In een interview met de Volkskrant liet Plasterk afgelopen zaterdag optekenen dat ‘tachtig procent van de bachelors doorstroomt naar de master, terwijl je met een bachelordiploma prima de arbeidsmarkt op kunt. Studenten moeten daar meer over nadenken. De hoogte van het collegegeld helpt daarbij. Of voor dat laatste jaar geen beurs, maar een lening.’ Het geld dat dit zou opleveren, zou ten goede komen aan de kwaliteit van het hoger onderwijs.

De minister benadrukt in het interview dat hij een discussie over de masterbekostiging wil aangaan. Hij zou niet binnenkort een besluit willen nemen. Maar de studentenbonden reageren als door een wesp gestoken. Zo is het ISO van mening dat het wo-bachelordiploma -anders dan het meer praktijkgerichte hbo-diploma- geen goede kwalificatie is voor de arbeidsmarkt. Dat Plasterk er toch naar wil kijken, maakt voor voorzitter Bastiaan Verweij duidelijk dat de minister ‘niet het beste voor heeft’ met studenten. Hij wil dat de minister eerst de kwaliteit in de bachelorfase aanpakt voordat er iets gebeurt met de masters.

En voorzitter Lisa Westerveld van de LSVb constateert dat iedere verhoging van het collegegeld in strijd is met het kabinetsbeleid, omdat coalitiepartijen PvdA en CDA in hun verkiezingsprogramma's van vorig jaar beloofden het bedrag niet te verhogen.

Universiteitenvereniging VSNU houdt het in een reactie op een ‘losse flodder’ van Plasterk. "De minister vindt kennelijk dat we onze studenten te hoog opleiden. Opmerkelijk, want diezelfde minister roept dat Nederland een wetenschappelijk ontwikkelingsland aan het worden is", zegt een woordvoerder. "Wij houden vast aan het idee dat we zoveel mogelijk mensen zo hoog mogelijk opleiden in Nederland. Bij de VSNU krijgen we signalen dat meer wo-studenten stoppen na de bachelor. Wat ons betreft is dat zorgwekkend."