Terechte ambities

Ik wist niet wat ik las op de site van de TU/e, ongeveer twee weken geleden: de TU/e gaat ervoor om in 2020 meer dan tienduizend studenten te hebben, de campus moet op de schop, er moet een breder onderwijsaanbod komen en het hele verhaal moet 600 á 700 miljoen kosten, waarvan de TU/e zelf de helft kan opbrengen.

Behoorlijk ambitieus… eindelijk! Want er zit zoveel potentie in deze universiteit om van de TU/e een universiteit van internationale naam en faam te maken. Naast de gunstige ligging in ‘brainport’ Brabant, kenmerkt de TU/e zich binnen Nederland als een technische universiteit (lees: een universiteit waar het niveau van de opleidingen nog niet tot een bedenkelijk niveau is afgezakt). Ook heeft de TU/e uitstekende contacten en een brede samenwerking met het bedrijfsleven. En dat zijn niet de minsten: ASML, Philips en bijvoorbeeld DAF spreken internationaal aan.

Dus waarom zou de TU/e zich beperken tot een modale rol in Nederland? Zeker nu veel universiteiten met tekorten kampen, kan Eindhoven zijn slag slaan. Je kunt je wel afvragen waar Eindhoven het geld vandaan gaat halen, maar wellicht staat de TU/e er beter voor dan menige andere universiteit.

Maar het mooiste voor ons (of eigenlijk onze opvolgers) is natuurlijk dat er gemikt wordt op een veel breder onderwijsaanbod en een vernieuwde campus. Weg met de betonnen rommel en laat de architectonische hoogstandjes maar aanrukken! Ik word door mijn enthousiasme natuurlijk wel een beetje naïef, want zo’n vaart zal het allemaal niet lopen. Maar als Arno Peels en kornuiten al de helft van hun ambities kunnen realiseren, mogen we zeer tevreden zijn.

Erik Roebroek is student Werktuigbouwkunde