelt. Dat je je ambities realiseert en dat je je bewust bent van je succeservaringen. Vraag je altijd af waarom iets gelukt is. Daar leer je van en dat kun je opnieuw gebruiken.”

    Interview | Norbine Schalij
    Foto | Bart van Overbeeke
    It’s widely known that there are few women in leading positions at TU/e. Why, and especially what can be done to change it, will soon be researched. Prof.dr. Eva Demerouti of the sub department of Human Peformance Management at IE&IS is leading the project ‘Leading women at the top of institutes of technology’.