spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

Beheerder van De Bunker

Verkiezingsstrijd op de TU/e

GELIMBO presenteert prins carnaval
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Minister Plasterk haalt de teugels aan
29 november 2007 - De studieuitval in het hoger onderwijs moet omlaag, het opleidingsniveau van docenten moet omhoog en instellingen die niet goed presteren, leveren straks budget in. Alleen toponderzoekers krijgen meer vrijheid. Het kabinet maakte afgelopen vrijdag niet alleen bekend hoe het de bestrijding van het lerarentekort gaat betalen, maar ook wat het de komende jaren van plan is met het hoger onderwijs en onderzoek.

In zijn ‘strategische agenda’ kondigt OCW-minister Ronald Plasterk aan dat hij de hoge studieuitval in de bachelorfase -nu 35 procent- in 2014 wil hebben gehalveerd. Volgend jaar maakt hij 11 miljoen euro vrij voor intensiever bacheloronderwijs, oplopend tot 75 miljoen euro in 2011.
De strategische agenda bevat ook de hoofdlijnen van het langverwachte nieuwe bekostigingssysteem voor het hoger onderwijs. Plasterk wil dat grofweg zestig procent van het budget van universiteiten en hogescholen afhankelijk wordt van het aantal ingeschreven studenten. Twintig procent komt binnen als diplomabonus -in het hbo is die nu bijna driemaal hoger- en nog eens twintig procent als basisfinanciering. Daarvan wil Plasterk een deel afhankelijk stellen van geleverde onderwijsprestaties. Die zijn wat hem betreft af te meten aan de kwaliteit van eindscripties en het opleidingsniveau van de docenten.
Hiermee volgt de minister een recent advies van de Onderwijsraad slechts gedeeltelijk op. Doordat hij geen extra budget beschikbaar wil stellen, betalen de minder goede instellingen straks de prestatiebonussen van anderen. Eerder liet de universiteiten en hogescholen weten daar weinig voor te voelen. Het nieuwe bekostigingsstelsel zal echter pas in 2010 worden ingevoerd.

Collegegeld
Het bekostigingsvoorstel dat de universiteiten, hogescholen en studentenorganisaties vorige maand samen indienden, klinkt helder door in de strategische agenda. Het ministerie wil nog maar één bachelor- en één masteropleiding financieren en studenten die daarna nóg een opleiding willen volgen, moeten voortaan een kostendekkend collegegeld betalen. Alleen voor een vervolgopleiding in de zorg of het onderwijs geldt nog het standaardtarief van ongeveer 1.550 euro per jaar. Plasterk denkt bovendien na over een uitzonderingspositie voor topstudenten, maar daarvoor heeft hij meer tijd nodig. Leeftijd speelt straks geen rol meer voor de bekostiging: ook dertigplussers die nog aan hun studie beginnen, betalen het standaardtarief.
De minister houdt wat onderzoek betreft vast aan zijn eerder ingezette koers: besteed het geld zoveel mogelijk aan toppers, stel een beperkt aantal nationale prioriteiten vast en Nederland kan zich met de besten meten.
Het kabinet zet in op een versterking van de vernieuwingsimpuls via de tweede-geldstroom. Niet het toepassings- gerichte, maar het zuiver wetenschappelijke onderzoek biedt volgens Plasterk de meeste kans op baanbrekende innovatie. Toponderzoekers moeten binnen hun vakgebied zoveel mogelijk de vrije hand krijgen. Er ontstaan dan ‘vanzelf’ kernen van excellent en grensverleggend onderzoek, die op hun beurt nieuw jong talent aantrekken, zo redeneert Plasterk.
Ook promovendi zouden meer vrijheid moeten krijgen om hun eigen onderzoekslijn te bepalen en hun eigen promotor te kiezen. De minister wijst in dit verband op het systeem van de graduate schools in de Verenigde Staten, waarvan hij de invoering in Nederland met minstens een miljoen euro per jaar wil ondersteunen.
De ‘zelfsturing’ van toponderzoekers kent echter grenzen. Het kabinet bepaalt welke wetenschapsgebieden landelijke prioriteit moeten krijgen. De komende jaren investeert het extra in genomics, ict en nanotechnologie. (HOP)/.