spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

Plaats een kerstwens in de Cursor!
spacer.png, 0 kB

‘Schadelijkheid van pvc nergens op
gebaseerd

Intelligente omgevingen voor pas-geborenen

Jazzballads in Gaslab
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Proeftuin voor games geopend
6 december 2007 - In sommige bejaardenhuizen schijnen de bewoners al te tennissen met de Nintendo Wii. Zeker is dat bijna alle kinderen en jongeren tegenwoordig wel eens computergames spelen. Maar over de beleving van de mens bij het spelen van ‘games’ is maar bar weinig bekend. TU/e-onderzoekers van de groep Mens-Techniek Interactie van de faculteit Technologie Management gaan daar nu verandering in brengen. In het IPO-gebouw opende op 29 november het Game Experience Lab de deuren. Daar moet onderzoek met proefpersonen meer duidelijk maken over de beleving van mensen bij het spelen van games.
Foto’s: Bart van Overbeeke

In het lab zijn een woon- en een studeerkamer zo aangenaam mogelijk ingericht, om proefpersonen zoveel mogelijk op hun gemak te stellen. Vanuit een controleruimte (zie foto onder) worden de gamers geobserveerd. Aan de ene kant meten onderzoekers lichamelijke reacties van spelende proefpersonen. “Daarbij kun je denken aan de hartslag en de elektrische weerstand van de huid”, legt universitair docent dr. Wijnand IJsselsteijn uit. “Maar ook kunnen we met druksensoren meten hoe iemand in zijn stoel zit en of hij gefrustreerd op het toetsenbord ramt.” Met een uitgebreide vragenlijst koppelen de onderzoekers deze meetgegevens vervolgens aan de subjectieve reacties op een spel.
Zo worden in het Game Experience Lab nieuwe manieren ontwikkeld om de beleving van gebruikers te meten. Daarmee kunnen de producenten hun games beter maken. IJsselsteijn: “Computerspelletjes kunnen zich in de toekomst aanpassen aan de lichamelijke reacties van de speler. Zit je in een spel vast op een bepaald niveau, dan kan de computer voelen of je de aandacht verliest of juist extra gemotiveerd raakt om het probleem op te lossen. En daar past hij het niveau van het spel dan op aan.”