spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

“Werken bij de TU/e is een feest”

Ach en Wee

URE-racewagen
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Excellente scores W bij onderzoeksvisitatie
5 februari 2009 - De onderzoeksvisitatie Werktuigbouwkunde over de periode 2001-2006, heeft de Eindhovense faculteit excellente scores opgeleverd. Alle acht onderzoeksprogramma’s scoorden op de vier onderdelen die beoordeeld worden niet lager dan een 4 (‘erg goed’). Drie programma’s kregen voor alle vier de onderdelen de maximale score van 5 (‘excellent’).

Prof.dr.ir. René de Borst, sinds mei 2007 decaan van Werktuigbouwkunde, kan niet anders dan zeer tevreden zijn met de prestaties van de onderzoeksgroepen. “Over de hele breedte heeft de faculteit het uitstekend gedaan, met links en rechts wat kleine variaties. Maar het mag geen reden zijn om nu tevreden achterover te leunen. We moeten continu gericht blijven op de toekomst, op nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden. Dat is ook het wezenlijke kenmerk van de wetenschap”, aldus De Borst.

De onderzoeksprogramma’s van prof.dr.ir. Maarten Steinbuch (Control Systems Technology), prof.dr. Henk Nijmeijer (Dynamics and Control) en prof.dr.ir. Han Meijer (Polymer Technology) krijgen voor de onderdelen kwaliteit, productiviteit, relevantie en levensvatbaarheid de maximale score. Voor de groep van Meijer is het de derde keer op rij dat bij een visitatie de maximale score wordt behaald. Meijer is ook zeer tevreden met het resultaat. “Bij de laatste visitatieronde in 1999 heb ik al gezegd dat we dit niveau kunnen handhaven. Maar daar moet wel hard voor gewerkt worden”, aldus Meijer. Alle groepen krijgen lof voor hun goede contacten met het bedrijfsleven, hun duidelijke zichtbaarheid en importantie op internationaal niveau en de goede balans tussen fundamenteel en toegepast onderzoek.

Cijferfetisjisme
In het rapport, dat onder begeleiding van de QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) werd opgesteld door een commissie van negen buitenlandse hoogleraren en deskundigen, worden naast de acht Eindhovense programma’s ook achttien Delftse en tien Twentse programma’s beoordeeld. Ook in Delft zitten enkele programma’s die hoge scores behalen. Bij Twente valt op dat geen enkel programma erin geslaagd is een 5 te halen. Twente heeft ook lang gediscussieerd met de QANU en de Amerikaanse commissievoorzitter prof. Jan Achenbach over het conceptrapport dat al in juni 2008 gereed was. Roel Bennink, coördinator Onderzoek bij de QANU, vertelt dat Twente van mening was dat de commissie fouten had gemaakt en dat de missie van de Twentse faculteit niet goed begrepen was. Daardoor heeft het ongewoon lang geduurd -zo’n zeven maanden- voordat het definitieve rapport er lag. “Twente was nogal geschrokken van bepaalde scores, maar over de scores is niet onderhandeld”, bezweert Bennink. “Wel heeft de commissie na intensief overleg wat zaken bijgesteld. Ik vind overigens dat er sowieso teveel gefocust wordt op de scores bij een visitatie. Het dreigt te ontaarden in een cijferfetisjisme, terwijl dat maar één onderdeel van de beoordeling is. Ook beslaat werktuigbouwkunde zo’n breed vakgebied dat je vaak appels met peren aan het vergelijken bent.” Decaan De Borst heeft hier wel begrip voor: “Bij zo’n beoordeling zit toch ook altijd een stuk subjectiviteit. Al geldt dat niet voor onderzoek van topkwaliteit. Dat wordt door iedereen direct herkend.”/.