Untitled Document
Nieuwe taal maakt computerprogramma's gebruiksvriendelijk
ETAG/Vivian van Niekerk
Foto/Bram Saeys
Het valt doorgaans niet mee een computer precies te laten
doen wat jij in gedachten hebt. Computers zijn niet altijd even
gebruiksvriendelijk. Zelfs bij het schrijven van een brief kunnen
mensen hopeloos in de war raken. "Technische ontwerpers van
software denken tijdens het ontwerpen te weinig aan de kennis
van de mensen die ermee moeten gaan werken", meent dr. Geert
de Haan. De Haan, werkzaam bij IPO, Center for User-System Interaction,
is op 10 oktober gepromoveerd aan de Vrije Universiteit van Amsterdam
op een nieuwe methode voor het ontwerpen van computertoepassingen.
Deze methode is gebaseerd op Extended Task-Action Grammar (ETAG).
ETAG is een grammaticaal model dat beschrijft hoe gebruikers
hun taken moeten vertalen in opdrachten die de computertoepassing
snapt. De Haan heeft een ontwerpmethode ontwikkeld op basis van
ETAG, voor het beschrijven wat een doorsnee gebruiker zou moeten
weten om een computertoepassing te kunnen gebruiken. "Je
kunt het gebruiken van een computersysteem vergelijken met het
spreken van het Nederlands. Om begrijpelijk Nederlands te spreken,
moet je je gedachten onder woorden brengen volgens de regels van
de grammatica van het Nederlands. Om een computer met succes te
kunnen gebruiken moet je taalregels van de computerapplicatie
beheersen. Grammatica zegt iets over de omvang en complexiteit
van een taal (of user interface). Een taal met simpele grammatica
heeft weinig uitzonderingsregels en is eenvoudig in het gebruik.
Aan de grootte van de grammatica kun je zien of de nieuwe Nederlandse
taal moeilijker of juist makkelijker is dan de oude. Zo gaat het
in grote lijnen ook bij het ontwerpen van de zogenoemde interactie-taal
van computerprogramma's", zegt De Haan.
Formele grammatica
De Haan heeft gekozen voor een formele grammatica. Met behulp
van het ETAG-model kunnen ontwerpers van computertoepassingen
op een eenvoudige wijze de leerbaarheid en de gebruiksvriendelijkheid
van een computertoepassing meten en voorspellen. De toepassingen
kunnen hierdoor gemakkelijker geleerd en gebruikt worden zodat
gebruikers productiever zullen zijn. Ook zullen de kosten voor
praktijkevaluatie van nieuwe ontwerpen en voor het herstellen
van ontwerpfouten lager zijn.
De grammaticale modellen TAG en ETAG bestaan al enige jaren. TAG
(Task-Action Grammar) is opgezet door Stephen Payne en Thomas
Green voor het beschrijven van interactie-talen. ETAG is ontwikkeld
door Michael Tauber als een uitbreiding op TAG met een beschrijving
van de werking van computerapplicaties. De Haan liep als student
psychologische functieleer in 1985 stage bij de Applied Psychology
Unit in Cambridge bij dr. Thomas Green en deed daar onderzoek
naar commando-regel interfaces. De Haan raakte zeer geïnteresseerd
in mens-computer interactie. Op de Vrije Universiteit in Amsterdam
begon in 1989 een door NWO gefinancierd onderzoekproject naar
een methode om gebruikers-interfaces te ontwerpen op basis van
ETAG. De Haan deed dit samen met prof. dr. Hans van Vliet, dr.
Gerrit van der Veer en dr. Michael Tauber.
Een gebruikers-interface is alles wat gebruikers moeten weten
over het bedienen van een apparaat. "Het zijn doorgaans software
ontwerpers met een technische achtergrond die verantwoordelijk
zijn voor het ontwerpen van gebruiker-interfaces", zegt de
Haan. "De bediening van computersystemen is daarom vaak veel
te moeilijk voor gebruikers. Ontwerpers moeten juist veel meer
uitgaan van de kennis van gebruikers in plaats van te kijken naar
wat technisch mogelijk is." In de methode 'ontwerpen op basis
van ETAG' worden ontwerpers gestimuleerd om tijdens het ontwerpproces
rekening te houden met die kennis. Problemen in het gebruik van
een computertoepassing kunnen zo in een vroeg stadium gesignaleerd
en verholpen worden.
Een ontwerptaal schud je niet zomaar even uit je mouw. Het
is noodzakelijk dat een dergelijke taal ook werkelijk iets zegt
over de kennis van gebruikers. ETAG maakt hiertoe gebruik van
een zogenoemde 'semantic-feature grammar' en een model van het
taakdomein. Een 'semantic-feature' grammar maakt het mogelijk
taken en de taakobjecten op grond van betekenis te onderscheiden.
De Haan: "Omhoog en omlaag scrollen zijn geen aparte taken,
maar twee vormen van eenzelfde taak waarbij het kenmerk 'richting'
bepaalt op welke wijze de taak uitgevoerd moet worden".
De wijze waarop taken uitgevoerd moeten worden, wordt beschreven
met behulp van grammaticale regels. De Haan: "In taal bestaat
een zin uit een onderwerp en een gezegde, en vervolgens bestaat
een onderwerp uit een lidwoord en een zelfstandig naamwoord, etc.
Op eenzelfde wijze kun je in ETAG een taak als theezetten beschrijven:
eerst doe je water in de ketel, dan zet je de ketel op het gas
vervolgens doe je het water in de theepot, thee erbij en dan krijg
je theewater."
Voor het maken van een kopje thee is een formele beschrijving
van de gebeurtenissen en elementen in het taakdomein 'thee zetten'
niet erg hard nodig. Bij het ontwerpen van computerapplicaties
is het ook van belang dat gebruikers weten hoe de taakwereld in
elkaar zit. "Een brief doe je in de brievenbus, je weet dus
waar hij blijft. Maar ga je knippen en plakken in Windows dan
moet je weten dat een tekst na het knippen op je klembord bewaard
blijft wil je sowieso in staat zijn om hem elders in te plakken.
Het is maar een klein voorbeeldje, maar het laat wel zien hoe
de bruikbaarheid van een computerapplicatie staat of valt met
de kennis van de gebruiker over het taakdomein." Volgens
De Haan moeten ontwerpers zich daarvan bewust zijn en wel door
een expliciet model te maken van wat gebruikers over het taakdomein
moeten weten. Zo'n domeinmodel beschrijft zowel de objecten die
zich in een taakdomein bevinden zoals klembord, document en tekst,
als de veranderingen die optreden wanneer een taakopdracht wordt
uitgevoerd zoals knip-een-tekst en plak-een-tekst. Door het toevoegen
van een model van het taakdomein aan TAG beschrijft ETAG zowel
de kennis over het specificeren van taakopdrachten (knowing-how)
als de kennis over het effect van taken (knowing-that).
Resultaten
De Haan heeft veel geleerd van zijn onderzoek. "We hebben
onderzocht hoe je een ETAG-model maakt. En of er dingen zijn die
je niet in zo'n model kunt vangen. We hebben gekeken of het psychologisch
valide is en of de specificaties volledig zijn. En heel belangrijk,
of het bruikbaar is in alle stadia van het ontwerpproces. Hiernaast
hebben verschillende afstudeerders gewerkt aan intelligente hulpsystemen
en het genereren van prototypes op basis ETAG-specificaties."
Binnen het project is de ontwikkeling van de methode 'ontwerpen
op basis van ETAG', voor het gebruiker-geörienteerd ontwerpen
van computerapplicaties een specifieke bijdrage van De Haan. "Het
evaluatieonderzoek liet zien dat ETAG goed bruikbaar was voor
het specificeren van gebruikers-interfaces. Het taakmodel van
ETAG is echter niet beperkt tot computerapplicaties en het zou
daarom ook gebruikt kunnen worden binnen de overige ontwerpstappen.
Tijdens de taakanalyse en het taakontwerp beschrijf je het werk
van, bijvoorbeeld, systeembeheerders en de hele organisatie daar
omheen. ETAG moet dan op een hoog niveau en heel flexibel toegepast
worden. Tijdens het hele ontwerpproces kun je dan gebruik maken
van één en dezelfde manier van beschrijven. Dat
bleek redelijk te lukken en daarmee stond de deur open voor 'ontwerpen
op basis van ETAG'. Leuk is natuurlijk ook dat het ontwikkelen
van een ontwerpmethode iets substantiëlers is dan het evalueren
van een specificatiemodel."
Toch zijn er ook nog wat probleempjes. "Je kunt de gebruikers-interface
beschrijven, maar als grammaticaal model is ETAG onvoldoende geschikt
voor het beschrijven van hoorbare en waarneembare delen. Het is
bijvoorbeeld moeilijk de Nachtwacht in een grammatica weer te
geven, zo'n schilderij moet je zien. Voor het grafisch ontwerp
van een gebruikers-interface zal het dan ook nodig zijn om bijvoorbeeld
afbeeldingen te gebruiken."
Na enige omzwervingen kwam De Haan in dienst van IPO als tijdelijk
onderzoeker op een project voor het ontwikkelen van een draagbaar
informatiesysteem voor conferentiebezoekers (Comris). Na afloop
van het project heeft prof. dr. Matthias Rauterberg, directeur
van IPO ervoor gezorgd dat De Haan als parttimer bij IPO kon blijven,
zodat hij al zijn vrije tijd aan zijn proefschrift zou kunnen
besteden. Tot januari blijft De Haan bij het IPO werkzaam. Hij
doet daar momenteel onderzoek naar het toegankelijk maken van
schilderijen in musea (Token2000) en hij houdt zich bezig met
een project dat onderzoekt hoe de aanwezigheid van collega's wordt
ervaren als je via een netwerkverbinding werkt. Wat hij daarna
gaat doen is nog niet bekend. "Als het contract ten einde
loopt, zien we wel weer verder", zegt De Haan nuchter. /.