spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
‘Het is nog niet vanzelfsprekend om het licht uit te doen’
21 februari 2008 - Duurzaamheid, milieu, klimaatsverandering. De wereld is volop bezig met deze onderwerpen. Zeker sinds Al Gore het in de documentaire ‘An Inconvenient Truth’ nog eens extra onder de aandacht bracht. Hoewel het op de TU/e niet het gespreksonderwerp van de dag lijkt, is de universiteit wel bezig om het energieverbruik te minimaliseren.

Bouwen naar de toekomst toe

Duurzaam bouwen, dat is een belangrijk punt bij Dienst Huisvesting. Bij nieuwbouw of renovatie is het voor Dienst Huisvesting vooral van belang om te kijken ‘hoe lang iets mee kan’. Hoofd vastgoedadvisering Verheijen: “We investeren liever in een duurzaam product dan in iets dat binnen vijftien jaar bij het afval ligt. We kijken naar de kosten op langere termijn.” Ook ‘flexibel bouwen’ is voor hem een belangrijk punt. “Als je iets nieuws bouwt, moet je gebouwen en installaties kunnen uitbreiden of aanpassen. Bovendien moet je de mogelijkheid openhouden om meer mensen te huisvesten. Je kijkt dus naar de functionaliteit van een gebouw.”

Campus 2020, het masterplan voor huisvesting op de TU/e, biedt volgens Dienst Huisvesting volop de mogelijkheid om meer te doen met duurzaamheid. “We kijken in hoeverre we nieuwe toepassingen kunnen inzetten”, licht energiemanager Meulen toe. “Zo willen we zoveel mogelijk duurzame materialen gebruiken. Daarnaast komen er spaarlampen, hoogfrequente tl-buizen en led verlichting. Dat is niet rendabel om dat nog in oude gebouwen te plaatsen. Ook bewegingssensoren en daglichtafhankelijke systemen vormen een mogelijkheid. Het licht gaat dan pas aan als het nodig is.” In het Auditorium zitten sensoren die de luchtbehandeling aansturen op basis van de hoeveelheid aanwezigen. “Technieken die inspelen op behoeftes zijn een noodzaak voor de toekomst ”, vindt Meulen. Van zonne-energie wordt vooralsnog geen gebruik gemaakt. “Het is wel iets om in de gaten te houden, maar de investeringskosten zijn daarvoor nog te hoog.”

Dienst Huisvesting maakt ook altijd een afweging tussen duurzaamheid en esthetiek. Een mooi voorbeeld hoe dat hand in hand gaat, is te zien op het grasdak van het Spectrumgebouw. Daar houdt begroeiing het vocht vast, waardoor regenwater minder snel in de afvoer komt. Bovendien warmt het gebouw hierdoor minder snel op door het zonlicht.

 

Energiekosten omhoog, energieverbruik omlaag

De energiekosten op de TU/e zijn de laatste jaren flink toegenomen. Volgens ing. Thijs Meulen, energiemanager Dienst Huisvesting, ligt dit vooral aan de schaarste van de grondstoffen. Er is meer vraag dan aanbod. “Het is veel duurder geworden allemaal. Dat merkt iedereen in de portemonnee, dus ook wij. Ik schat dat de energiekosten nu zelfs meer dan drie procent van de uitgaven van de TU/e zijn.”

Met de toename van het energieverbruik valt het echter mee. Hoofd vastgoedadvisering ing. Bert Verheijen licht toe: “Het gasverbruik is de laatste jaren zeer sterk afgenomen. Dit is vooral toe te schrijven aan het decentraal stoken.” (Eerder was er één centraal heetwaternet voor alle gebouwen, red.) Volgens Verheijen spelen ook de zachte winters een belangrijke rol waardoor het elektriciteitsverbruik redelijk stabiel is gebleven. “Aan de ene kant hebben we energiebesparende maatregelen getroffen, aan de andere kant zien we het energieverbruik toenemen door meer apparatuur op de werkplekken. De techniek heeft zijn beperkingen, dus moet je je richten op energiebesparing door gedragsbeïnvloeding. Als medewerkers en studenten niet nodeloos energie verbruiken, levert dit directe winst op met minimale investering.”

NB.: cijfers beslaan het hele TU/e-terrein, inclusief gebouwen van TNO, Fontys, etcetera)

    2000 2001 2002 2003
Gas (0)m3 8.619.090 8.722.658 7.868.294 8.086.431
Elektra kWh 39.489.509 43.382.165 46.844.321 50.083.900
    2004 2005 2006 2007
Gas (0)m3 8.006.506 6.706.911 5.693.102 5.248.526
Elektra kWh 48.929.955 49.005.064 50.160.137 49.769.026

 

 

Onderhoud van oude gebouwen

Hoewel Dienst Huisvesting wel kijkt naar energieverbruik van oude gebouwen, komt het er in de praktijk vaak op neer dat er nog even pas op de plaats wordt gemaakt. In oude gebouwen investeren loont nauwelijks. Piet van Happen, directeur Dienst Huisvesting: “Het is een kwestie van de exploitatiekosten afwegen tegen de investeringskosten. Het rendement moet voldoende zijn. Veel oude gebouwen zullen nog een paar jaar in de huidige staat gebruikt worden, maar daarna volgt renovatie of nieuwbouw. Het is zonde van het geld om dan nog tijd en energie in de oude gebouwen te steken.”

Dat aan de oude gebouwen op de TU/e (die zo ongeveer de helft van het beschikbare vloeroppervlak beslaan) het een en ander schort, is ze bij Dienst Huisvesting zeker bekend. De W-hal, Potentiaal, Hoofdgebouw, Paviljoen en W-hoog en W-laag baren de nodige zorgen. “In de zomer krijgen we geregeld de vraag van medewerkers of studenten of het in hun gebouw niet wat koeler kan. Is het buiten 30 graden, dan loopt de temperatuur in sommige gebouwen ook zo hoog op. Ons grootste probleem is ook niet gebrek aan warmte, maar veel meer ‘hoe krijg je het op de juiste manier koud’? Het produceren van koude vergt veel energie, waardoor in koeling investeren vaak te duur is.” Toch blijkt ook de kou wel eens een probleem te zijn. Van Happen illustreert het met een voorbeeld. “In het Potentiaal zitten soms mensen aan de ene kant van het gebouw in een trui, terwijl ze aan de andere kant aan een blouse voldoende hebben. In het gebouw wordt ’s nachts de thermostaat in de winter niet altijd lager gezet. Anders is het er de volgende ochtend veel te koud.”

Het is zeker niet zo dat Dienst Huisvesting de oude gebouwen links laat liggen. Van Happen: “We kijken naar de bron van het probleem. Vinden we geen oplossing, dan zoeken we alternatieven.”

Energiemanager Meulen houdt zich onder meer bezig met deze tussentijdse oplossingen. Dit jaar kijkt hij naar vier gebouwen in het bijzonder, waaronder ook het Sportcentrum op het TU/e-terrein. “Je kunt soms met betrekkelijk weinig ingrepen veel bereiken”, vertelt hij. “Door het zwembad met een hoes af te dekken, kunnen we een gigantische energiebesparing realiseren.” Ook naar de verwarming van het gebouw is gekeken. “De douche en verwarming zijn nu nog aan één en dezelfde ketel gekoppeld. Door deze circuits te scheiden en er een eigen warmteopwekking aan te koppelen, kunnen we energie besparen. Voor de douches heb je namelijk vanwege legionellagevaar hogere temperaturen nodig dan voor de verwarming. Een scheiding scheelt een hoop in het energiegebruik en dus de kosten.” Een andere mogelijke toepassing is de spanning verlagen bij tl-buizen. “Dat zou tot 35% kunnen schelen in het elektrische energieverbruik”, vertelt Meulen.

 

Beïnvloeden gedrag

“Thuis doen mensen het licht uit, sluiten ze de computer af en zetten ze de verwarming uit als ze weggaan. We merken dat dat op de TU/e nog niet zo vanzelfsprekend is. Blijkbaar gaan mensen er anders mee om als het ze zelf niet direct geld kost.” Dit stelt ir. Trees Klaver, hoofd van de Arbo en Milieu Service Organisatie (AMSO) van de TU/e. In de gebouwen van het TU/e terrein zijn her en der stickers geplakt om iedereen eraan te herinneren dat ze het licht uit moeten doen. Klaver: “Ik heb de indruk dat sommige mensen zich daar aan storen. Ik zie geregeld dat die stickers zijn weggehaald of gedeeltelijk verwijderd.” Dit stukje bewustwording willen Dienst Huisvesting en AMSO in de nabije toekomst wel bereiken. Daar horen ook zaken als beperking van het papiergebruik en goede afvalscheiding bij. Hoe die bewustwording moet worden gecreëerd, is onduidelijk. Een optie zou het communiceren via het Arbo milieuplatform zijn, waarin alle faculteiten en diensten vertegenwoordigd zijn.

Bij Dienst Huisvesting en AMSO bestaan verschillende ideeën om de omslag in denken voor elkaar te krijgen. Klaver: “Collegezalen zouden bijvoorbeeld beter kunnen worden benut. Daar kunnen we gesprekken over hebben met roostermakers. Het lastige is dat hier zoveel partijen bij zijn betrokken.” Ze vervolgt: “Het fietsenplan is er al, maar wellicht zijn er nog andere mogelijkheden om studenten en medewerkers te stimuleren de auto te laten staan.”

Hoofd Vastgoedadvisering Verheijen werd onlangs op een idee gebracht op een beurs. “Er stonden kleine windmolens. Het lijkt me een aardig idee om daar enkele van op het TU/e-terrein te plaatsen en zo windenergie op kleine schaal te gebruiken. Dan laat je studenten en medewerkers zien wat er mogelijk is op dat gebied.”/.

Systeem warmte-koudeopslag

 

De trots van de TU/e: het Warmte- en Koude Opslagsysteem (WKO). Dit project is in 2002 gerealiseerd. Bassins met koud en warm water die tachtig meter onder de grond liggen, voorzien twaalf TU/e-gebouwen van warmte en/of koeling. Volgens een filmpje, dat binnenkort getoond zal worden in de expositieruimte van Campus 2020, levert het een energiebesparing op gelijk aan het verbruik van 850 huishoudens op jaarbasis.

Het systeem heeft het energieverbruik volgens Dienst Huisvesting flink teruggebracht; met zo’n acht procent ten opzichte van het totale energiegebruik van de TU/e.

Er kan echter nog meer energie met dit systeem bespaard worden. Energiemanager Meulen: “Het overschot aan warmte geven we momenteel aan de lucht af. Dat gaat dus in feite verloren. De hoeveelheid koude en warmte moet blijven kloppen, ook in de grond. De bodem mag niet teveel opwarmen. De energieonttrekking tussen warme en koude bronnen moet zoveel mogelijk in balans zijn.”

Het plan is om alle nieuwe gebouwen in de toekomst ook op het WKO aan te sluiten. Ze moeten dan wel minimaal in balans zijn voor warmte en koude gebruik. Mogelijk kunnen de gebouwen door innovatieve oplossingen nog meer warmte afnemen. Een ander idee wat er leeft, is om de zuidkant van het NS-station aan het WKO-systeem te koppelen. Dan zouden we daar de stationshal mee kunnen verwarmen.” Maar volgens energiemanager Meulen is dat nog een gedachtespinsel.

Op het WKO-systeem worden geen oude gebouwen aangesloten, omdat dat praktisch moeilijk haalbaar zou zijn. “De leidingen en radiatoren zijn hiervoor ongeschikt, omdat het verwarmingssysteem in de gebouwen op andere temperaturen is berekend. Als we oude gebouwen gaan renoveren, gaan de installaties eruit en sluiten we ze wel aan op het WKO.”

 

Milieu en duurzaamheid/Judith van Gaal
Foto's/Bart van Overbeeke