spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB


,,Met een lage resolutie, dat natuurlijk wel. Je zou het kunnen toepassen in kleding, meubels, maar bijvoorbeeld ook in auto’s.”
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Technisch wonder verschafte Zwitsers identiteit

19 juni 2008 - De bouw van de Gotthardtunnel aan het einde van de negentiende eeuw bood een podium voor schrijvers om de nationale identiteit van de Zwitsers betekenis te geven. Dat gebeurde aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog heel bewust. De tunnel werd - achteraf - een symbool om de verschillende bevolkingsgroepen in Zwitserland een saamhorigheidsgevoel te geven. Dat is de conclusie van Judith Schueler die 24 juni gaat promoveren bij Technologie Management.

De ondernemer Louis Favre gaf zijn leven bij de bouw van de Gotthardtunnel voor de vrijheid van zijn land. En eenvoudige Zwitserse boerenjongens worstelden tijdens het boren van de tunnel met het veranderen van hun nationale identiteit. Tenminste, als je de verhalen die een halve eeuw na de bouw van de tunnel ontstonden, mag geloven.

Judith Schueler weet intussen beter. Zij onderzocht hoe betrokkenen uit verschillende periodes keken naar de relatie tussen de bouw van de Gotthardtunnel en de Zwitserse nationale identiteit. “Er bestaan twee verhaallijnen. Bij de ene gaat het over de enorme ingenieursprestaties die het mogelijk maakten een bijna 15 kilometer lange spoortunnel tussen Göschenen en Airolo te bouwen. Je kunt zeggen dat de materialiteit van de tunnel beschreven wordt. De andere gaat over de Zwitserse identiteit en hoe die beïnvloed is door het bergmassief van de Gotthard.”

Tot Schuelers verbazing is er in de historiografie nergens een kruising van deze twee verhaallijnen te vinden. Daar zag ze een mooi onderwerp voor een dissertatie. Ze ging op zoek naar verhalen uit de periode 1870-1940 en keek op welke wijze ingenieurs, journalisten, regeringsleiders, reisboekenschrijvers en theatermakers zelf verband hadden gelegd. Of niet.

Judith Schueler kwam als onderzoeker op de TU/e bij Technologie Management (TM) toen ze daar bezig waren met de afronding van het grote project Techniek in Nederland. Ze was afgestudeerd aan de Universiteit van Maastricht bij Cultuur en Wetenschapsstudies. Haar onderwerp, ouderenhuisvesting in Rotterdam, viel onder de specialisatie Technologische Cultuur.

Bij TM verrichtte ze enkele behulpzame onderzoeken en in 2001 nam ze een aio-plaats aan bij prof.dr. Johan Schot. Gedurende haar promotieonderzoek begon deze met ‘Tensions of Europe’, een onderzoeksprogramma dat honderdvijftig wetenschappers uit twintig landen gaan uitvoeren. Wat betreft tijd, onderwerp en geografie viel Schueler net tussen beide onderwerpen in: het gaat over een land dat worstelt met haar positie in Europa.

“Dat maakt mijn onderzoek een uniek tussengeval. Het geeft een vrije positie maar je moet wel een eigen omgeving creëren voor ruggespraak.” Nu werkt ze bij ‘stichting Toekomstbeeld der techniek’ in Den Haag. Voor het project HubHolland coördineert ze een verkenning naar de toekomst van infrastructurele netwerken in Europa.

Mythe
Bij Schot wilde ze in eerste instantie onderzoek doen naar de gevolgen van internationale verbindingen op nationale identiteiten. Welke invloed heeft de Kanaaltunnel op Frankrijk en Groot-Brittannië of de brug over de Sont op Zweden en Denemarken? En hoe wordt de technologie daar eigenlijk in geplaatst? Ze begon met onderzoek naar de Simplontunnel die Zwitserland met Italië verbindt. Maar toen ze eenmaal diens oudere broer Gotthardtunnel had gezien, stortte ze zich daar helemaal op.

“Die Gotthardregio kun je zien als het hart van Zwitserland. De bouw van de tunnel heeft zoveel betekend voor het land. Ik ontdekte hoe de Zwitserse Gotthard mythe groeide en ook ingezet werd om de nieuwe tunnel betekenis te geven. Om zo, bijna achteraf, een nationaal karakter te smeden.”

Voor haar onderzoek heeft Schueler vele meters archief doorgespit. “Echt duizenden stukken. In de nationale archieven van Duitsland en Zwitserland, bij de Zwitserse spoorwegen, bij bibliotheken. Ik heb me rot gezocht naar ingenieurs die destijds iets zeiden over de Zwitserse identiteit. Ik vond alleen een Oostenrijkse ingenieur die heel bewust met de Oostenrijkse tunnelmethode wilde bouwen. Hij leverde daarom kritiek op de gekozen Belgische methode bij de aanleg van de Gotthardtunnel. Ik ging bijna aan mezelf twijfelen. Uiteindelijk moest ik erkennen dat ik geen Zwitserse tunnelbouwers vond die hun identiteit gebruikten ter verdediging van hun keuzes.”

Daarom was het zo grappig dat zij bij het doornemen van romans en toneelstukken wel op de Zwitserse mythe stuitte. “Vijftig jaar later blijkt de bouw van de tunnel een enorm aantrekkelijk onderwerp voor Zwitserse heldenverering en vrijheidsstrijd.” Wat was er in de tussentijd gebeurd met de relatie tussen Zwitserse identiteit en de tunnel?

De promovenda deelde de archiefstukken in op vier tijdsperioden, elk met een eigen groep actoren en bronnen.

De eerste verzameling die ze las bestond uit ingenieursdiscussies die tijdens de bouw opgetekend waren. Daarin vond ze geen rol voor de nationale identiteit van Zwitserland, of, zoals ze zelf graag zegt: “die werd niet gemobiliseerd”.

Voor de tweede periode las ze de toespraken van Zwitserse, Italiaanse en Duitse regeringsleiders die uitgesproken werden tijdens de opening van de spoorlijn in 1882. “De politici en directeuren van spoorwegbedrijven prezen het slechten van de barrière. ‘Goederen, mensen, cultuur, niets wordt meer tegengehouden’, juichten ze. Ze gebruikten hiervoor het doorboren van de Alpen als metafoor. Tegelijkertijd gebruikte de Zwitserse pers de Alpen juist als metaforische beschermwal en schreef ze over de angst die er was om als klein land overgeleverd te worden aan de grote buurlanden. ‘Welke invloeden van buitenaf zullen ons treffen en wat doen we ermee?’ vroegen de journalisten zich af.”

De reisgidsen die Schueler kenmerkend acht voor de derde periode, bereidden internationale reizigers voor om het hart van Zwitserland te ontdekken. Toen de stroom buitenlandse toeristen sterk afnam na 1914, verleidden de reisgidsen de Zwitsers zelf om met de Gotthardspoorlijn hun nationale identiteit te beleven.

Bij het Zwitsers karakter hoort de rol van transitland en de rol als mediator. De stad Genève staat symbool voor de verdragen over internationaal recht. Het grote aantal verschillende culturen heeft tot gevolg dat de bevolking haar regionale identiteit toont. Het dialect en de klederdracht zijn nooit weggeweest. De reisgidsen uit de vroege jaren leerden de Zwitsers in de jaren twintig en dertig waar ze trots op mochten zijn.

De trein bracht de reiziger langs de nieuwe symbolen van Zwitserse identiteit: bijvoorbeeld daar waar Zwitserland in 1291 was ontstaan, daar waar Wilhelm Tell de appel van zijn zoons hoofd af had geschoten. “In de eerste boekjes wordt beschreven hoe je van een grijs, koud en nat noorden, kunt terechtkomen in een blauwe lucht, met schone dames en een mooi Italiaans aandoend landschap. Je hoeft alleen maar twintig minuten in een trein onder de grond!” De Gotthardspoorlijn was een educatieve belevenis.

Retoriek
De Gotthard kreeg voor de Tweede Wereldoorlog langzaam maar zeker een mythische status. “Er werd veel retoriek omheen gehangen”, zegt Schueler. “Wie de berg, de tunnel en de pas kon verdedigen, behoedde het hart van Zwitserland. Europa kon het samenleven van de verschillende culturen als voorbeeld nemen, hier ging het goed! Maar ook letterlijk werd het gebied een militair bolwerk; er werden bunkers en ziekenhuizen gebouwd. Zodat het leger zich in de bergen kon terugtrekken om Zwitserland vanuit de Gotthard te heroveren.”

In deze vierde en laatste periode komt heel serieus naar voren dat de bouw van de Gottharttunnel het land bestaansrecht verschafte. In romans en theaterstukken van 1934 tot 1943 is te lezen hoe de Zwitserse ingenieurs en bergjongens hun leven gaven voor de nationale waarden als neutraliteit en vrijheid. “Dat er gebouwd werd door Italiaanse gastarbeiders en dat Louis Favre vooral een zakelijke ondernemer was, wordt genegeerd.” Dit herschrijven van de nationale geschiedenis geeft aan dat met de Gotthardtunnel, ook de Zwitserse identiteit zorgvuldig is gebouwd.

Missie
De algemene waarde van haar onderzoek zit volgens Schueler in de koppeling van identiteit en techniek. Ze legt uit: “Je kunt een moeilijk begrip als nationale identiteit beter begrijpen wanneer je naar de materialiteit van de technologie kijkt. Identiteit glipt als het ware door je handen, terwijl techniek hard en tastbaar is. Het biedt mensen de mogelijkheid hun nationale identiteit te bediscussiëren, beleven en vorm te geven. Door beide begrippen serieus te nemen, begrijp je zowel de betekenis van de tunnel als van de nationale identiteit beter. Ik zie het bijna als mijn missie om de twee aparte vakgebieden, identiteitsonderzoek en technologie, meer notie van elkaar te laten nemen.”/.

Gotthardtunnel/Norbine Schalij
Foto/Bart van Overbeeke