spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB


“Ik heb een opstelling gebouwd om de eigenschappen van magnetische tunneljuncties te bepalen.”
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Natuurkundestudent Roeland Huijink vertelt van het verrassende gesprek dat hij tijdens zijn afstudeerproject had. ”Ik belde met een leverancier over een onderdeel voor mijn opstelling. Toen ik vertelde waar ik mee bezig was vroeg hij of ik voor hem wilde komen werken.” Huijink maakte eerst zijn afstudeerproject af en nam daarna de baan aan.

Hij vat zijn onderzoek in één zin samen. “Ik heb een opstelling gebouwd om de eigenschappen van magnetische tunneljuncties te bepalen.” Hij zegt het op een toon, alsof iedereen dan wel begrijpt wat hij doet. Magnetische tunneljuncties zijn namelijk ‘hot’. Ze zitten in de hardeschijfleeskoppen. Ze worden gebruikt in elektronische kompassen, in navigatieapparatuur, mobiele telefoons en in magnetische Ram-geheugens. Deze geheugens zorgen er voor dat de computer geen opstarttijd nodig heeft.

Maar voor degene die de ontwikkeling van magnetische tunneljuncties heeft gemist, wil Huijink best uitleggen hoe ze in elkaar zitten. Het plaatje dat hij toont, lijkt op een dubbele boterham. Het brood is van magnetisch materiaal, het beleg tussenin is niet-magnetisch. “De weerstand van de junctie wordt bepaald door de magnetisatierichting van de buitenlagen, de elektroden. Wijzen die allebei in dezelfde richting, dan is de weerstand laag. Bij tegengestelde magnetisatierichting is de weerstand hoog.” De magnetisatie is te sturen, waardoor de tunneljunctie bruikbaar is als magnetische bitje: hoge weerstand staat voor 1, lage voor 0.

De eigenschappen van een junctie hangt af van de gebruikte materialen:
“Welke stoffen gebruik je, hoe dik maak je de lagen - dat heeft invloed op de weerstand.” Huijinks vakgroep wilde graag een extra opstelling om de karakteristieken van een sample sneller te kunnen meten. Hij maakte het ontwerp en bouwde het apparaat. “Dat klinkt misschien als pure werktuigbouw, maar om te weten hoe die opstelling er uit moet zien, moet je de fysica ook begrijpen.

Daarom heb ik allerlei simulaties gemaakt van de juncties.” Het werk was soms frustrerend: “Ik weet nog dat ik van gelijk- naar wisselstroom was overgestapt, omdat het met gelijkstroom allemaal niet werkte. Waarna het vervolgens met wisselstroom ook niet werkte. Gelukkig bleek er ergens een fout te zitten.” Hij laat de grafiek zien van de eerste geslaagde meting: de stroom springt plots van laag naar hoog. “Dit was geweldig om te zien. Dit is precies wat je verwacht als het bitje omslaat, dus toen wist ik dat de opstelling het deed.”

Tekst: Anouck Vrouwe
Fotomontage: Rien Meulman


Heeft u tips voor deze serie; mail ze dan naar cursor@tue.nl .