Software als rechterhand
van chirurg
Dr.ir. Frank Gijsen is bezig met het ontwikkelen van een softwarepakket
voor de verbetering van diagnostiek in klinische omgevingen op
cardiovasculair gebied. "Nu is het zo dat een cardioloog
een afbeelding van een bloedvat bekijkt. Op basis daarvan beslist
hij waar moet worden gedotterd of geopereerd. Dat is bijna hetzelfde
als een auto zien op honderd meter afstand en zeggen dat de bougies
niet goed zijn", is de mening van Gijsen. "De informatie
uit de afbeelding is niet de enige parameter die van belang is.
Nu wordt er geopereerd waar de vernauwing is, maar dat is niet
altijd nodig en kan wellicht slimmer." Met de software van
Gijsen worden zoveel mogelijk metingen gecombineerd. Daar komt
extra informatie uit die de chirurg helpt bij het nemen van beslissingen.
"Deze software kan ook uitrekenen hoe je een operatie het
beste kunt uitvoeren. Dus bijvoorbeeld dotteren in een vat of
een bypass maken. Zaken zoals druk en flow worden gebruikt om
een operatie zo goed mogelijk te plannen."
Hemodyn
De plannen van Gijsen zijn ondergebracht onder de naam Hemodyn.
'Dyn' komt van dynamica en 'hemo' van hemoglo-bine, een stof
die ervoor zorgt dat bloed zuurstof kan vervoeren. De hemodynamica
bestudeert het oplossen van dynamische stroomproblemen. Na zijn
promotie aan de TU/e heeft Gijsen een half jaar lang een eigen
bedrijf gehad, maar hij kwam uiteindelijk toch terug naar de
TU/e. "Er zijn heel wat investeringen nodig, vooral manjaren,
voordat je het pakket echt kunt gebruiken in een klinische omgeving.
En het was lastig om geld te krijgen voor dit product. Daarom
heb ik besloten de initiële fase in dienst van de TU/e op
te zetten, totdat ik zover ben voor een eigen bedrijf."
Het plan voor het project heeft Gijsen geschreven samen met dr.ir.
Frans van de Vosse, universitair hoofddocent bij Werktuigbouwkunde.
TU/e hoogleraren Bas de Mol en Nico Pijls zijn voor Gijsen
de belangrijkste ingangen tot de kliniek. "Zij zijn mijn
aanhechtingspunten, en die heb je heel hard nodig bij commerciële
toepassingen in de klinische wereld." Hoofddocent Frans
van de Vosse neemt de wetenschappelijke kant van het project
onder zijn hoede.
Nog vijf jaar
Gijsen heeft er geen problemen mee om steeds verder van het fundamentele
onderzoek af te komen staan. "Ik denk dat zowel ondernemen
als onderzoeken je in het bloed moet zitten hiervoor. Ondernemen
heeft ook heel leuke aspecten. Ik leer nu veel over patenten
en de bedrijfseconomische kant. Maar het duurt nog wel een jaar
of vijf voordat het pakket klaar is. Bovendien is de basis van
het pakket voortdurend in ontwikkeling. Ik denk wel dat de medische
stand op de software zit te wachten, al is het een conservatieve
wereld. Maar dat is ook goed, want je werkt wel met mensen. Het
is niet zo dat computers artsen gaan vervangen, dat is onzin.
Het is een samenwerking waarbij ingenieurs naast de arts staan."
/.
|
Kennis verkopen over hartkleppen
Elf hartkleppen maken is heel moeilijk en duur. Daarom kiest
dr. Giovanna Cacciola niet voor verkoop van hartkleppen, maar
voor verkoop van kennis. Ze doet onderzoek naar synthetische
hartklepprotheses die versterkt zijn met weefsels. Deze zouden
een langere levensduur hebben dan biologische hartkleppen en
werken op een natuurlijkere manier dan mechanische hartkleppen,
de twee soorten hartkleppen die nu gebruikt worden. Bij de hartklep
van Cacciola hoeft de patiënt bovendien geen anti-stollingsmiddelen
en anti-afstotingsmiddelen te gebruiken. "De eerste prototypes
zijn gemaakt, qua design verbeterd, maar er moeten nog heel veel
onderzoeken en tests gedaan worden", zegt Cacciola. De levensduur
moet langer zijn dan biologische hartkleppen (hiervoor worden
hartkleppen van varkens gebruikt) maar hoelang dat precies is,
moet nog worden bepaald. Biologische hartkleppen gaan zeven tot
tien jaar mee.
Consultatiebureau
De onderzoekster wil patent nemen op de hartklep en dat aan grote
bedrijven verkopen. "Ik zie mezelf als een tussenbedrijf
tussen de TU/e en bedrijven in. Een soort van TNO, maar dan in
het klein. Meer een consultatiebureau. Ik heb altijd al het idee
gehad dat ik een bedrijf zou kunnen beginnen met deze hartklep,
maar of het echt wat wordt, hangt voor een groot deel af van
subsidies en van de resultaten van de tests. Als die goed zijn,
kun je gaan verkopen." De rol van Bas de Mol is voor Cacciola
die van public relationer. "Hij kent veel mensen, heeft
veel kennis op dit gebied en heeft de contacten met bedrijven
die hartkleppen maken."
De Italiaanse trekt nog minstens vier jaar uit voor haar project
voor ze tot een echt bedrijf komt. Haar rol binnen dat bedrijf
is nog niet duidelijk. "Het is nog een beetje vroeg om te
zeggen of ik onderzoeker of ondernemer word."
Schapen en varkens
Of de hartklep daadwerkelijk goed zal functioneren, moet later
blijken als de klep geïmplanteerd wordt in schapen of varkens.
Op dit moment lopen er al contacten met bedrijven die interesse
hebben in de hartklep van Cacciola, die hier ook op is gepromoveerd
aan de TU/e. "De bedrijven willen eerst resultaten van de
tests zien. Ik heb er zelf wel vertrouwen in, maar je moet ook
realistisch zijn. Het gaat om de gezondheid van mensen. Dat is
het verschil tussen onderzoek en ondernemen. Als een onderwerp
je leuk lijkt, ga je er onderzoek naar doen, maar nu gaat het
om mensen waar je echt iets voor maakt."
Cacciola is niet bang dat ze geen bedrijf meer heeft als haar
patent wordt verkocht. "Ik heb nog wel tien ideeën
in mijn hoofd die ik kan verkopen. Maar het liefste blijf ik
actief op het gebied van hartkleppen", bekent ze. "De
moeilijkheid is echter dat hartklepbedrijven niet dik gezaaid
zijn. Dan moet ik naar Italië of de Verenigde Staten."/.
|