/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 3 nummer 1

jaargang 43, 3 mei 2001


Onderzoek

Untitled Document

De intocht van de superstudent

Onderwijsvernieuwing moet aansluiting VWO op WO verbeteren
Tweede fase/Chriz van de Graaf
Illustraties/
Paul Weehuizen
De bovenbouw van het voortgezet onderwijs heeft een grote reorganisatie ondergaan. Een belangrijk doel van deze zogenoemde Tweede Fase is de aansluiting van voortgezet op wetenschappelijk onderwijs verbeteren, want de huidige uitval van 30 tot 40 % moet omlaag, vindt het ministerie van OC&W. Studenten worden zelfstandig werkenden die weten waar kennis en informatie te vinden is, maar betrokkenen vrezen een gebrek aan 'harde kennis'. Vanaf september komt de eerste lichting naar de universiteiten.

In augustus 1998 begonnen 122 scholen met een VWO-afdeling aan het nieuwe onderwijs dat bekend is onder de naam de Tweede Fase. Een onderdeel daarvan is het Studiehuis.
Doel van de onderwijsvernieuwing is de aansluiting van voortgezet naar wetenschappelijk onderwijs (WO) gemakkelijker te laten verlopen: de 'doorlopende leerwegen'. Studenten leren zelfstandig aan projecten te werken. Klassikaal onderwijs wordt gedeeltelijk vervangen door het zelf opsporen van kennis en gegevens. Je hoeft niet alles te weten, als je maar weet waar het te vinden is, is de filosofie.
Studenten volgen op de voortgezette scholen een breed onderwijsprogramma waarbij in de Tweede Fase wordt gekozen uit vier onderwijsprofielen: Cultuur en Maatschappij, Natuur en Gezondheid, Natuur en Techniek en Economie en Maatschappij. De profielen hebben de gemeenschappelijke vakken nederlands, engels, duits, frans, algemene natuurwetenschappen, geschiedenis en maatschappijleer, culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding. Studenten krijgen een breed georiënteerd onderwijsaanbod met ruimte voor het volgen van vakken uit een ander profiel en er is ruime aandacht voor vervolgopleidingen en nevenactiviteiten.

Nieuwe benadering
Deze nieuwe student vraagt om een nieuwe benadering en de faculteiten van de TU/e zijn bezig zich voor te bereiden op hun komst. Een manier om het contact tussen voortgezet onderwijs en universiteiten te verbeteren, is het aanstellen van een docent van het VWO binnen de faculteiten. Een aanmoedigingsprijs van 200.000 gulden van het ministerie van OC&W om de aansluiting te optimaliseren geeft de TU/e de mogelijkheid voor elke faculteit een docent voor een dag in de week aan te trekken. Een deel van de faculteiten maakt daar al gebruik van. Zonder de prijs was dat ook gebeurd, maar nu was het gemakkelijk de docenten meteen te benaderen.
Deze mensen uit het voortgezet onderwijs kunnen vertellen wat ze van de toekomstige studenten verwachten en welke aanpassingen in het curriculum nodig zijn om de aansluiting te verbeteren.
Ir. Piet-Hein Monen is natuurkundedocent op het Carolus Borromeuscollege in Helmond. Al bijna vier jaar is hij op de faculteit Technische Natuurkunde aan het werk om de aansluiting soepel te laten verlopen. In het begin een dag in de week, inmiddels zijn dat er twee. "Ik denk dat er nu wel aandacht is voor de veranderingen. Twee jaar geleden was dat anders, toen werd ik nog met argusogen aangekeken. Ik heb middels lezingen aan docenten uitgelegd wat de veranderingen zijn met de Tweede Fase en dat was echt nodig. Zij zien nu wel de noodzaak in van het aanpassen van het onderwijsprogramma. Ik weet wat leerlingen bezielt en ik ken de bagage die ze meebrengen. Uiteindelijk is de Tweede Fase beter dan wat er was, maar het kost tijd. Het is een grote omschakeling voor leerlingen en voor scholen. Vroeger had je leerlingen die je dertig uur klassikaal les kon geven, dat is nu veel meer zelfstudie. Vroeger deed een leerling in acht vakken examen en dat zijn er nu veel meer. Dat kan wel ten koste gaan van de diepgang."

Bijspijkercursussen
Deze diepgang is de grootste angst in het wetenschappelijk onderwijs. Sluiten lesboeken nog wel aan of moeten bijspijkercursussen worden gegeven? Als het doel van de onderwijsvernieuwing is de aansluiting verbeteren, is dat ongewenst. Ir.ing. Wendy Schellens, adjuct-opleidingsdirecteur TM: "Over het kennisniveau zijn er wel zorgen. Maar wat wij van docenten uit het voortgezet onderwijs hebben geleerd is: verwacht niet dat er hele andere studenten komen, want de veranderingen gaan geleidelijk. Toch moeten we ons er wel op voorbereiden. Vanaf september komt een docent uit Gouda één dag in de week om mee te werken aan een soepele overgang. Ook organiseren we een onderwijsdag over de aansluiting van VWO op WO." Een andere manier waarop voortgezet onderwijs en de TU/e elkaar hebben gevonden, is de Profielwinkel. Studenten moeten in de Tweede Fase omvangrijke werkstukken maken. Voor informatie moeten ze zelf op zoek en regelmatig kwamen ze dan bij faculteiten van de TUe/ terecht. Vaak gebeurde het dat ze niet de weg naar de juiste mensen wisten te vinden. Vanaf september is er een centraal punt waar de leerlingen naartoe bellen met hun vragen. Vanaf het loket worden ze doorverwezen naar de faculteiten. Ook kan het gebeuren dat een leerling wordt gevraagd eerst nog via andere wegen aan informatie te komen alvorens een docent in te schakelen.
De voorbereidingen zijn in volle gang, maar de eerste studenten moeten nog komen en het is allerminst duidelijk wat de faculteiten kunnen verwachten. De eerste lichting bestaat voor zo'n 20% uit Tweede Fase studenten. Vanaf september 2002 is dat bijna de hele groep.
Dr. Hennie ter Morsche, opleidingsdirecteur Wiskunde en Informatica: "We voorzien een verandering van vaardigheden. Het kennen van formules zal afnemen, maar we hopen dat de studenten zelfstandiger kunnen werken. Toch weten we het nog niet en we blijven dus voorzichtig. We laten ons goed informeren en passen ons aan. Ook voortgezette scholen moeten wennen aan de nieuwe lesmethodes, het zal een paar jaar duren voordat het stationair draait. Dan komt er misschien een nieuwe minister die weer wat anders wil."

Voorzichtig
Ook de faculteit Bouwkunde is voorzichtig met veranderingen. "Wij zijn er nog niet programmatisch mee bezig", zegt dr.ir. Wim Schaefer, opleidingsdirecteur Bouwkunde. "Het type onderwijs bij Bouwkunde bestaat voor de helft uit klassikaal onderwijs, een groot deel is al projectonderwijs, dat zou goed moeten aansluiten. Wel hoop ik dat studenten zelfwerkzamer zijn dan de huidige generatie. Ik heb het idee dat de attitude minder is dan die van twintig jaar geleden. Het is minder academisch en mensen steken minder tijd in hun studie. De Tweede Fase is misschien een selectie, maar het is nog wat vroeg om dat te zeggen. Waar wij zelf aan werken, is het betrekken van studenten bij het onderwijs. Dat idee zie je ook terug in de Tweede Fase."
Bij het Onderwijs Service Centrum is me n al bijna drie jaar bezig met de aansluiting. Op dit moment zijn dat Patrick van Aarle en Elise Quant. Hun werk bestaat voor een groot deel uit het geven van voorlichting aan docenten en medewerkers. De faculteiten gaan nu zelf aan de slag. Grote problemen voorzien Van Aarle en Quant dan ook niet. Quant: "Het enige probleem is dat Patrick en ik eigenlijk een andere baan hebben en dat er niemand is om ons werk over te nemen. Er is nog veel te doen dus dat is wel problematisch."
Het ministerie van OC&W laat de omschakeling over aan de universiteiten. "Als het goed is, sluit alles beter aan en hoeven wij niet zoveel meer te doen. De universiteiten waren vanaf het begin betrokken bij de Tweede Fase; ze weten wat ze kunnen verwachten", laat een voorlichter van het ministerie weten.
Of met de Tweede Fase de ideale leerling is geboren, wordt betwijfeld. Dat ze zelfstandig kunnen werken wordt gehoopt en een gebrek aan feitenkennis wordt gevreesd. Of de operatie succesvol is, blijkt onder andere uit het uitvalpercentage. Van Aarle: "Of het slaagt is moeilijk te meten. We hebben een enquête gehouden met vragen over de aansluiting en die gaan we herhalen. Maar of iemand aardt op een universiteit, heeft meerdere redenen." /.

[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]













Website Cursor