spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

ASML toont zichzelf op TU/e

TU’s maken humanoïds

Betonballon
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Internationale diploma-erkenning blijft lastig
13 november 2008 - Hoewel Nederland en Vlaanderen met de NVAO een gezamenlijke accreditatieorganisatie hebben, erkennen ze elkaars diploma’s niet automatisch. In de toekomst blijft dit zo, laat minister Ronald Plasterk van OCW de Tweede Kamer deze week weten.

In antwoord op vragen van het CDA schrijft Plasterk dat de verschillen tussen het Vlaamse en het Nederlandse hoger onderwijs zo groot zijn dat bij de samenvoeging van de accreditatieorganisaties in 2003 is afgesproken aparte toetsingskaders te handhaven. De enige uitzondering hierop is de Transnationale Universiteit Limburg, een samenwerkingsverband tussen de Universiteit Maastricht en de Belgische Universiteit Hasselt.

De christendemocraten hadden Plasterk om opheldering gevraagd nadat in de Maastrichtse universiteitskrant Observant berichten waren verschenen over bureaucratische rompslomp voor een afgestudeerde. Haar bul werd pas na negen maanden erkend. Plasterk heeft van zijn Vlaamse collega Vandenbroucke de verzekering gekregen dat dit een uitzondering was: normaal gesproken duurt een aanvraag voor academische erkenning in Vlaanderen een maand of drie.

In die periode worden minimaal twee Belgische instellingen geraadpleegd om de zwaarte van het diploma te verifiëren. Bovendien is in Vlaanderen een groter aantal beroepen beschermd, en dat zorgt voor meer gedoe. Plasterk neemt aan dat de Vlaamse praktijk “niet strijdig is met het Europese beleid”, maar vindt dat dit wel terughoudend wordt geïnterpreteerd.

Intensiveren
Sinds 1997 hebben bijna alle Europese landen op papier de ambitie om het hoger onderwijs gelijk te schakelen via het bachelor-masterstelsel, en zijn er afspraken gemaakt over wederzijdse diploma-erkenning. “De verschillen zijn echter nog te groot om over te kunnen gaan tot wettelijke, wederzijdse erkenning”, schrijft Plasterk. Wel hebben tien landen (Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Vlaanderen, Nederland, Noorwegen, Zwitserland, Spanje Polen en Ierland) afgesproken de samenwerking te intensiveren. Deze groep heeft eind vorig jaar besloten elkaars accreditatiebesluiten te erkennen.

Maar dat betekent nog niet dat de gelijkwaardigheid van de diploma’s in alle opzichten is geregeld, waarschuwt de bewindsman. Vooral voor beroepen waarvoor een landelijke beroepsbescherming geldt, maakt het niet uit of een bachelor- of mastertitel via accreditatie-erkenning rechtsgeldig is. Ieder land kan dan aanvullende eisen stellen, hetzij via praktijkervaring, hetzij via inhoudelijke eisen aan een curriculum. (HOP)/.